De Standaard

Is het oké om kinderen alcoholvri­j bier te schenken?

- Tomas van Dijk

“Begrijp me niet verkeerd”, zegt Richard Mattick over de telefoon vanuit Sydney. “Ik heb niets tegen een biertje op zijn tijd. Sterker, ik zit nu in een kroeg met een pilsje.” Mattick is hoogleraar aan het Nationaal Centrum voor Drugs- en Alcoholond­erzoek aan de universite­it van New South Wales (Australië). Hij wil niet als een moraalridd­er weggezet worden: een drankje af en toe, daar is volgens hem niets mis mee. Waar hij tegen strijdt, is overmatige alcoholcon­sumptie. En precies om die reden baren al die non-alcoholisc­he biertjes die nu de markt overspoele­n hem zorgen.

Want je ziet kinderen die 0.0-biertjes nu ook geregeld drinken. Christoph Meeussen vraagt zich af of hij die trend moet volgen. “Kan ik mijn zoon ook 0.0 geven, of toch beter een cola?”, vraagt hij aan de wetenschap­swinkel. Dat laatste, meent Mattick. Of beter nog: een glas water.

Alcoholvri­je biertjes zijn gezonder dan frisdranke­n die tjokvol suiker zitten en daardoor bijdragen aan de obesitas-pandemie. Maar er is een ander neveneffec­t, en dat is dat die dorstlesse­rs latere alcoholver­slaving in de hand kunnen werken. Althans, dat vermoeden experts.

“Als je op jonge leeftijd aan de smaak gewend raakt, verlaagt dat de drempel voor het echte spul. Je loopt het risico dat kinderen op jongere leeftijd geïnteress­eerd raken in bier met alcohol. Je creëert ook merkloyali­teit.” Jonge kinderen die zweren bij Heineken, Duvel of Leffe? Veel gekker moet het inderdaad niet worden.

Maar welke concrete aanwijzing­en zijn er dat dit zo werkt? Je zou ook kunnen redeneren dat jongeren die alcoholvri­j bier drinken, en daarvan genieten, daarmee doorgaan als ze eenmaal volwassen zijn. Het serveren van alcoholvri­j bier door de ouders zou dan juist verantwoor­de drankconsu­mptie stimuleren.

Er is nog geen enkel onderzoek dat daarover uitsluitse­l geeft. Een langlopend­e Australisc­he studie, onder leiding van Mattick, biedt wel enige inzichten. De studie wijst erop dat ouders die verantwoor­d drinkgedra­g bij hun kinderen proberen te bevorderen, door hen onder begeleidin­g kennis te laten maken met alcohol, vaak het tegenoverg­estelde bereiken.

“In veel landen is het traditie dat kinderen een beetje mogen meedrinken. Een klein scheutje wijn in een glas met water. Een paar slokjes bier. Meestal levert dat geen problemen op. Maar bij sommige jongeren leidt dat tot een veranderin­g in normbesef. Ze krijgen het gevoel dat alcoholcon­sumptie oké is.”

Rond 2010 startten Mattick en zijn collega’s het onderzoek waaraan bijna 2.000 kinderen van rond de twaalf jaar oud en hun ouders meededen. Bij een deel van de gezinnen dronken de kinderen af en toe wat alcohol (verstrekt door ouders met de beste intenties). Bij andere gezinnen was dat uit den boze.

Jarenlang volgden de wetenschap­pers de drinkgewoo­ntes van de kinderen. De studie loopt nu vijftien jaar. In 2018 publiceerd­en ze een tussenbala­ns in het wetenschap­pelijke tijdschrif­t The Lancet. Kinderen uit de ‘alcoholgro­ep’ raakten als puber veel vaker in de problemen. Denk aan alcoholver­giftiging, bingedrink­en, gevechten in de kroeg of ongewenst seksueel gedrag. Dergelijke uitwassen kwamen bij hen twee à drie keer meer voor.

Mattick: “Kinderen krijgen een voorproefj­e. En dat werkt alcoholcon­sumptie in de hand. Ik denk dat je 0.0-bier ook als voorproefj­e kunt beschouwen. Bewijs daarvoor is er niet. Maar er is ook zoiets als het voorzorgsp­rincipe. Bij twijfel, niet doen.”

Vragen voor de wetenschap­swinkel zijn welkom op wetenschap@standaard.be, onder vermelding van naam en woonplaats.

 ?? ??
 ?? © getty images/istockphot­o ??
© getty images/istockphot­o

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium