Ons belangrijkste vodje papier, maar wie kijkt er nog naar om?
De discussie over een mogelijke herziening van de grondwet gebeurt achter gesloten deuren. Nochtans is het de hoeksteen van onze democratische rechtsstaat en van onze individuele vrijheden.
Het is vaste prik aan het einde van een regeerperiode. Het ontbinden van Kamer en Senaat gaat gepaard met het aanduiden van de grondwetsartikelen die in de volgende regeerperiode gewijzigd kunnen worden. Over twee weken, op 8 mei, is het zover. Op zich is het een belangrijk overgangsritueel. Het symboliseert de gedachte dat de grondwet, de sokkel onder onze democratische rechtsstaat, niet zomaar door een toevallige meerderheid opengebroken kan worden. Tegelijk heeft het iets aanmatigends dat de huidige lichting gekozenen de speelruimte bepaalt voor de toekomstige lichting.
In een volwassen democratie verwacht je daarover een passioneel debat. In De Standaard brak een brede coalitie van gelijkekansenorganisaties deze week alvast een lans om artikel 150, over de bestraffing van zogenaamde drukpersmisdrijven, aan te passen. Ze willen dat homofobe of transfobe schrijfsels niet langer voor een assisenjury worden berecht, maar door een correctionele rechtbank, zoals nu al het geval is voor racistische of xenofobe persmisdrijven. Dat is een fundamentele wijziging van hoe we de limieten aan de vrije meningsuiting juridisch willen bewaken. Artikel 150 wel of niet openstellen, bepaalt of we als samenleving dat debat straks wel of niet kunnen gaan voeren.
En de grondwet regelt wel nog een paar van die fundamentele zaken: vrij onderwijs, het recht op een sociale zekerheid, het bestaan van de Senaat en de opkomstplicht en de afwezigheid van een federale kieskring. Het hele staatkundige huishouden, in feite. Het is ons belangrijkste vodje papier, om oud-premier Leo Tindemans (CVP) te citeren.
In de negentiende eeuw gold het werkstuk als de meest liberale en democratische grondwet ter wereld, na die van de Verenigde Staten. Vandaag weten weinig Belgen nog wat er precies in die grondwet staat. “De Belgische constitutionele identiteit is dood”, stelden jurist Stefan Sottiaux en historica Maartje van der Laak enkele jaren geleden al vast in deze krant.
Kernkabinet beslist
Ook hier oefent de particratie een verlammende werking uit, want de lijst “voor herziening vatbaar verklaarde artikels” moet de goedkeuring van de federale regering hebben. Meteen verhuist de ultieme deliberatie naar de beslotenheid van het kernkabinet. Een potentieel publiek debat wordt ingeruild voor een armworsteling achter gesloten deuren in functie van partijbelangen.
Iedereen herinnert zich hoe premier Charles Michel (MR) na de exit van de N-VA uit de Zweedse regering in 2019 geen enkele opening wilde laten voor een potentiële staatshervorming. Wat overbleef, was een bijzonder karig lijstje aan grondwetsartikelen waarmee het huidige parlement aan de slag kon, weliswaar met artikel 150 erbij.
Handig trucje
Ook vandaag sleept de discussie aan tussen premier Alexander De Croo (Open VLD) en zijn vicepremiers. Nochtans werd er bij de start van Vivaldi al een deal over gesloten. De zeven Vivaldi-partijen beslisten in oktober 2020 om de zaak op zijn Belgisch op te lossen, namelijk door het fameuze artikel 195 al zeker voor herziening vatbaar te verklaren. Het staat expliciet in het regeerakkoord. Dat artikel regelt de procedure tot een grondwetsherziening. Het is wat technisch, maar door dat artikel te vatten, kun je vervolgens in principe meer grondwetswijzigingen doorvoeren, zonder nu al concreet te moeten maken wat je dan écht wil aanpassen en waarom.
Je zou het een hack kunnen noemen, een handig trucje dat dient om het wezenlijke debat niet te moeten voeren. Voor toenmalig CD&V-voorzitter Joachim Coens was het evenwel een wezenlijke eis om tot Vivaldi toe te treden, kwestie van een zevende staatshervorming in het vooruitzicht te stellen en niet, zoals de N-VA in 2019, met lege handen te eindigen. Gaandeweg zouden dan de concrete artikels worden aangeduid die ze wilden aanpassen in het kader van de “democratische vernieuwing” en “een nieuwe staatsstructuur vanaf 2024 met een meer homogeen efficiënte bevoegdheidsverdeling” – we citeren opnieuw het regeerakkoord.
Nood breekt grondwet
Maar laat dat nu net de twee werven zijn waarop Vivaldi schromelijk tekort is geschoten. Vandaar dat artikel 195 alleen dreigde over te blijven, een “noodprocedure” die de liberalen deze week openlijk op tafel legden. Maar die noodoplossing is de groenen te karig. Ze willen ook een expliciete vermelding van artikel 7bis, dat de overheden verplicht “te streven” naar duurzame ontwikkeling. Deze regeerperiode al moest dat artikel – dat Michel dus ook had aangeduid – omgevormd zijn tot een heuse klimaatwet, maar ook die passage uit het regeerakkoord bleef dode letter.
Tot slot zal er nog gekeken worden naar de grondwetsartikelen die de afschaffing van de Senaat mogelijk moeten maken, en naar een aantal individuele grondrechten. Tegen maandag wil de regering er uit raken, na een debat in een werkgroep, achter de schermen. Niemand verwacht een lijstje dat veel langer is dan dat uit 2020.
Het getouwtrek voelt wat surreëel aan, wetende dat elke kans op een reële hervorming straks erg klein is. De groei van Vlaams Belang en PVDA, partijen waarmee niemand zaken wil doen op federaal niveau, maakt dat een tweederdemeerderheid die vereist is om de grondwet effectief aan te passen, straks amper te vinden zal zijn. Vandaag bezetten die twee partijen samen 30 van de 150 zetels, dat worden er flink meer. Het is die niet zo onwaarschijnlijke blokkering die de N-VA doet nadenken over “extralegale” pistes om de Belgische architectuur te hertimmeren. Daarbij hervorm je in de feiten wat je later pas formeel aanpast in de grondwet. Het is minder ondenkbaar dan het lijkt. Alvast het algemeen enkelvoudig stemrecht (1919) werd los van de grondwet doorgevoerd. Nood breekt soms wet. Of anders gezegd, als de meerderheid er is, valt er te improviseren, zoals de truc met artikel 195 al aantoont.
Het leidt tot een verwarrende en ook wel riskante situatie. Dat beleidspartijen zelf het signaal uitsturen dat de grondwet ook maar iets is dat kan opzijgeschoven worden indien nodig of via een achterdeurtje kan vertimmerd worden, knaagt aan de autoriteit van die democratische sokkel. Het is niet van die aard om het zogenaamde constitutioneel patriottisme aan te wakkeren. En dat terwijl de opmars van de politieke uitersten toch tot enige waakzaamheid zou moeten motiveren bij de beleidspartijen wanneer het gaat over de individuele grondrechten en burgerlijke vrijheden.
Jan-Frederik Abbeloos
Chef politiek
Het getouwtrek tussen partijen voelt wat surreëel aan, aangezien elke kans op een reële hervorming straks erg klein is
De Gezinsbond ziet een uitholling van de kinderbijslag door besparingen van de Vlaamse regering. Tegelijk waarschuwt de bond dat het geen goed idee is om de sociale toeslagen al te voortvarend op te trekken.
“Het grootste probleem is dat het Groeipakket (de naam van het nieuwe kinderbijslagsysteem, red.) nu vooral wordt gebruikt als melkkoe voor de begroting en andere projecten.” Jeroen Sleurs, algemeen directeur van de Gezinsbond, windt er geen doekjes om in een reactie op de studie van de SociaalEconomische Raad van Vlaanderen (Serv) over de kinderbijslag. Het overlegorgaan van de Vlaamse sociale partners stelde enkele tekortkomingen vast (DS 26 april).
Sleurs wijst erop dat de Vlaamse regering de voorbije jaren ruim een miljard euro heeft bespaard op de kinderbijslag, vergeleken met de federale dotatie die de Vlaamse overheid daarvoor krijgt. Ze deed dat door de indexering van de kinderbijslag niet volledig door te voeren.
Door die besparingen dekt het basisbedrag van de kinderbijslag niet langer 50 procent van de minimale kosten voor kinderen, maar slechts 40 procent, en in sommige specifieke situaties zelfs amper 20 procent, berekende de Gezinsbond. Voor gezinnen met een sociale toeslag bedraagt de dekkingsgraad nog maar 50 procent, al is de doelgroep sinds vorig jaar wel uitgebreid. Ongeveer een kind op de drie heeft recht op de toeslag.
Promotieval
Het dossier kinderbijslag is daardoor politiek bijzonder geladen geworden. CD&V-voorzitter Sammy Mahdi zegt niet in een volgende Vlaamse regering te stappen als de kinderbijslag niet opnieuw volledig wordt geïndexeerd.
Voor Vooruit bewijzen de cijfers dat de Vlaamse regering de verkeerde politieke keuzes heeft gemaakt. “Het is tijd voor een andere partij om het roer over te nemen”, vindt Vlaams Parlementslid Hannes Anaf.
Groen stelt een hervorming van de kinderbijslag voor, waarbij de sociale toeslagen geleidelijk stijgen wanneer het inkomen lager is. Dat moet een situatie vermijden waarop de Serv wees: gezinnen houden netto minder over wanneer hun inkomen stijgt, omdat hun sociale toeslag door die inkomstenstijging wordt verlaagd – de zogenaamde promotieval.
Onrechtvaardig
Sleurs zegt zich constructief op te stellen, maar heeft bedenkingen bij voorstellen als die van de Serv en Groen. “Wanneer zal het verschil tussen de kinderbijslag voor iedereen en voor gezinnen met een sociale toeslag groot genoeg zijn?”, vraagt hij zich af. “En wanneer wordt het onrechtvaardig?”
Hij vreest dat de steun bij de bevolking wordt ondergraven als het verschil te groot wordt. “Een gezin met een universiteitsstudent dat alleen het basisbedrag krijgt, staat er in een aantal gevallen financieel slechter voor dan een gezin met diezelfde studenten die een sociale toeslag, studiebeurzen en voordeeltarieven in studentenhuisvesting genieten.”
De Gezinsbond wijst op efficientiewinsten die nog mogelijk zijn, zoals de afschaffing van inefficiënte toeslagen en de uitbetaling via vijf kinderbijslagfondsen. Het voorstel van Vooruit om een deel van de kinderbijslag te gebruiken voor gratis maaltijden wijst hij af. “Alle kinderen op school laten eten om het probleem van lege brooddozen op te lossen, lijkt ons disproportioneel.”
Werkloosheidsval
Volgens professor arbeidseconomie Stijn Baert (UGent) moet een hervorming waarbij de sociale toeslag wordt aangepast naarmate het inkomen stijgt, perfect kunnen. Hij verwijst naar de jobbonus, waar al iets vergelijkbaars gebeurt.
Baert tilt wel zwaarder aan andere perverse situaties waarin mensen worden ontmoedigd om te gaan werken, omdat het financiele verschil tussen werken en werkloosheid of inactiviteit te klein is. Voor alleenstaanden met een laag inkomen loont het daardoor nog amper om werkloosheid voor een job in te ruilen.
Bovendien zijn sommige voordelen, zoals kortingen op de bus of de waterfactuur aan hun sociaal statuut (bijvoorbeeld werkloze) verbonden, en niet aan het inkomen, waardoor werken nog minder aantrekkelijk dreigt te worden.
In het Vlaamse en federale regeerakkoord stonden voorstellen om daar iets aan te doen, maar behalve voor het sociaal tarief voor gas en elektriciteit, dat nu aan het inkomen is verbonden en niet meer aan het statuut van de betrokkene, is er weinig veranderd, stelt Baert vast.
“Alle kinderen op school laten eten om het probleem van lege brooddozen op te lossen, lijkt ons disproportioneel” Jeroen Sleurs Algemeen directeur Gezinsbond
Voorbij het surrealisme
Op 9 juni bepalen wij als burgers welke partijen de komende jaren hun ideeën voor een gezonde samenleving op het land loslaten.
Hoe zien die ideeën er precies uit, hoe zijn ze afgestemd op de uitdagingen van vandaag, en welke drive zit erachter?
In het Koninklijk Salon van Bozar, waar op dit moment een tentoonstelling over het Belgisch surrealisme loopt, spreekt De Standaard erover met de politieke tenoren die hopen hun stempel te drukken op de volgende Belgische regering, voorbij het surrealisme.
Vandaag:
Sammy Mahdi van CD&V over de toekomstwaarde van christendemocratie.