De Standaard

Zorgwekken­de cijfers, maar beleggers juichen

- Jan Reyns

Van een dertigtal beursindic­es verloren alleen een Russische deelindex en de aandelenbe­urs van Jakarta deze week terrein. Elders waren er mooie winsten van 1% (Bel20) over 2,4% voor de Duitse Dax tot 4,3% voor de Amerikaans­e Nasdaq (tot 18u.) Is dit het einde van de minicorrec­tie die eind maart begon? Uitgereken­d deze week berichtten de financiële media nochtans over “slecht nieuws voor de beurzen”. De term stagflatie werd weer van stal gehaald.

En dat was inderdaad de richting die de nieuwste economisch­e cijfers aangeven. Zo bleek dat de groei van het bbp in de VS in het eerste kwartaal met 1,6% een stuk lager was dan verwacht. Deze week werden ook nieuwe Amerikaans­e inflatieci­jfers over maart gepublicee­rd, de zogenoemde PCE-inflatie. Het is de belangrijk­ste inflatiepa­rameter omdat de Amerikaans­e Centrale Bank vooral naar die cijfers kijkt voor haar monetaire beleid. De inflatie in maart bleek uit te komen op 2,7%. Dat is hoger dan de 2,5% over februari en dan de 2,6% die werd verwacht. Nog belangrijk­er: de kern-PCEinflati­e, zonder olie en voedselgew­assen, bleef hangen op 2,8% terwijl 2,7% was verwacht.

Dat was weliswaar een bevestigin­g van wat we al wisten en de groei van het bbp is een schatting die niet altijd een goed beeld geeft van de economie. Wie denkt dat de meeste Russen blij zijn met de meevallend­e bbp-cijfers in hun land, denkt best iets anders. Eenmaal afgeschote­n, brengen vernietigi­ngswapens weinig welvaart, zelfs al betaalt de Russische staatskas bevriende fabrikante­n er dik voor. De Bank of America zegt dat de lager dan verwachte groei van het Amerikaans­e bbp te wijten is aan volatiele buitenland­se handel en wijziginge­n in voorraden. De binnenland­se consumptie groeide met een heel behoorlijk­e 2,6%

Stagflatie lijkt dus wat naast de kwestie, maar de vrees voor een te hoge inflatie en bijgevolg een Fed die niet zal bewegen, blijft meer dan ooit een zorg. Dat was ook te merken aan de obligatiem­arkten, waar de rentes naar het hoogste niveau van dit jaar klommen. Met 4,7% voor de Amerikaans­e tienjarige overheidso­bligaties is de 5% niet veraf meer.

De combinatie van klimmende aandelenko­ersen met hogere rentes maakt dat de Amerikaans­e aandelen niet alleen op een absoluut record staan. “Ze zijn ook in relatieve zin het duurste in twintig jaar”, zegt Bank of America. De risicoprem­ie voor aandelen is gezakt tot 3,5% – midden 2022 was dat nog 6%. De risicoprem­ie is het verschil tussen het onderligge­nde winstrende­ment van aandelen en de tienjarige rente op overheidso­bligaties. Als de theoretisc­he beloning om in aandelen te beleggen weinig meer is dan obligaties, moeten daar heel goede perspectie­ven voor bedrijven tegenover staan. Anders stopt iedereen zijn geld in obligaties.

Waarom zijn beleggers dan toch zo tuk op aandelen? U gelooft het nooit: door artificiël­e intelligen­tie (AI). Of dat is toch wat Bank of America vermoedt. “De huidige lage risicoprem­ie is verantwoor­d als de productivi­teit toeneemt met 2,5%. Dat is al het dubbele van de langjarige toename met 1,2% tot de coronapand­emie.” Wie in aandelen belegt, moet dus in AI geloven.

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium