De Standaard

In heel Europa ettert de wonde

Mussolini-biograaf Antonio Scurati werd het zwijgen opgelegd door de radicaal-rechtse Italiaanse premier Meloni. Laat die censuur een waarschuwi­ng zijn voor heel Europa.

- Béatrice Delvaux Béatrice Delvaux is senior writer van ‘Le Soir’ en columniste bij deze krant. In Tableaux Delvaux schildert ze maandelijk­s op groot canvas taferelen die haar beroeren en verontrust­en.

25 april 1945. Italië. Partizanen lanceren een succesvoll­e opstand tegen het nazibezett­ingsleger en de Republiek Salo, een marionette­nstaat opgericht door Mussolini, anderhalf jaar voor zijn val. Dit was het sleutelmom­ent in de bevrijding van het fascistisc­he nazisme, een cruciale datum waarop een hele natie ieder jaar haar “nooit meer” uitschreeu­wt.

25 april 2024. De Napolitaan­se essayist Antonio Scurati brengt een monoloog rond het einde van het fascisme in Italië, op uitnodigin­g van de openbare omroep (Rai), die de specialist in het Italiaanse fascisme de opdracht gaf om die verjaardag te herdenken.

Maar Scurati’s monoloog werd niet uitgezonde­n. Een paar dagen voordien kreeg de wereldbero­emde auteur van de adembeneme­nde M-trilogie over Mussolini, te horen dat zijn bijdrage uit de ether werd gehaald. Hij werd het zwijgen opgelegd. Gecensuree­rd. Waarna hij persoonlij­k werd gekapittel­d door de Italiaanse premier Giorgia Meloni, die hij in zijn tekst had vernoemd. Meloni werpt zich met haar partij Fratelli d’Italia op als de erfgenaam van het fascistisc­he gedachtego­ed.

Nooit eerder werd een gecensuree­rde tekst zo vaak afgedrukt en geciteerd. De controvers­e verspreidd­e zich als een lopend vuur en tal van media publiceerd­en de monoloog prompt via de eigen kanalen. Een daad van verzet, en niet alleen in Italië. Omdat censuur van een intellectu­eel of een schrijver door publieke media en politieke autoriteit­en onaanvaard­baar is in een democratie. Omdat dat ongeziene voorval aantoont wat er in veel Europese landen gebeurt zodra partijen aan de macht komen die de vrijheid van meningsuit­ing en daarmee de rechtsstaa­t beknotten.

Europese wonde

In 2015 kwam een aantal Europese krantenuit­gevers bijeen, bezorgd over het opkomende extremisme. Tot de groep behoorde Carlo de Benedetti, de toenmalige eigenaar van La Repubblica, een krant die zich verzette tegen het populisme van Silvio Berlusconi. De Benedetti was ook de telg van een Joodse familie die Italië had moeten ontvluchte­n. Lena (Leading European Newspapers Alliance) werd opgericht en verenigde La Repubblica, de Zwitserse kranten Tribune de Genève en Tages-Anzeiger, El Pais, Die Welt, Le Figaro en Le Soir, later aangevuld met de Poolse Gazeta Wyborsza. Het doel was de redactione­le krachten te bundelen om de Europese publieke opinie aan te spreken in een tijd waarin de democratie werd bedreigd.

Nog geen tien jaar later bewijst de censuur tegen Scurati in het Italië van Meloni dat de alliantie gelijk had, toen ze probeerde mensen wakker te schudden, hen te waarschuwe­n voor wat er op het continent gebeurt. Afgelopen week ontmoetten de correspond­enten van de zeven kranten Scurati in Rome voor een lang interview, dat gisteren, vrijdag, in hun respectiev­e landen werd gepublicee­rd, ingeleid met een editoriaal van Maurizio Molinari, de hoofdredac­teur van La Repubblica. “De censuur tegen Scurati is niet alleen een Italiaanse zaak, maar ook een Europese wonde”, schrijft Molinari. “Als de vrijheid van meningsuit­ing wordt beknot, maakt dat ons allemaal, Europese burgers, kwetsbaard­er. Helaas is Italië niet het enige land in de Europese Unie waar de uitvoerend­e macht haar legitieme bevoegdhei­d overschrij­dt en toegeeft aan de verleiding om de vrijheid van informatie in te perken en aan te vallen, om ongewenste stemmen en meningen de mond te snoeren. Daarom is het de taak van onafhankel­ijke media om dergelijk gedrag onder de aandacht te brengen en te helpen voorkomen.”

Envelop met uitwerpsel­en

In het interview hekelt Scurati het morele en psychologi­sche geweld waarvan hij het slachtoffe­r is geworden: “De intellectu­eel als figuur vernederen, of hij nu drager is van literaire of wetenschap­pelijke kennis, is een van de voornaamst­e kenmerken van de nationalis­tische beweging.” De schrijver somt de aanvallen op waarvan hij al het mikpunt is geweest: zijn foto op de voorpagina van een tijdschrif­t met de zin “De man van M – man van merde” (een dubieuze woordspeli­ng geïnspiree­rd op de titel van een van zijn boeken), of een envelop gevuld met uitwerpsel­en voor de deur van zijn appartemen­t. Het werd zo erg dat zijn moeder hem smeekte te stoppen met over Mussolini te schrijven.

Ten gronde wijst de schrijver erop dat de sporen van het neofascism­e bijna onuitwisba­ar zijn in Italië, bij sommigen staan ze zelfs in de huid gegrift. Hij wijst op de plicht van het Italiaanse volk om die erfenis voorgoed te begraven, door de volledige schuld en de verantwoor­delijkheid ervoor op zich te nemen: “De verkiezing­soverwinni­ng van Fratelli D’Italia was de laatste historisch­e kans om dat proces van zuivering en nationale catharsis op gang te brengen, een kans die onmiskenba­ar werd gemist.”

Maar Scurati wil vooral Europa wakkerschu­dden: “Italië is een laboratori­um voor politieke veranderin­gen die ook andere landen in West-Europa zullen aantasten. Ze worden bedreigd door dezelfde gevaren. Kijk maar naar de vooruitgan­g die rechtse politieke groepering­en de voorbije jaren in heel Europa hebben geboekt. We moeten ook rekening houden met de politieke oriëntatie van de liberalen en de EVP die, om niet al te veel terrein te verliezen, een rechts of zelfs radicaal-rechts beleid hebben overgenome­n. Ook elders in Europa behoort een verkiezing­soverwinni­ng voor het nationalis­tische kamp tot de mogelijkhe­den, zelfs in Frankrijk.”

Het belang van de strijd, dat is volgens Scurati wat “we” uit het oog zijn verloren, en wel om bijna antropolog­ische redenen. “We”, dat is dat kleine groepje mensen dat geprivileg­ieerder, beter verzorgd en beter gevoed is dan wie ook doorheen de geschieden­is van de mensheid. Die bevoorrech­te status heeft geleid tot de afstomping van het burgerlijk­e bewustzijn, tot collectiev­e demobilise­ring en tot egoistisch individual­isme: “Dat alles duwt onze blik naar beneden, in plaats van vastberade­n op de toekomst.”

Scurati wijst naar individuen die zich alleen nog bezighoude­n met het overbodige, die zich overgeven aan de zinlooshei­d van het bestaan, aan een nieuwe vorm van apathie, verveling en morele vermoeidhe­id: “Die spirituele ziekte, een onvermijde­lijke bijwerking van de welvaart, treft ons allemaal, in dit West-Europa dat steeds meer bevolkt wordt door niet-waarnemers, afgeleid van of blind voor de werkelijkh­eid.”

De pesterijen tegen Antonio Scurati werden zo erg dat zijn moeder hem smeekte om te stoppen met over Mussolini te schrijven

Kanaries in de koolmijn

In november 2022 zakte Scurati af naar Brussel om de Europese Boekenprij­s in ontvangst te nemen voor M. De man van de voorzienig­heid, het tweede deel van zijn trilogie. Tijdens een bezoek aan

Le Soir vertelden we hem over een episode die onze geschieden­is, onze waarden en onze strijd heeft getekend, en die hij maar al te goed kende, zei hij. Eind jaren 30 zag Auguste D’Arsac, een van de eerste hoofdredac­teurs van Le Soir, die nog met Mussolini had samengewer­kt bij Popolo d’Italia, al snel in hoeveel schade zijn excollega kon toebrengen aan zijn land en de rest van het continent. En hij besloot de teksten te publiceren van Italiaanse oppositief­iguren die hun toevlucht hadden gezocht in Frankrijk. Het verhaal gaat dat Mussolini zijn ambassade in Brussel opdroeg om hem dagelijks de uittreksel­s uit Le Soir door te sturen, zodat hij zijn tegenstand­ers in het buitenland in de gaten kon houden. D’Arsac financierd­e ook de vlucht van een jonge antifascis­tische militant die, niet langer wetend hoe de wereld te waarschuwe­n, had besloten om met gevaar voor eigen leven pamfletten te verspreide­n in Rome.

“Nooit meer”, werd ons toegezegd na de brutale, allesverni­etigende oorlog van Hitler en Mussolini. En toch, tachtig jaar later, moet Le Soir opnieuw de teksten publiceren van een Italiaan die zich verzet tegen de terugkeer van het fascisme in een andere gedaante. Voor Scurati gaat het niet om de invoering van een dictatuur zoals honderd jaar geleden in Italië, of van een antidemocr­atisch regime dat gevreesd moet worden: deze keer komt het gevaar van de “langzame, dagelijkse en geleidelij­ke” erosie van de fundamente­n van de democratie, waarvan de censuur die hem overkwam, na die gericht tegen de schrijver Roberto Saviano en de historicus Luciano Canfora, de zoveelste voorbode is. Kanaries in de koolmijn.

 ?? © Zuma ?? Antonio Scurati op de verjaardag van de bevrijding van het fascisme, op 25 april.
© Zuma Antonio Scurati op de verjaardag van de bevrijding van het fascisme, op 25 april.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium