Brief aan mijn lief
Lieverd,
Morgen zijn we 55 jaar getrouwd. Het was een regenachtige, kille voorjaarsdag, net als nu, en ik rilde van de kou in mijn dunne bruidsjurk. Ik zit met de zwart-witte foto’s op mijn schoot maar, god, wat waren wij vroom! Er werd in mijn ouderlijk huis feest gevierd, lekker dicht bij mekaar. ’s Avonds reden we nog naar Brussel, naar ons piepkleine appartement. Mijn vader huilde dikke tranen toen we vertrokken, mijn moeder stak haar emoties in een mandje met een paar broodjes en een flesje witte wijn voor “the morning after”…
Drie maanden later was ik zwanger. Toen werd het ernst, jij zocht een beter betaalde baan en we kochten onze eerste auto. De geboorte van onze zoon werd een geweldige ervaring. We zochten en vonden een goede opvang voor hem en we leefden ons uit in ons werk. Wij maakten gemakkelijk vrienden, onze weekends waren telkens volzet.
Toen lieten we ons verleiden om in het buitenland te gaan werken. Die drie jaren waren zwaar, maar onze relatie overleefde de problemen en de spanningen en er kwam een tweede kind. Jij klom op in de hiërarchie van het bedrijfsleven en ik bleef enkele jaren thuis. In je vrije tijd trok jij de natuur in en je inspireerde een groep volgelingen. De burgemeester noemde jou ooit “het groene geweten” van onze gemeente. Ik schreef interviews voor jouw tijdschrift en organiseerde elke zomer een barbecue voor meer dan honderd sympathisanten. Ik noemde jou een bruggenbouwer. Jij legde bruggen tussen natuurvrienden en jagers, boeren en overheidsdiensten. Je wist waarover je sprak en je kreeg respect.
Je was ook erg populair bij de vrouwen en ik was meer dan eens op mijn qui-vive.
Zonder reden, want jij was mij hondstrouw.
Ik ging terug aan de slag in een kleine non-profitorganisatie. We maakten herintreedsters (vrouwen die enkele jaren thuis waren gebleven en opnieuw aansluiting zochten met de bedrijfswereld) bewust van hun kwaliteiten en werkten aan hun zelfvertrouwen. We organiseerden computerlessen op afgedankte computers die wij van bedrijven kregen. Dat deed ik met hart en ziel. Feministe ben ik altijd geweest. En gebleven. Dat hield onze relatie in evenwicht.
Toen onze kinderen hun plan konden trekken en het warme nest verlieten, maakten we boeiende reizen. Wij waren in Istrië, in Lapland, in Marokko. Jij trok elke zomer naar het hooggebergte. Het was telkens feest als jij na tien dagen weer thuis kwam.
Vijf jaar geleden vierden wij onze gouden bruiloft. Alle vrienden en de familie waren erbij. Ik zag hoe jij verloren liep en haalde jou op de dansvloer. Dat was de laatste keer dat wij samen dansten …
Toen ging het allemaal erg snel; jij begon alles te vergeten, je moest je rijbewijs inleveren, wij verkochten ons huis en drie jaar geleden werd jij opgenomen in de gesloten afdeling van het woonzorgcentrum.
Ik kom elke dag naar jou toe, maar het is moeilijk om contact met jou te krijgen. Soms krijg ik nog een warme knuffel van jou en dan zie ik dat jij ook geniet.
Blijf mij knuffelen, blijf mijn liefste!
Als de dag van toen...
Ik kom elke dag naar jou toe, maar het is moeilijk om contact met je te krijgen. Soms krijg ik een warme knuffel en dan zie ik dat jij ook geniet
Maj Vandergeten (78) toont dat er geen grens staat op graag schrijven. Zij neemt u mee naar het woonzorgcentrum waar zij met haar man verblijft en kijk … als ze inspiratie heeft, lopen de letters zomaar uit haar vingers.