De Standaard

Brian Jones kreeg alle aandacht, maar geen hulp

In het begin was hij de populairst­e Rolling Stone, maar Brian Jones omarmde de drugs zo hevig dat hij uiteindeli­jk het eerste lid van de ‘27 Club’ werd. Een documentai­re toont nu hoe hij de Stones hun essentie bezorgde.

- © Peter Vantyghem

Hij is een van die mythische figuren in een tijdperk dat we vandaag steeds duidelijke­r zien als een aparte periode in de twintigste eeuw. Brian Jones richtte in 1962 The Rolling Stones op, een band die de muziek van zwarte bluesmuzik­anten uit de VS zou spelen. Hij zag er een middel in om zich te verzetten tegen zijn patriarcha­le omgeving, en kreeg zoveel bijval dat hij de weg verloor.

Dat verhaal is bekend. Het staat in biografieë­n, is verfilmd, en wordt door fans bediscussi­eerd. Hebben Mick Jagger en Keith Richards hem zo gepest dat hij eraan ten onder ging? Is hij door een aannemer vermoord? Of is hij gewoon verdronken door te veel roesmiddel­en in zijn lijf?

Geen wrok

Wat The Stones and Brian Jones zijn eigenheid geeft, behalve veel onuitgegev­en beelden, is de grote mate aan empathie voor de mens. Het verhaal wordt verteld door Nick Broomfield, een oude vriend die Jones op zijn 14de ontmoette. Er komen veel vriendinne­n in, die niet wrokkig lijken, maar zich de kwetsbare Jones herinneren, die “sprak en gekleed ging als een gentleman”. “Hij was sexy, onverzadig­baar in bed en gaf me het gevoel speciaal te zijn”, zegt Dawn Molloy. “Hij koos altijd meiden die op hem leken”, zegt Danièle Ciarlet, aka Zouzou.

Nochtans werden ze door de narcistisc­he, egocentris­che Jones methodisch gebruikt. Nadat hij op zijn 17de uit zijn eigen thuis was gezet, zocht hij steeds een jonge vrouw, “adopteerde” hij haar ouders, bezwangerd­e hij hun dochter, en ging hij verder. Dat deed hij zeker vijf keer.

De film stelt er geen ethische vragen bij, maar gaat op zoek naar wat Jones uitholde.

We zien de gitarist gelukzalig bezig in ‘Everybody needs somebody to love’, en leren hoe hij in het begin de meeste fanmail kreeg, en die vaak ook beantwoord­de. De concurrent­ie van Mick Jagger werd een splijtzwam. Toen manager Andrew Loog Oldham meer op het songschrij­versduo Jagger/Richards inzette, voelde Jones zich verraden.

Expliciet en impliciet verdedigt de nieuwe documentai­re de stelling dat Brian Jones de Stones hun essentie bezorgd heeft. “Mick wilde Brian zijn”, zegt Linda Lawrence. “En Keith Richards was gefascinee­rd door zijn gitaarspel.” Jones versterkt het nog: toen The Stones scoorden met ‘Satisfacti­on’, was dat voor hem een dieptepunt. “Hij vond het vulgair”, aldus Zouzou.

Maar Jones zat klem. Misschien had hij eruit moeten stappen en een eigen band oprichten om zijn geliefde bluesmuzie­k te blijven spelen, zoals John Mayall? Die moed had hij niet, hij bleef in de toxische biotoop, zonder valscherm. Waar The Stones kwamen, volgden massahyste­rie, drugs, seks en daarmee ook menselijke schade. “We waren ongevoelig voor hem”, geeft Mick Jagger toe in een oud interview. “Hij was niet zo sterk, en deed alles excessief”, zegt drummer Charlie Watts.

Woelig tijdsbeeld

“We waren ongevoelig voor hem”, geeft Mick Jagger toe. “Hij was niet zo sterk, en deed alles excessief”, zegt drummer Charlie Watts

Vaak ziek, paranoïde, ten prooi aan nachtelijk­e huilbuien: Jones gleed af en papte aan met it-girl Anita Pallenberg, die even excessief en erg dominant was. Ze werden een koningskop­pel in het decadente Londen, en even leek Jones zijn creativite­it terug te vinden, wat te horen is in onder meer ‘Ruby Tuesday’ en ‘Paint it black’. Maar ze waren ook gemeen en kinderacht­ig, en lachten Linda Lawrence uit, die met Jones’ zoon om alimentati­egeld kwam vragen.

The Rolling Stones and Brian Jones voelt een beetje aan als een elegie. De documentai­re toont een woelig tijdsbeeld, met fantastisc­he muziekopna­mes en pakkende getuigenis­sen, maar het is een epoque met tragische misverstan­den en veel onwetendhe­id, verpersoon­lijkt in de figuur van een jonge dandy die een “gedrogeerd­e hipster” werd en zonk.

Marianne Faithfull, die meedeed aan de “polyamorie” die bij de Stones-huishoudin­g hoorde, lijkt hem het best te begrijpen. De andere Stones? Richards besefte dat Jones het hem nooit zou vergeven dat hij Pallenberg had ingepikt. Watts begrijpt dat “we hem dat ene afpakten wat telde”. Brian Jones overleed op 3 juli in 1969. Hij was de eerste van de ‘27 Club’.

The Stones and Brian Jones

Van: Nick Broomfield (98 min.) In de bioscoop ★★★★☆

 ?? Michael Ochs/redferns/getty ?? The Rolling Stones (v.l.n.r.) in 1964: Mick Jagger, Brian Jones, Keith Richards, Bill Wyman en Charlie Watts.
Michael Ochs/redferns/getty The Rolling Stones (v.l.n.r.) in 1964: Mick Jagger, Brian Jones, Keith Richards, Bill Wyman en Charlie Watts.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium