Gazet van Antwerpen Mechelen-Lier
“Als ik iets doe, mag het niet vrijblijvend zijn”
vergelijken, is live spelen. In beide gevallen wordt het denkproces quasi uitgeschakeld. Het komt erop aan je geest open te zetten en zo weinig mogelijk na te denken terwijl je bezig bent. Dat is het streefdoel. De grootste voldoening in de muziek – zelfs na al die jaren – blijft een goeie melodie vinden. En de eerste keer een dialoog schrijven was ook enorm opwindend. Met fotografie wilde ik terug naar de naïviteit van het prille begin. Dat leidde in eerste instantie vaak tot gênant slechte foto’s. Het bleek ofwel te mooi, ofwel te gemaakt lelijk. Ik moest mijn weg zoeken. Maar het voelde heerlijk om weer een debutant te kunnen zijn. Met alle zenuwachtigheid en anticipatie die er nu bij komt kijken.
Je bent tien jaar geleden beginnen te fotograferen, en het oudste beeld in je boek dateert van 2012. Heb je hard geselecteerd?
Ja. Kim Beirnaert, die me ook al geholpen had met het dEUS-boek, heeft de foto’s mee gekozen. Soms scrolde ze meedogenloos voorbij een beeld waar ik zelf echt heel trots op was. Terwijl ze op andere foto’s waar ik totaal niet bij stil had gestaan wél bleef hameren. Dat leverde een goeie, boeiende samenwerking op. Nu, de selectie was sowieso streng. Ik heb – zeker in de beginfase – veel geëxperimenteerd met verschillende formaten. En dan hing ik mijn beelden thuis op naast het werk van gerenommeerde fotografen. Om te kijken of ze hun mannetje konden staan. Soms was dat het geval, vaak ook niet. Er zijn veel beelden waar ik zelf jarenlang over gekeken heb. Het duurde tien jaar voor het me begon te dagen dat ze goed waren. Ik had wel vrij snel een eigen stijl, wat niet wil zeggen dat ik achteraf geen fouten meer heb gemaakt. Integendeel, bij mij is de compositie belangrijk. Het zijn heel grafische foto’s, al gebruik ik die term niet graag. Ik hou het liever op ‘per ongeluk gecomponeerd’. De uitleg die andere mensen eraan geven is veel interessanter dan de mijne. Want ik heb er eigenlijk geen uitleg voor. Ik denk gewoon dat ik een goed beeld kan herkennen. That’s it.
Is dat de reden waarom er, in tegenstelling tot de meeste fotoboeken, geen gewichtige inleiding van kunstkenner x of y in staat?
Inderdaad. Er is alleen een colofon en een index met plaatsen waar de foto’s gemaakt zijn, omdat de mensen dat graag willen weten. Veel plekken in Antwerpen, trouwens. Maar ook Nairobi, Portugal en de Verenigde Staten.
Wat me opviel: het merendeel van je foto’s ademen vooral stilte en traagheid uit. Terwijl ze vaak op tournee gemaakt zijn, op dagen waar er veel lawaai is en het tempo hoog ligt.
Vaak kom je om tien, elf uur ’s ochtends in een stad aan, en begint de soundcheck pas in de namiddag. Dus dan ging ik meteen alleen op pad. En dan was er stilte, en hoefde ik niemand om me heen. Het werkt niet om met de rest van de groep te gaan wandelen, en ondertussen foto’s te nemen. Want ofwel stap ik sneller – wat ik van nature doe – ofwel loop ik achter de rest aan omdat ik aan het fotograferen ben. Die stilte was heel aanvullend in vergelijking met de andere dingen die ik doe. Fotograferen heeft iets contemplatiefs. Het heeft vast ook met ouder worden te maken. Ik ben zelfs beginnen te mediteren.
Dat is opmerkelijk voor iemand die de naam heeft heel ongedurig te zijn.
Net daarom ben ik blij dat ik via de fotografie een ander aspect van mezelf kan laten zien. Dat rusteloze werd op de duur een beetje een karikatuur, en omdat het in bijna elk interview ter sprake kwam, begon ik me er op de duur naar te gedragen. Terwijl ik ook een rustige kant heb. In die zin is het goed dat dit boek en de expo er zonder veel tamtam komt. Ik heb me lang stilgehouden, en de timing zit goed nu. Ik heb eerder dit jaar al tentoongesteld in het Hof van Cleve, maar dat was niet echt voor iedereen toegankelijk. En ik wilde graag iets in ’t Stad doen. Toen we met dEUS begonnen was er in Antwerpen niet echt een muziekcultuur. Maar kunst en kunstgaleries, dat zit echt in ons bloed. Via Gazet Van Antwerpen zijn we op een prachtig pand gestoten dat in de jaren zestig en zeventig ook al onderdak bood aan X-One Gallery. Het wordt de eerste expo in het nieuwe leven van dat gebouw.
Die tentoonstelling in het Hof van Cleve, was dat een manier om je teen alvast even in het water steken en de temperatuur op te meten? Mensen die in een driesterrenrestaurant boeken, komen in de eerste plaats om omstandig te tafelen, niet om naar kunst te kijken.
Het was de eerste keer dat ik als fotograaf naar buiten kwam, en omdat mijn beelden vaak om verleiding draaien – je weet nooit meteen wat je precies ziet – hadden de mensen daar rustig de tijd om te kijken. Het was een zachte entree, zonder druk. Kris Martin, zelf kunstenaar, mocht kiezen welke kunst er aan de muren zou hangen en nodigde me uit omdat hij ervan overtuigd was dat het goed ging zijn. Zo is de bal aan het rollen gegaan. Ik voel nu wel dat er iets meer op het spel staat. Ook qua investering, want prints en kaders kosten een bom geld. Maar ik ben razend benieuwd naar de
Fotograaf reacties. Wat me intussen heeft gesterkt, is dat ik sinds het Hof van Cleve bijna elke maand iets verkocht heb. Aan heel diverse mensen, uit heel verschillende landen. Via mijn instagram. Als ze écht geïnteresseerd zijn, nodig ik ze gewoon bij me thuis uit. Niet gebruikelijk in de kunstwereld, maar ik geniet daar echt van. De fotografie heeft me gedwongen om wat zelfstandiger te zijn. Ik ben uiteraard een grote jongen, maar ik zit wel al 25 jaar bij een platenfirma en een management. Op tournee is er een tourmanager die alles regelt. Nu laat ik gewoon mensen beelden zien op mijn laptop en als ze het mooi vinden onderhandel ik zelf over de prijs. Dat vind ik wel spannend, zo op mijn 48ste. Ik dop voor het eerst mijn eigen boontjes.
Vind je dat moeilijk, zelf over de prijs van je werk onderhandelen? Artiesten hebben daar meestal andere mensen voor.
Ik ga dat niet blijven doen, hé. Maar ik vond het wel heel flatterend, en ik was ook heel nieuwsgierig naar hoe anderen de foto’s interpreteren. Dat heeft me zelfvertrouwen gegeven, want anders had ik nu niet geweten waar te lopen van de zenuwen. Dan zou ik zo’n expo wellicht niet eens hebben aangedurfd. Nu is de interesse langzaam gegroeid. Ik hoop dat zo veel mogelijk mensen met een open blik komen kijken. Eigenlijk ben ik nu het meest zenuwachtig voor de mensen van de galerie. Het zou echt sneu zijn voor hen mocht er niemand langskomen. Want het is geen evidente tijd. Anderzijds: als je een stadswandeling maakt bij dit prachtige herfstweer, ga dan gewoon langs de Schelde en loop eens binnen.
Als je de voorbije jaren in de media kwam, was dat vooral om te weten wanneer die nieuwe dEUS-plaat nu eindelijk klaar zou zijn. En die tweede film waar je al jaren over spreekt. Kennelijk fietsen er keer op keer andere projecten tussen. Is het geen nieuwe plaat van TaxiWars, dan blijkt het een fotoboek. Dus, hoe zit het?
Het filmscenario is helemaal klaar, dus tel nu nog anderhalf jaar om het budget te vinden en dan kunnen we beginnen te draaien. Voor de volgende plaat van dEUS hebben we intussen zeven songs opgenomen waar ik héél content van ben. We willen kunnen toeren als de plaat uitkomt, dus dat zal met al die Covid-toestanden sowieso niet meteen een optie zijn. Echt, er zit geen strategie achter wat ik doe. We hebben elkaar vorig jaar ook gesproken en toen had ik niet eens kunnen vermoeden dat er nu een boek of een tentoonstelling zou zijn. Dat houdt het leuk en verrassend. Die digitale fotografie is me echt op het lijf geschreven, merk ik. Al blijft er uiteraard nog veel groeimarge. Zo gaat het altijd. Ik heb pas lang na Hotellounge geleerd om noten te lezen. Mijn filosofie is: eerst doen, dan leren (lacht).
Hoe heb je de zomer en de bijbehorende lockdowns beleefd?
“Normaal heb ik een manager die alles regelt, maar nu onderhandel ik zelf over de prijs van mijn foto’s. Da’s best spannend, zo op mijn 48ste voor het eerst mijn eigen boontjes doppen.”
Ik heb heel veel gereisd. Om persoonlijke redenen was het goed om weg te zijn uit Antwerpen. Ik ben naar Portugal, Italië en Frankrijk gegaan. Veel gefotografeerd, veel vrienden bezocht, tussen de twee coronagolven heen. Het was niet gepland, maar als je alleen bent, kan je snel schakelen. En toen de avondklok eraan kwam, ben ik opnieuw vertrokken. De lockdown was raar, vervelend, opwindend én irritant. Dat heeft toch een weerslag gehad. Ik heb maanden geen gitaar aangeraakt. Maar na de lockdown zijn we wel meteen de studio ingegaan. Anders zou de rest van de groep me wat hebben aangedaan, vrees ik.