Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Sportievelingen
Denk aan ‘de Antwerpenaar’ en je ziet een levensgenieter op een terras een paar bollekes bestellen. Maar één dag per jaar lijkt het of er alleen sportieve Antwerpenaren bestaan. Op zondagochtend om kwart voor negen stonden er al 2.400 mensen klaar om een marathon te lopen. Meer dan 42 kilometer voor een doorsnee wandelaar zijn dat twee stevige dagetappes joggend door de stad, daar kun je alleen maar bewondering voor hebben. Ik zag mensen met honden, en mensen in Schotse rokken. Ik zag mensen genieten en mensen lijden. Maar ze deden het toch maar, heel Antwerpen door, tot ze er bijna aan onderdoor gingen. Vanaf half drie werd de stad overspoeld door een tweede golf sportievelingen. Met 28.000 waren ze, in sportkleren of gekke outfits, sommige zelfs in complete brandweeruitrusting. Niet op zoek naar slachtoffers van een brand, maar op zoek naar de juiste hartslag en een comfortabel tempo om het 16 kilometer vol te houden. Zelf volgde ik gisteren burgemeester Bart De Wever (NVA), die bloednerveus was en er niet veel vertrouwen in had, maar wél een knappe prestatie neerzette. “Antwerpen is groot”, was een van zijn conclusies achteraf. En ook: “Als ik het kan, dan kan iedereen het.” In theorie zal hij gelijk hebben, in de praktijk zijn de doorzetters toch in de minderheid. Iedere keer als ik moet werken tijdens de Ten Miles bedenk ik dat ik me misschien toch ook eens aan het joggen moet wagen. En ieder jaar is er een moment, al vrij snel erna, dat die drang weer wegebt. Daarom hier nog eens gelukwensen aan al die 39.000 mensen die het gisteren wél hebben gedaan. En toch heb ik gisteren mijn eigen moment de gloire beleefd, toen fotografe Kioni en ik door een misverstand tussen de organisatie en de politie voor de Waaslandtunnel werden tegengehouden. Terwijl de lopers allang richting kaaien gingen, stonden wij nog te wachten op toestemming om met de fiets de tunnel door te mogen. Uiteindelijk mocht het, onder begeleiding van twee motards. In een uitgestorven Waaslandtunnel fietsten wij op onze krakkemikkige stadsfietsen onder de Schelde door. Ik herhaal: een volledig verlaten Waaslandtunnel. Hoe geweldig is dat. Daar zal ik de komende jaren als ik op die plaats in de file sta, nog vaak aan moeten terugdenken.