Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wereldkampioen Jaouad Achab en toptalent Indra Craen vormen unieke Belgische mix
Hij, regerend wereldkampioen en nummer één op de wereldranglijst. Zij, olympisch vicekampioene bij de jeugd en veelvoudig Europees jeugdkampioene. “Als we tegen elkaar oefenen, houden we ons niet in. We mogen niet te lief zijn voor elkaar.” Hij, moslim met Marokkaanse roots. Zij, katholiek en oerBelgisch. Het taekwondokoppel Jaouad Achab (24) en Indra Craen (19), vanaf dit weekend aan de slag op het WK in ZuidKorea, over samen vechten, over Kerstmis en Suikerfeest, en – helaas – ook over de aanslagen die hun leven moeilijker hebben gemaakt.
“Ik vind die foto toch mooier. Die waar ik boven jou uitkom met mijn been”, zegt zij. “En ik vind die andere foto iets mooier, waar ik boven jou uitkom met mijn been”, zegt hij. Indra Craen en Jaouad Achab kibbelen, gespeeld boos, over welke foto het meest geschikt zou zijn bij hun verhaal en de ene wil zogezegd niet onderdoen voor de andere. Indra jent nog wat: “Die foto van mij is symbolischer. Ik kan je toch de baas, Jaouad.” Jaouad: “Soms heb ik inderdaad meer moeilijkheden in oefengevechten tegen Indra dan tegen jongens.” Ze lacht. Jaouad: “Ja, sommigen denken: Ach, het zijn maar vrouwen. Maar die vrouwen doen het wel echt goed, hé. Niet gemakkelijk, hoor.” Jaouad Achab is het kroonjuweel van het Belgische taekwondo: wereldkampioen, Europees kampioen, huidig nummer één van de wereld. Indra Craen is het aanstormend toptalent, Europees kampioene bij de kadetten, juniores en de -21-jarigen, zilver op de Olympische Jeugdspelen. In Rio 2016 mocht ze mee als sparringpartner van de olympische ploeg. Ze zat in de tribune toen haar Jaouad het gevecht om de olympische medailles op een haar na verloor. “Ik zat daar in de zaal en draaide helemaal wit weg. Ik kon niet veel doen. Dat was evenveel stressen voor mij als voor hem.” Toen waren ze al een koppel. Toen Jaouad in 2009 in België belandde – zijn papa, een langeafstandsbuschauffeur Tanger-Brussel-Tanger, wilde zijn geluk met zijn gezin in ons land beproeven – kwam hij na enkele omwegen aan in de Vlaamse topsportschool taekwondo in Wilrijk. Daar trainde ook Indra. Dezelfde sport, dezelfde school: dat schept een band. Of ze lang getwijfeld hebben om de stap te zetten? Jaouad: “Alles is het lot. Toen we voor het eerst samen trainden, hadden we nooit gedacht dat we een koppel zouden worden. Het is gewoon zo gegroeid, alles ging als vanzelf.” Mannen en vrouwen kampen in officiele tornooien apart in afzonderlijke gewichtsklassen, maar bij wijze van training vechten ze vaak tegen elkaar. Dus staan Jaouad en Indra af en toe tegen elkaar. Jaouad: “En dan blijft onze relatie thuis. Training is training, punt, we proberen dat niet te mengen. Als ik niet hard mag trappen omdat ik tegenover Indra sta, werkt dat niet.” Indra: “We mogen niet te lief zijn voor elkaar dan, we houden ons niet in.”
Jaouad: “Als we dan thuis zijn, praten we niet constant over taekwondo, dat is ongezond. Soms kijken we wel samen naar een paar wedstrijden om haar en mijn tegenstanders te analyseren. Of als we tijdens de training dingen zien die kunnen verbeteren, zeggen we dat ook tegen elkaar, maar kort. Soms word ik heel boos op training, als ik bijvoorbeeld vind dat ik iets niet goed heb gedaan. Als we daarover thuis praten, word ik soms boos op Indra, terwijl ik dat helemaal niet wil. Dat kan niet de bedoeling zijn.” Kerstmis en Suikerfeest Jaouad en Indra mixen Nederlands en Frans door elkaar. Indra: “Meer nog, we mengen Engels, Nederlands, Frans en Arabisch.” Redelijk uniek is het sowieso, een taekwondokoppel op het hoogste niveau. Hoe gemeenschappelijk hun sportieve interesse, zo verschillend hun achtergrond. Jaouad heeft Marokkaanse roots en is moslim, Indra is een oerBelgische. Koppel van het moderne België, quoi. Jaouad: “Dat is net de rijkdom, die veelheid aan culturen. Ik leer door Indra nog veel dingen over de Belgische cultuur, en Indra over mijn Marokkaanse achtergrond.” Indra: “Ik kan gerust zeggen dat dankzij Jaouad mijn kijk op de wereld is verruimd.” Over hun geloof hebben ze een duidelijke afspraak: ieder doet wat hij wil, beiden respecteren elkaar daarin. Indra: “Ieder belijdt de godsdienst die hij zelf wil, dat hebben we van in het begin afgesproken. Tijdens de ramadan zal ik niet bij Jaouad komen en hem uitdagen door overdag te eten.” Jaouad: “Ik doe mijn ramadan, doe mijn gebeden. Indra doet ook wat ze wil. Anders werkt het niet. Een voorbeeld: bij Indra’s familie drinken ze alcohol, bij mijn familie niet. Wel, het stoort mij helemaal niet dat er alcohol wordt gedronken bij Indra. Hetzelfde met de feesten. Ik kende bijvoorbeeld Kerstmis niet. Nu koop ik dus ook kerstcadeautjes en krijg ik er zelf ook. En Indra leert dan weer over bijvoorbeeld het Suikerfeest. Het is een mélange van culturen bij ons, ook al zijn onze families helemaal verschillend.”
Een Belgisch sprookje, dus? Niet altijd. De voortdurende aanslagen van de voorbije jaren hebben er het leven niet makkelijker op gemaakt, zegt Jaouad. “Ik voel dat ik anders word bekeken. Ook al vertegenwoordigen die gasten die de aanslagen plegen mijn geloof niet. Die terroristen schrijven hun daden toe aan de islam. Wel, dat is niet hoe ik en de meerderheid van de moslims de islam belijden. Zij hebben een ander beeld dan ik van de islam. Het jammere is dat ik daardoor kansen verlies.” “Ik voel echt dat na die aanslagen de kansen om sponsors binnen te halen verminderd zijn. Wie is Europees kampioen taekwondo Mourad Laachraoui? De broer van die kerel die de aanslagen pleegde op Zaventem, toch? En wie is het uithangbord van het Belgische taekwondo? Jaouad Achab, een Marokkaan met een baardje. Ziet hij er niet hetzelfde uit als die gast van Zaventem, blablabla. Neen he, die gaan we toch niet sponsoren? Zo wordt er soms gedacht, dat is enorm spijtig.” De toon versnelt. Even vastberaden als hij zich vastbijt in een taekwondogevecht legt Jaouad uit wat er op zijn lever ligt. “Wat kan ik meer doen om mij te integreren in België? Ik heb daar alles voor over. Ik heb de talen van België geleerd, heb hier gestudeerd. Ik beoefen mijn sport voor België, en als ik win, loop ik altijd met de Belgische vlag rond. Ik heb een Belgische vriendin. Ik probeer mijn medailles en titels te gebruiken, als een voorbeeld voor de jeugd met dezelfde achtergrond uit de zogeheten slechte wijken, om ze naar de sport te trekken. Ik post op mijn YouTube-kanaal filmpjes en deel die met hen, zodat ze ook zien: hij heeft hetzelfde gezicht als wij en is erin geslaagd zijn leven op de rails te zetten, waarom zou ik dat niet kunnen? Nog iets? Moet ik mijn naam veranderen of zo?” Indra: “Misschien moet je je naamswijziging aanvragen. Bernard of Nicolas of zo.” (lacht) Jaouad: “Wat kan ik inderdaad nog meer doen? Wel, misschien kan ik een olympische medaille behalen. Dat kan iets veranderen, denk ik echt, om het imago bij meer mensen te wijzigen. Het zal een lange weg naar Tokio worden. Mais bon.” Indra: “Voor die Olympische Spelen doen we het wel. Dat is onze gezamenlijke droom. Als je ons iets mag toewensen, zijn het twee gouden medailles.” Jaouad: “Olympische medailles, en een mooie toekomst voor ons.”