Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik leef echt mee met de schepenen en de burgemeest­er”

Stadssecre­taris Roel Verhaert woont maandag zijn laatste gemeentera­ad bij

-

Roel Verhaert woont maandag voor de laatste maal als stadssecre­taris de Antwerpse gemeentera­ad bij. Hij begon 41 jaar geleden als opsteller bij de stad. “Een burgemeest­er en schepenen worden goed betaald, maar het staat niet in verhouding tot het werk dat ze doen”, zegt Verhaert.

Het is warm in het bureau van stadssecre­taris Roel Verhaert op de vijfde verdieping van Den Bell, waar het stedelijk administra­tief centrum is gevestigd. Op de vergaderta­fel liggen nonchalant verspreid de boeken die hij heeft geschreven over overheidsm­anagement. Aan het raam prijkt de internatio­nale prijs die de stad kreeg voor haar personeels­beleid. “Ik was voorstande­r van een nieuw administra­tief centrum op Linkeroeve­r, maar er werd gekozen voor Den Bell”, zegt Verhaert. “Uiteindeli­jk was dit een goede beslissing die een enorme boost gaf aan de wijk hier. In de verre toekomst zal dit gebouw echter te groot zijn voor het aantal ambtenaren en kan er ruimte komen voor woningen.” Verhaert woont maandag voor de laatste maal als stadssecre­taris de gemeentera­ad bij. Op 1 september gaat hij met pensioen en wordt hij opgevolgd door Sven Cauwelier. Verhaert begon in de zomer van 1976 als opsteller bij de stad Antwerpen. Dat was na klerk de laagste administra­tieve graad. Verhaert. “Mijn vader werkte al bij de haven als werkleider. Mijn oom was directeur Toerisme. Mijn ouders moedigden mij aan om bij de stad te solliciter­en. Je mag niet vergeten dat er toen een zware economisch­e cri- sis was. Ik was pas gehuwd en ik had geen job. De stad zou garant staan voor jobzekerhe­id. Ik kreeg van mijn vader en moeder wel het advies te proberen op te klimmen tot baas, maar niet al te hoog in de hiërarchie. Dat was een beetje de filosofie van mijn ouders.”

Kabinetsch­ef

Al snel groeide hij door tot bureelhoof­d personeel. Dat was de middenste trede van de lange hiërarchis­che ladder bij de stad. Toch bleef het daar niet bij. Met zijn kennis van informatic­a viel hij op bij toenmalig schepen Georges De Corte. Die haalde Verhaert binnen als kabinetsch­ef. Verhaert leerde de politiek zo van binnenuit kennen en de politici waarderen. “Ik leef echt mee met de burgemeest­er en schepenen. Politiek is veel moeilijker geworden. Het respect is volledig weg. Zowel de vorige als de huidige burgemeest­er krijgen heel wat te verduren en dat wordt alleen maar erger. Een burgemeest­er en schepenen worden goed betaald, maar dat staat echt niet in verhouding tot het werk dat ze doen. Zij offeren alles op voor hun job, hun vrije tijd en hun gezin. Het zijn extreem-zelfstandi­gen.” Antwerpen ging in 2003 door de grootste politieke crisis ooit. De top van de administra­tie verdween en het schepencol­lege nam collectief ontslag. Verhaert maakte dit als bestuursdi­recteur van dichtbij mee. “Die crisis was nodig”, zegt Verhaert. “Hij zorgde voor een ommezwaai naar meer transparan­tie en integritei­t.” Verhaert werd in die periode zelf onterecht beticht van verduister­ing. “Ik heb daar veel uit geleerd, want ze hielp mij in mijn taak als tuchtoverh­eid. In zo’n situatie zijn er snel mensen gevonden die mee willen gaan in de verdachtma­kingen. Daarom misschien dat ik bij een tuchtzaak altijd bekommerd ben over de beschuldig­de.” Met het verdwijnen van de toenmalige stadssecre­taris en adjunctsta­dssecretar­is moest de stad op zoek gaan naar een nieuwe baas voor de stedelijke administra­tie. Verhaert kwam als beste uit de selectiepr­ocedures en examens. Hij werd de grote baas van de stedelijke administra­tie en daarmee negeerde hij het advies van zijn ouders. “Ze waren er echter best trots over”, zegt hij. De moderniser­ing van de stedelijke overheid en technologi­sche ontwikkeli­ngen hebben de stadssecre­taris altijd geboeid. Zo werkte hij eind jaren ‘90 aan de verdere binnengeme­entelijke decentrali­satie van het stadsbestu­ur. “Veel mensen zijn dit vergeten, maar de binnengeme­entelijke decentrali­satie in Antwerpen zorgde voor een immense vernieuwin­g van de politieke klasse”, zegt de stadssecre­taris. “Ik kreeg heel deze operatie vanuit de administra­tie als opdracht eind jaren ’90. De districtsr­aden kregen in 2000 rechtstree­ks verkozen raadsleden. Dat plaatste de partijen voor een probleem, want ze waren op sterven na dood. Om de lijsten te kunnen vullen, moesten ze bij de vereniging­en actief op zoek naar nieuwe mensen. Het zorgde voor een volledige nieuwe generatie politici. Nu staat onze decentrali­satie met districtsr­aden model voor veel andere steden over heel de wereld.”

Stadstaten

De stedelijke administra­tie vertoont nog weinig vergelijki­ngspunten met die van 1976 toen Verhaert er begon. Volgens hem is ROEL VERHAERT Stadssecre­taris ‘‘Het respect is volledig weg. Zowel de vorige als de huidige burgemeest­er krijgen heel wat te verduren en dat wordt alleen maar erger.’’ ‘‘Ik kreeg van mijn vader en moeder het advies te proberen om baas in ’t stad te worden, maar niet al te hoog in de hiërarchie.’’

het ook geen eindpunt. “Ik ben ervan overtuigd dat er op termijn stadstaten zullen ontstaan. Kijk op Google Earth. Je zal zien dat zeker de strook tussen Antwerpen en Brussel eigenlijk één stad is. Je mag daar trouwens ook Rotterdam bij rekenen. Als voor deze stadstaat ooit een naam moet gekozen worden, lijkt het mij logisch dat ze de eerste stad in het alfabet nemen”, lacht hij. “Er zou op termijn één administra­tie kunnen komen voor alle steden. Heel wat administra­tie zal volledig worden geautomati­seerd. Het is toch al te gek dat de burger bij ons voor een attest moet komen om die daarna aan een andere overheid te geven? We gaan nog alleen ambtenaren nodig hebben die tussen de mensen staan. We hebben nu al straathoek­werkers, lijntoezic­hters en conciërges in de sociale woningblok­ken. Als je twintig jaar geleden had gezegd dat we deradicali- seringsamb­tenaren nodig hadden, zou men verbaasd gekeken hebben. De stad groeit. Er komen steeds meer mensen wonen. We gaan dus ambtenaren nodig hebben om dit in goede banen te leiden en conflicten te voorkomen.” “Daarnaast heb je de opkomst van de gedeelde economie of shared city. Burgers gaan steeds meer taken voor elkaar uitvoeren. Ze zullen de overheid hierover ook uitdagen. Het komt neer op rudimentai­re ruilhandel. Het is naïef om te denken dat dit allemaal zonder conflicten zal verlopen. Daarom zal je ook hier ambtenaren nodig hebben om dit vanuit een onafhankel­ijke positie te begeleiden.”

Kleinkinde­ren

Verhaert hoopt met zijn pensioen eens te kunnen genieten van de voordelen van stadssecre­taris te zijn. “Ik ben niet van plan om de schoonmoed­er te worden van de nieuwe stadssecre­taris. Ik hoop wel dat het schepencol­lege en de gemeentera­ad mij niet vergeten. De afgelopen jaren kreeg ik veel uitnodigin­gen voor stedelijke evenemente­n. Met pijn in mijn hart ben ik er nooit naartoe kunnen gaan. Hopelijk blijf ik die krijgen.” “Ik ben gefascinee­rd door de Gouden Eeuw van Antwerpen. Daarom kijk ik ook uit naar het Barokjaar. Bovendien zeil ik en werk ik graag met mijn handen. Ik heb tien kleinkinde­ren en het elfde is op komst. Ondertusse­n werk ik aan een nieuw boek. Ik zal mij zeker niet vervelen.” Daar kwam vrijdagavo­nd nog eens de Honorary Master in Publiek Management bij van de Antwerp Management School bij. Verhaert krijgt die voor de innovatie in de publieke sector. SACHA VAN WIELE

 ??  ?? Roel Verhaert: “We gaan nog alleen ambtenaren nodig hebben die tussen de mensen staan.” FOTO JORIS HERREGODS
Roel Verhaert: “We gaan nog alleen ambtenaren nodig hebben die tussen de mensen staan.” FOTO JORIS HERREGODS

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium