Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De wonderlijke terugkeer van Rubens
In de Antwerpse Carolus Borromeuskerk hangt voor het eerst sinds bijna 250 jaar weer een Rubens. De Terugkeer van de Heilige
Familie werd gisteren ingehuldigd. Dat het schilderij terugkeert naar de plek waarvoor het in 1620 werd gemaakt, is een half wonder.
“Magnifiek.” “Een meer dan geslaagde restauratie.” “Er zat veel meer onder dan we hadden durven vermoeden.” “Een toeristische aanwinst voor Antwerpen.” De vele prominenten en Rubensspecialisten die vrijdag de inhuldiging bijwoonden, waren vol lof voor de realisatie van de kerkfabriek van Carolus Borromeus en het werk van restauratrice Karen Bonne. Dat de Antwerpse jezuïetenkerk een van haar 43 oorspronkelijke Rubensen kon recupereren, is te danken aan een gelukkig samenspel van omstandigheden. Het wonder begon op 7 november 2011. Toen tipte Claire Baisier, directeur van het Museum Mayer van den Bergh, de kerkraad dat De Terugkeer van de Heilige Familie een week later bij het Keulse veilinghuis Lempertz onder de hamer kwam. Het werk van Rubens werd rond 1620 door burgemeester Rockox voor de Sint-Jozefskapel van de Carolus Borromeuskerk besteld. Daar hing het tot 1773, toen de verbannen jezuïeten de inboedel van hun kerk moesten verkopen. Die had al zwaar te lijden gehad van een brand in 1718, die 39 plafondschilderijen van Rubens vernietigd had. De twee hoofdaltaren en een Mariatafereel van Ru- bens verhuisden naar het Oostenrijkse Hof en behoren tot vandaag tot de topstukken van het Kunsthistorisches Museum van Wenen. De Terugkeer van de Heilige Familie werd in 1773 eveneens verkocht, maar verdween uit beeld tot 1870, toen het jonge Metropolitan Museum in New York het aanschafte. Het museum zette het toen al zwaar beschadigde paneel om op doek. Honderd jaar later, nadat het Metropolitan een ijzer- sterke collectie had uitgebouwd, deed het De terugkeer van de Heilige familie van de hand als een mindere Rubens. Afgekrabd roet Zo belandde het op veiling en kon de kerkraad het kopen via een legaat. Er was geluk mee gemoeid, want het ‘bescheiden’ bedrag bleek net toereikend, nadat twee hogere biedingen zich hadden teruggetrokken. De cruciale vraag was echter: hoeveel Rubens zat er nog in het aangekochte kunstwerk na al die lange en duistere omzwervingen? Toen het schilderij eind 2011 in het Brusselse KIK arriveerde voor restauratieonderzoek, bleek dat tachtig percent van de verflagen niet origineel was. “Het roet na de brand in 1718 was er ruw afgekrabd en overschilderd”, gelooft restauratrice Karen Bonne. “En ook de ingrepen in het Metropolitan lieten sporen na. Maar wat overbleef, was verrassend sterk.
KAREN BONNE Restauratrice ‘‘Hoe dieper we groeven, hoe sterker de compositie werd.’’
Daar geloofden onze specialisten van meet af aan in. Als Rockox iets bestelde, vroeg hij topwerk. De compositie van Rubens werd ook al snel gekopieerd. Iets wat niet goed is, wordt toch niet overgenomen?” Bonne begon in 2014 aan de restauratie en voltooide ze vorige week. “Al snel kwam de bevestiging van de kwaliteit. Tijdens het proces heb ik nooit meer getwijfeld. Hoe dieper ik groef, hoe sterker het werd. Het meest authentiek zijn de Mariafiguur en God de Vader bovenaan. Die zijn eigenhandig Rubens. Het beschadigde Christuskind hebben we niet geretoucheerd, want we wilden eerlijk blijven. Zo komt de echte kwaliteit nog sterker naar voren. Wat je nu ziet, is een aangrijpende compositie, niet de schade.” In Carolus Borromeus zijn ze in de zevende hemel met hun aanwinst. “We passen zo snel mogelijk de reisgidsen aan, en er komen postkaarten. Deze terugkeer is een straf verhaal dat toeristen zullen waarderen”, denkt collectiebeheerder Tyr Baudouin. De kerk trekt jaarlijks net geen 300.000 bezoekers, het beste cijfer na de kathedraal. FRANK HEIRMAN