Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De Franse Elvis
Johnny Hallyday 19432017
Belgische fans zien hem graag als een van ons, maar dat was hij niet echt en zo heeft hij zich ook nooit gevoeld. Zijn vader Leon Smet, een alcoholverslaafde landloper, was een Belg, tot daar aan toe. Maar de kleine Jean-Philippe werd in juni 1943 in Parijs geboren uit een Franse moeder en hij zat nog in de pampers toen zijn vader het aftrapte. Waarna zijn tante Hélène Mar hem opvoedde.
Zodra hij eind jaren 50 begon te zingen, ruilde hij zijn naam voor Johnny Hallyday, een kitscherig Amerikaans pseudoniem dat hij ontleende aan Lee Hallyday, het toenmalige lief van een nicht van hem. Waarna hij er alles aan deed om als de Franse Elvis Presley – compleet met leren jekker, bakkebaarden, vetkuif en obscene moves – geschiedenis te schrijven.
50 keer in Vorst
Hallyday speelde aanvankelijk nog “yé-yé-muziek”, zoals de Fransen zijn Amerikaanse covers noemden. Met gevoelige ballades en poppy hits zoals Pour moi la vie
va commencer, Que je t’aime en Tes tendres années werd hij in de jaren 60 ook in de lage landen razend populair, maar vanaf de seventies werd hij een louter Frans rockfenomeen, dat wel nog regelmatig in ons land optrad – vijftig keer in Vorst Nationaal – voor een schare onvoorwaardelijke fans.
Als hij sindsdien nog eens de Belgische krantenkoppen haalde, was het vooral met zijn turbulente liefdes-, drank- en drugsleven. In 2005 werd hij nog even hot toen hij een naturalisatie tot Belg aanvroeg, maar dat had alles met de Franse belastingen te maken en niets met zijn Belgische roots. Omdat de aanvraag aansleepte, verhuisde hij eerst naar Zwitserland, maar hij keerde na de overwinning van Nicolas Sarkozy naar Frankrijk terug. Omdat de nieuwe president hem lagere belastingen beloofd had.
Ondanks een carrière van 50 jaar met meer dan 100 miljoen verkochte platen en 181 tournees was hij niet geliefd bij al zijn landgenoten: 58% lustte hem niet wegens zijn blingbling-imago, zijn uitspattingen en zijn weinig voorbeeldige privéleven. En als acteur in meer dan 30 films vond 68% van de ondervraagden hem totaal ongeloofwaardig en een complete ramp.
De echte fans van Hallyday gaven de criticasters het jaar daarop lik op stuk: toen zijn 49ste album in oktober 2014 uitkwam, ging het in de eerste week 131.849 keer over de toonbank en werd het daarmee de best verkopende plaat van het jaar.
Sylvie en alle andere vrouwen
Een droomkoppel was het, Johnny Hallyday en de Bulgaars-Franse zangers Sylvie Vartan. Een showbizzkoppel dat vijftien jaar lang – van 1965 tot 1980 – de boulevardbladen vulde. Miljoenen tienerharten braken toen ze elkaar het jawoord gaven. Het was een wonder – en vooral dankzij hun zoontje – dat het huwelijk zolang standhield, want het is nooit een kabbelend beekje geweest. Tijdens dronken ruzies over de vele scheve schaatsen van Hallyday vloog het huisraad kwistig in het rond, en ook al eens tegen het gezicht van mooie Sylvie.
Hallyday, die in 1960 nog hele-
maal van zijn melk was toen Edith Piaf tijdens een feestje in de Parijse Olympia haar handen op zijn zeventienjarige billen legde, is daarna nog vier keer gehuwd. Met Elisabeth ‘Babeth’ Etienne hield hij het twee maanden uit en aan de twee jaar met actrice Nathalie Baye hield hij dochter Laura Smet over. Helemaal ingewikkeld werd het met Adeline Blondieu. Het stel trouwde in 1990, scheidde in 1992, hertrouwde in 1994 en ging definitief uiteen in 1995. Twintig jaar later deed Blondieu haar ex een proces aan omdat hij in zijn biografie beweerde dat Adeline als 15-jarige bij hem in bed kroop, toen hij bij haar ouders logeerde. “Ze heeft me in de val gelokt. Ik had haar beter een pets verkocht en terug naar haar kamer gestuurd”, schreef Hallyday. Volgens Adeline verliep dat enigszins anders. “Telkens als hij dronken was, kwam hij naar mijn kamer”, vertelde ze de rechter. Die wees haar klacht af omdat hij niet wist wie hij moest geloven.
Een jaar na de scheiding van Blondieu beloofde Hallyday eeuwige trouw aan de dertig jaar jongere Laeticia Boudou, met wie hij twee Vietnamese meisjes adopteerde. Zij was het die gistermorgen de dood van Hallyday bekendmaakte. “Ik schrijf deze woorden zonder het te geloven. En toch is het waar: mijn man is niet meer”, schreef ze.
Flirten met de dood
Snelle wagens, vechtpartijen, veel vrouwen, wilde feestjes, kilo’s cocaïne en sloten alcohol: je moet geen doktersdiploma hebben om te weten dat zoiets zich vroeg of laat wreekt. Hallyday besefte dat ook, maar de verleiding was te groot.
Hoe vaker hij vanaf 2007 op de sukkeltoer ging, hoe harder hij zich aan het leven vastklampte. Datzelfde jaar kondigde hij zijn afscheid aan, maar omdat hij zonder podium nog zieker werd, kwam hij daar al vlug op terug. In 2009 moest hij echter zijn tournee Route 66 afzeggen met een hernia en hetzelfde jaar werd ook darmkanker vastgesteld.
De kanker overwon hij nog vlot, maar na een rugoperatie in Los Angeles liep het mis. Vier maanden later moest hij met helse rugpijnen tot tweemaal toe in een kunstmatige coma gebracht worden, maar toen hij weer wakker werd, kon er een grap af. “Ik vond sterven maar niets. Daarom ben ik teruggekeerd”, zei hij.
De longkanker die begin dit jaar vastgesteld werd, heeft hem uiteindelijk geveld. Al hield hij tot zijn laatste dagen de schijn op. “Ik vecht, ik verzorg mij en ik zal eruit komen”, zei Hallyday in juni nog aan de vooravond van een concert in Brussel met die andere Franse muziekiconen Jacques Dutronc en Eddy Mitchell. Hij wist waarschijnlijk wel beter.
Johnny Hallyday (74), de eerste Franse rocker van wie de muziek géén pijn deed aan de oren, heeft na een leven in zesde versnelling het loodje gelegd. “Ik leef te graag om al te sterven”, zei hij begin dit jaar nog, maar tussen willen en kunnen stond een dodelijke longkanker. Podiumbeest, vrouwenzot, kettingroker, cocaïnesnuiver en zuipschuit Hallyday plande volgend jaar nog een tournee, maar hij zal het podium nooit meer betreden.