Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Van der Poel is in alles beter dan Nys”
Manager Jurgen Mettepenningen ziet lijdzaam toe hoe ploeg amper in beeld komt
Als twee veelvraten de weide helemaal leeg grazen, rest er voor de rest van de kudde alleen verdord gras. Ziedaar het lot van MarluxNapoleon Games in het veldrijden. Terwijl Van der Poel en Van Aert met alle glorie en aandacht gaan lopen, moet de ploeg van manager Jurgen Mettepenningen het na drie maanden cross stellen met drie luttele podiumplaatsen. Nijpt de suprematie van de Grote Twee de sport dood? “Dat is te sterk uitgedrukt. Maar ze maken het me wel moeilijk.”
Hij heeft al vrolijker tijden gekend.
b Jurgen Mettepenningen windt er geen doekjes om. Ruim tien jaar lang al leidt hij zijn eigen veldritploeg. Hij zag Klaas Vantornout in zijn ploegtruitje twee keer Belgisch kampioen worden. Hij kwam in het verleden soms handen te kort om de zeges en ereplaatsen van zijn poulain Kevin Pauwels te tellen. Maar dat was toen…
Enig idee hoeveel ere
b plaatsen je ploeg dit seizoen al geboekt heeft?
(f lauwe glimlach) “Drie. Toch als we over de crossen spreken die op tv worden uitgezonden. Dat zijn per slot van rekening de wedstrijden waarvoor we het doen. Die leveren de sponsors rendement op. Om precies te zijn: twee keer een derde plaats, één keer een tweede plaats. Eeklo, Hamme en Meulebeke.”
En hoeveel zeges?
b
“Mag ik een beetje foefelen? Dan hou ik het bij één heel mooie zege. De Europese titel van Iserbyt bij de beloften. In moeilijke tijden voor onze ploeg ben ik daar best trots op. Maar ik vrees dat je daar niet op doelt. De meeste aandacht gaat nu eenmaal naar de profs. En daar is het in de tv-crossen jammer genoeg… nul.” Voor een manager die erom
b bekend staat heel veel belang te hechten aan elk spatje publiciteit, is dat geen prettige gedachte.
“Blij word je daar niet van. Het zal nog moeten blijken hoe zwaar dit publicitair weegt.
Elke
vierkante centimeter in de krant, elke seconde op tv: ik krijg daar precieze cijfers van. Zelfs hóé we op tv komen: een plaats links in de hoek is minder waard dan centraal in beeld. Net als de naamsvermelding in de krant. Staat er in deze zin Marlux, dan telt dat. Maar staat er Marlux-Napoleon Games, dan telt dat extra.”
Bij deze. Graag gedaan.
b
“Ik doe dat vooral voor mezelf. Vorig jaar stonden we als ploeg 26 keer op het podium en haalden we heel veel publiciteit. Als ik dan de cijfers op het einde van het seizoen zie, weet ik wat we publicitair waard zijn en ben ik weer gerustgesteld: dat is nog altijd een veelvoud van wat de sponsors effectief bijdragen. Voor een sponsor die zijn product naamsbekendheid wil geven, is veldrijden nog altijd
de beste manier.”
Ook dit seizoen nog, als je geen Van der Poel of
b Van Aert in je ploeg hebt?
“Het zal allemaal wat minder zijn. Maar laten we ook niet panikeren alstublieft. Het seizoen is amper halfweg. We hebben nog drie maanden om alles recht
te zetten.”
Drie luttele podiumplaatsen, on
b danks de aanwezigheid van ronkende namen als Kevin Pauwels en gewezen beloftewereldkampioen Michael Vanthourenhout. Dat
heet ondermaats.
“Vraag is hoe dat komt. Mochten het nu één of twee renners zijn die minder presteerden, dan konden we individueel naar oorzaken beginnen te zoeken. Maar de eerste maanden stonden we er niet als blok. Dan moet je dieper gaan graven en gaan kijken naar wat er vóór september is gebeurd. Eén van de conclusies: in de zo-
mer was er te weinig discipline, de jongens zijn veel te veel met rust gelaten. Onder meer daarom heb ik als manager ingegrepen en hebben we geswitcht in de ploegleiding, van Danny De Bie naar Gianni Meersman. Die laatste legt er wel de pees op, vraagt wel die discipline en is professioneler gaan werken. Alleen: hij heeft tijd nodig.”
Hoe kwaad wordt een manager als zijn ploeg er zo
b weinig van bakt?
“Na Zonhoven heb ik alle renners bij mekaar geroepen. Dan heb ik ze duidelijk gemaakt dat het echt niet goed was. Uiteindelijk moet ik ook verantwoording afleggen aan mijn sponsors. Maar nogmaals: paniek helpt ook niet. Ik mag roepen wat ik wil, zij moeten het op zondag doen.” Is de hoofdreden niet
b veel eenvoudiger: de dominantie van Van der Poel en in mindere mate Van Aert? Zij zijn zo goed dat ze voor de rest zelfs geen
krui
mels overlaten.
“Dat ook, uiteraard. Staan ze allebei aan de start, dan schiet er doorgaans al maar één podiumplaats meer over. En voor die ene plaats staan er vijf, zes jongens te wringen. Dan wordt het moeilijk. Plus: het tempo is zo moordend. Als je ziet hoe Van der Poel er in de eerste ronde tegenaan gaat… Af en toe probeert er toch iemand met hem mee te gaan, maar die zie je vervolgens zo diep wegzakken dat hij vaak niet eens meer op het podium staat.”
“Tja. Ik ga al even mee. Ik heb de hoogconjunctuur van Nys meegemaakt. Wel, Van der Poel overtreft hem op alle vlak. Die is zó compleet. Was Van der Poel tien jaar vroeger geboren, jullie zouden veel minder over Nys geschreven hebben.”
Een paar jaar geleden zag het er nog naar uit dat,
b eenmaal Nys gestopt, de generatiePauwels de trom zou roeren.
(knikt) “Kevin won in 2011-2012 tien crossen en was nog geen 28. Ik dacht toen ook: Als Nys er mee ophoudt, gaat hij misschien twee, drie jaar kunnen domineren. Dat is een misrekening geweest. Nys was nog niet gestopt en Van Aert en Van der Poel stonden er al. Niemand had gedacht dat ze zo snel alles en iedereen zouden wegvegen.”
Nog nooit gevloekt waar
b om geen van beide toppers momenteel niet voor MarluxNapoleon Games rijdt?
“In het geval van Van Aert wel. Toen hij nog bij de beloften van Telenet-Fidea reed, heeft Mario Declercq (ploegleider van Marlux-Napoleon Games, red.) een keer met hem gebeld. Maar Van Aert zei dat hij perfect gelukkig was bij zijn ploeg en dat er van een vertrek geen sprake was. Tot hij minder dan een jaar later plots een contract bij Vastgoedservice tekende. Een ploeg die pas was opgericht. Dan denk ik dat wij meer te bieden hadden. Dat blijf ik een gemiste kans vinden. Jammer.”
“Maar wat moesten wij doen? Je kan moeilijk om de paar weken met een renner bellen. Maar om op je vraag te antwoorden: kijk, ik ben perfect gelukkig met de renners die ik heb. Vanthourenhout, Pauwels, Iserbyt: ik blijf er volop in geloven. Maar welke manager zou vandaag niet graag werken met Van der Poel of Van Aert?”
Kijk je nu vol verwachting uit naar het moment
b waarop ze allebei de stap naar de weg zetten? In de hoop dat er dan weer ruimte komt voor andere renners om wat vaker te winnen?
(aarzelt) “Ik jaag niemand weg. Maar het is gewoon een feit dat er opnieuw meer spanning zal zijn als de huidige suprematie zou verdwijnen. Dan ga je weer meer renners hebben die kunnen winnen en gaat iedereen weer zijn graantje kunnen meepikken.
Dat zal ook de sport ten goede komen. De gouden tijden van vier, vijf jaar geleden kunnen terugkeren, zeker weten. Maar niet zoals de situatie vandaag is. Je kan er niet om heen dat de supportersaantallen lijden onder de suprematie van Van der Poel.”
Die suprematie nijpt de sport
b dood?
“Dat is fel overdreven. Maar dat ze het mij en andere ploegen moeilijk maakt, is zeker. Praat vandaag maar eens met een sponsor. Eén
van de eerste vragen is: Rijdt Van Aert of Van der Poel in je ploeg? Iedereen wil nu eenmaal winnaars. Dat zit er voorlopig niet
in voor ons. Dat is ambetant.”
WIM VOS