Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ananas
Oy, Patje!! Ananas in ’t Engels, hoe zegde da? Is da Áánanas, of Anáánas?” De vrouw moet tegen de zestig zijn. Ze staat vooraan in de Carrefour op Linkeroever, ziet er voor dit relatief vroege uur al behoorlijk ‘vrolijk’ uit en knipoogt naar de andere mensen die staan aan te schuiven om duidelijk te maken dat ze haar vriend in de maling wil nemen.
Patje staat helemaal achteraan de rij, quasi aan de andere kant van de winkel dus. Zijn regenjas is op de rug gerepareerd met duct tape.
“Grapefruit!”, brult hij met een dubbele tong terug naar zijn vriendin.
“Maar neeje zotteke, ’t is pineapple! Hahaha! Da’s een moppeke van vroeger”, verduidelijkt ze nogmaals tegenover de andere mensen in de supermarkt.
In en rond deze superette op de Blancefloerlaan valt op zondagvoormiddag altijd wel wat te beleven, zo lijkt het. Het is mijn vaste stop voor pistolets en beleg wanneer ik op zondag moet werken. Voor veel mensen lijkt het vooral de vaste stop voor de alcohol die een zondag behoeft.
Een paar weken geleden moest ik ook op zondag werken, dus ging ik weer om pistolets. Voor de ingang stond een dame van in de vijftig in een joggingbroek, met in haar linkerhand een sigaret en over haar rechterarm een piepkleine keffer met een veel te lange pels. Ze zette haar hondje liefdevol op de grond, ik glimlachte groetend naar haar, zij haalde doodleuk een fles Johnny Walker uit haar boodschappentas om er drie flinke teugen van te nemen. Het was elf uur ’s morgens.
Na mijn inkopen reed ik verder naar de redactie, om onderweg bijna te botsen met een kereltje van een jaar of twaalf dat spookrijdend op een knalgroene elektrische deelscooter over de Blancefloerlaan scheurde. Toch een beetje uit mijn lood geslagen besliste ik het jongetje te volgen, in de hoop hem te kunnen doen inzien dat het op zijn leeftijd nog niet aangewezen was om zich al in het verkeer te wagen. Maar toen ik toeterde en vroeg wat hij van plan was, keek hij me aan alsof ik de domste vraag ooit had gesteld. Hij gaf gas en reed door.
Recht naar zijn moeder, zo zou niet veel later blijken. Die las hem zo hard de levieten dat ze het tot op de rechteroever moeten hebben gehoord. “Ik draai mijn rug om de boodschappen naar binnen te brengen en gij gaat er met mijn scooter vandoor! Vinde gij dat nu normaal?!”, brulde ze. De kleine stond er met een pruillip bij.
Het leven zoals het is: Linkeroever op zondag. Zou daar geen goede televisiereeks in zitten?