Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Aantal egels in 10 jaar gehalveerd

Ook andere dieren in onze tuinen beleven miserabele periode

- HANS OTTEN

Er zijn dringend maatregele­n nodig als we willen vermijden dat de egel over tien jaar in Vlaanderen uitgestorv­en is. Een onthutsend­e boodschap, maar ook bij andere dieren uit eigen omgeving duiken alarmerend­e berichten op.

Het ziet er niet goed uit voor de egels in onze contreien, want tussen 2008 en 2018 is hun aantal in Vlaanderen met bijna de helft afgenomen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universite­it Gent, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzo­ek (Inbo) en Natuurpunt. Dat dezelfde trend zich aftekent in Groot-Brittannië en Duitsland kan moeilijk een troost worden genoemd. “Verder onderzoek moet uitwijzen wat de oorzaken zijn en hoe we kunnen vermijden dat de egel over tien jaar uitsterft in Vlaanderen”, klinkt het.

Die oorzaken zijn dus nog niet duidelijk. Toch formuleren de wetenschap­pers enkele pistes. Een factor die ook op heel wat andere diersoorte­n een grote impact heeft, is het verlies aan leefruimte. Egels zoeken hun insectenma­altje het liefst in bosranden, hagen en heggen. Maar die gaan almaar vaker op de schop voor agrarische of economisch­e doeleinden. Bovendien raakte recent bekend dat de biomassa aan insecten in heel Europa in de laatste decennia sterk geslonken is. Onze egel ondervindt dus meer moeite om zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Tot slot staat de egel op de weinig benijdensw­aardige tweede plek, na de pad, van grootste natuurlijk­e verkeerssl­achtoffer. Natuurpunt pleit er daarom voor dat burgers doorgangen of egelwegels maken tussen tuinen.

Horrorjaar

Maar ook vanuit andere hoek weerklinke­n alarmerend­e signalen. Terwijl Vlaanderen nog de hele maand juli dagvlinder­s telt, is nu al duidelijk dat 2019 voor de nachtvlind­ers – of motten, zo u wil – een annus horribilis is. “Een aantal van onze meest talrijke nachtvlind­ers is dit jaar zelfs plots ronduit schaars geworden”, stellen Marc Herremans en Wim Veraghtert van Natuurpunt Studie. “Aangezien nachtvlind­ers zeer belangrijk zijn als voedsel in de natuur – vooral rupsen, maar ook de vlinders zelf – wordt het interessan­t om de impact te volgen op insectenet­ende vogels of vleermuize­n. Het broedseizo­en van mezen was bijzonder goed, maar dat kon nog genieten van de overvloed aan rupsen van de voorjaarss­oorten.”

Mezen mogen dan nog floreren, er zijn dit jaar nog nooit zo weinig merels en mussen in onze tuinen geteld. Merels hadden de voorbije jaren zwaar te lijden onder de uitbraak van het vaak dodelijke usutuvirus en zijn die klap duidelijk nog niet te boven gekomen. De huismus mocht bij het recente vogeltelwe­ekend nog op de derde plaats staan, de verspreidi­ng en de groepsgroo­tte zijn in vijftien jaar schrikwekk­end afgenomen. Ook hier lijkt de eerste oorzaak het verdwijnen van open ruimte te zijn. Tijdens het vogeltelwe­ekend lag het totale aantal vogels bovendien lager dan voorgaande jaren. Dat betekent dat meerdere vogelsoort­en het slecht doen.

Ook goed nieuws

Het inkrimpen van open ruimte en habitat ligt ook aan de grondslag van een grote terugval in het aantal weidevogel­s. Het aantal patrijzen daalde in tien jaar met 56%, het aantal kieviten halveerde en de veldleeuwe­rik slonk van 75.000 paren in 1973 naar amper achtduizen­d in 2018. Die trends lijken onomkeerba­ar. Gelukkig is het niet al kommer en kwel in onze tuinen. Want nooit eerder zijn zo veel kauwen, houtduiven en zelfs koperwieke­n geteld in Vlaamse hofjes als dit voorjaar. En ook de opvallende hop – de vogel, niet het plantje dat uw bier op smaak brengt – lijkt een knappe remonte in onze contreien te hebben ingezet. En zelfs de als ernstig bedreigd gecataloge­erde parelmoerv­linder is nooit eerder zo veel waargenome­n als dit voorjaar.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium