Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“‘Madame Bovary’ van Flaubert, da’s toch gewoon ‘Thuis’?”
Wat jongeren kunnen leren van dode schrijvers volgens voormalig modeblogster Ibe Rossel (22)
“Dit boek is ook een ode aan mijn vrienden. Zonder hen zou het niet geschreven kunnen zijn.”
Op haar 12de zat ze op de eerste rij bij Paul Smith, tijdens de London Fashion Week. Op haar 22ste wil ze bewijzen dat haar leeftijdgenoten niet zoveel verschillen van de personages uit oude literatuurklassiekers. Maak (opnieuw) kennis met Ibe Rossel. “Bij Pride and Prejudice uit 1813 denk ik: dat is wat mijn vriendin afgelopen weekend heeft uitgespookt.”
Dat we blij zijn dat we mogen langskomen, zeggen we haar. Tien jaar geleden weigerde de piepjonge modeblogster Ibe Rossel namelijk doodleuk kranteninterviews. “Dat bleek een heftig incident”, zegt de Oost-vlaamse nu. En ze wil zeker nog rechtzetten dat het niks met arrogantie te maken had. “Ik was jong en ik wilde zo dicht mogelijk bij mezelf blijven. Ik vond dat er beter artikels over Syrië geschreven werden dan over een 12jarig meisje dat met acht rokken over elkaar naar school ging.” ‘Mademoiselle Rossele’, zo heette de blog die haar als 12-jarige naar de London Fashion Week katapulteerde. Wat is er gebeurd met de fashionista van toen? “Mode was toen de insteek, maar ik schreef even goed over films en boeken. Ik heb nog getwijfeld of ik niet verder wilde in de modejournalistiek, maar op den duur ben ik toch mijn interesse wat verloren. Toen ik besefte dat de enige constante mijn liefde voor lezen en schrijven was geweest, heb ik beslist om Engelse literatuur te gaan studeren in Amsterdam. Daar ben ik vorig jaar afgestudeerd, en daar is ook het idee ontstaan voor mijn boek.” In Shakespeare kent me beter dan mijn lief beschrijft Rossel haar liefde voor het werk van Engelstalige auteurs als Jane Austen, George Eliot, Shakespeare en J.D. Salinger, door hun boeken te linken aan wat ze ziet in het leven van haar vrienden en vriendinnen, aan Tinder, TLC, Thuis en Temptation Island.
Luchtige levenslessen van dode auteurs: hoe kwam je op het idee?
Het is begonnen op een feestje waar ik met iemand in gesprek raakte over Shakespeare. Ik vertelde hoe hij ons veel kan leren over gender en ras, en hoe non-binariteit en crossdressing al in zijn werk opduiken. Wat ik niet besefte, was dat die iemand de Lamberigts van uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts was. Een tijd later kreeg ik de vraag of ik een boek wilde schrijven over de relevantie van Shakespeare anno 2021. Ik dacht: wat kan ik daar nu als fangirl over schrijven, terwijl er al zoveel onderzoek naar is gedaan? Ik had toen ook een discussie met een vriend van mij, een burgerlijk ingenieur in spe: wat is de relevantie van al die boeken die jij leest? Het kostte me moeite om hem van weerwoord te dienen. Tot ik een college over Robinson Crusoe volgde. Daarin vertelde de prof hoe dat boek ons leert dat je instant verlangens moet uitstellen voor langetermijngeluk. Een beetje zoals je ook geen seks mag hebben op je eerste date. Toen dacht ik: dát is het! Als ik Pride and Prejudice lees, denk ik ook vaak: oh my god, dat is mijn vriendin die dit of dat heeft uitgestoken vorig weekend.
Centraal in je betoog staat Middlemarch van de Britse schrijfster George Eliot.
Een boek van duizend pagina’s dat je iedereen cadeau doet. Een meisje van 22 dat dweept met een boek uit 1871? Middlemarch is écht mijn lievelingsboek. Ik heb er mijn hart aan verloren, heb er mijn bachelor- en mijn masterthesis over geschreven. In dat boek, dat gaat over een dorp, zitten veel verschillende personages, die als in een web met elkaar verbonden zijn. De drie hoofdpersonages hebben elk hun eigen tactiek om mensen te over
tuigen. Zij hebben mij, elk op hun manier, geleerd hoe ik altijd mijn zin kan krijgen.
Of neem Dorothea, een voorname dame die enorm veel weg heeft van Olive, een van mijn beste vriendinnen. Beiden vallen ze in de categorie die ik ‘Sukkel voor de liefde, koning in de discotheek’ noem, naar het nummer van de Nederlandse groep The Opposites. Ze zijn populair en worden overal graag gezien, maar op liefkwesties. desvlak maken ze de meest desastreuze keuzes.
Welke les uit je boek hoor je jezelf het vaakst tegen vrienden zeggen?
Wat ik schrijf over Pride and Prejudice van Jane Austen, uit 1813. Dat er echt wel eens een label op relaties geplakt mag worden. Dat is iets waar ik mij enorm aan kan ergeren bij mijn vrienden: nee, wij zijn gewoon heel goede vrienden die elkaar graag zien. Dan denk ik: zeg het gewoon, dat jullie een koppel zijn. Vaak willen mensen het niet benoemen, omdat ze denken dat ze harder gekwetst gaan worden als hun relatie op de klippen loopt. Nochtans: als je het niet benoemt en je relatie loopt op de klippen, voel je je dubbel slecht. Enerzijds omdat het afgelopen is, anderzijds omdat je het gevoel hebt dat je niet eens gerechtigd bent om liefdesverdriet te hebben, omdat jullie ‘maar’ goede vrienden waren.
Vinden je vrienden je een rare? Die Ibe die altijd met haar neus in de boeken zit?
Dit boek is tegelijk ook een ode aan mijn vrienden. Zonder hen zou het niet geschreven kunnen zijn. Ze steunen me, en iedereen zegt: ik ga Middlemarch nu écht lezen. Ik hoorde dat er in de Gentse boekhandel Paard Van Troje al een paar exemplaren van verkocht zijn. Een Middlemarch-effect?
Dat zou mijn droom zijn (lacht).
Voorts heb ik het gevoel dat oudere generaties de jeugd erg onderschatten. Want ik ben geen uitzondering in mijn vriendengroep. Het gemiddelde cafégesprek onder vroege twintigers is zeer interessant. Mijn vrienden discussiëren vaak over politiek en sociale Ik hoor volwassenen geregeld zeggen: het is toch wel speciaal wat jij allemaal doet. Dan denk ik: een aantal van mijn vriendinnen zit in een feministisch kunstcollectief. Je zou hen eens moeten zien.
Welk boek heeft je het meest over jezelf geleerd?
Bij Shakespeare over jaloezie lezen. Verbazend ook hoeveel filosofen over jaloezie geschreven hebben. Een bijna banaal gevoel, waar je je enorm voor geneert. Want niemand wil toegeven dat hij jaloers is. Een stuk als Othello heeft me geleerd dat jaloezie gebaseerd is op een gebrek aan verschil. Je bent in wezen altijd jaloers op iemand van hetzelfde kaliber als jij. En dat is een rustgevende gedachte. Want als het verschil toch zo klein is, waarom zou je je dan druk maken?
Je boek is tegelijk ook een pleidooi voor literatuur. Lezen twintigers steeds minder?
Dat weet ik niet. Ik weet wél dat het potentieel van literatuur onbenut blijft. Ik haal veel plezier uit lezen, en ik denk dat velen van mijn leeftijd er plezier uit zouden kunnen halen. Als ze gewoon de juiste boeken zouden kunnen vinden, en hen niet steeds een schuldgevoel opgedrongen zou worden. Want het discours luidt de hele tijd: niemand leest nog. Dat zet juist aan tot ‘foert’ zeggen. Daarom wilde ik ook een toegankelijk boek schrijven, dat zou aanzetten tot lezen. Lezen maakt je ook niet per se een beter mens. Ik vind het gek hoe je als lezende mens altijd wat hoger op de ladder wordt geplaatst. Dat zorgt er juist voor dat lezen niet zo laagdrempelig is. Dat jongeren niet naar Jane
Austen of George Eliot grijpen. Terwijl een klassieker als Madame Bovary van Flaubert, uit 1856, eigenlijk toch gewoon Thuis is?
En dan moeten we het nog hebben over
On the Road van Jack Kerouac. Velen dwepen met die Amerikaanse klassieker, maar jij laat er geen spaander van heel. Jongens die het in de kast hebben staan, wil jij niet in je leven. Wat irriteert je er zo aan?
Ik merkte dat er een bepaald soort jongen was waaraan ik mij hard ergerde. Wat hen verbond, was dat ze On the Road allemaal fantastisch vonden. Ik heb het twee keer gelezen. En echt: het is het verschrikkelijkste boek dat ik ooit heb gelezen. On the Road stelt zogezegd de ultieme vrijheid voor, dé weg naar het goede leven en het ultieme geluk. Terwijl de hoofdpersonages er niks van bakken. Het zijn niet alleen slechte reizigers, maar ook slechte intellectuelen, slechte partners en slechte vrienden. Ik weet dat het controversieel is wat ik zeg, en ik hoop dat ik er geen spijt van krijg (lacht). Maar echt: er is weinig verschil tussen de twee hoofdpersonages van On the Road en de gemiddelde feestvierende puber in Chersonissos. Ze doen gewoon hetzelfde: elke avond lam gaan. En dat is dan dé literaire klassieker?
“Oudere generaties onderschatten de jeugd. Ik ben geen uitzondering in mijn vriendengroep. Het gemiddelde cafégesprek onder twintigers is zeer interessant.”