Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Een land zonder hitteprotocol is nu al verloren”
Zo houden onze olympiërs hoofd en lichaam koel op de warmste Spelen ooit
Welkom in de bakoven. Met een gemiddelde van 33 graden en 75 procent luchtvochtigheid wordt Tokio 2021 de warmste Spelen ooit. De grootste lichting van Team Belgium stapt vandaag het vliegtuig op, met onder meer pistier Jolien D’hoore. We gingen een rondje – coronaproof – zweten samen met de bronzen medaillewinnares van Rio 2016 tijdens haar proefsessie in de klimaatkamer. “Het voelt alsof ik niets aanheb op mijn fiets.”
BLIJF ONDER DE 40 GRADEN
Het wordt niet alleen bakken en braden, het wordt bakken en braden in een extreem vochtige warmte.
Dokter Johan Bellemans, chief medical officer van Team Belgium: “Het doel is simpel: de temperatuur in de kern van je lichaam onder de 40 en liefst onder de 39,5 graden houden. Dat is de drempel waarop de prestaties afbotten. Het probleem: die extreem goedgetrainde atleten hebben geen waarschuwingsmechanisme dat aangeeft dat ze in de buurt van 40 graden komen. Ze zijn het gewoon om moe te zijn, die gaan daar door. Maar dan zijn ze wel aan het oververhitten, en dat is niet meer gezond. Als je aan 40, 41 graden zit, krijg je die beelden van zwijmelende atleten. En in het ergste geval zijn er al doden gevallen. Een land dat geen hitteprotocol heeft, is bij voorbaat verloren.”
WEG MET DE KLASSIEKE IJSVEST
De ‘klassieke’ ijsvest? Die ziet er flashy uit, maar je bent er niets mee in Tokio. Hij is lomp en koelt te snel af, waardoor je gaat beven en te veel energie verliest. Ook het snufje waarmee de Amerikanen in Rio 2016 uitpakten, volstaat niet.
Bellemans: “In Rio was iedereen jaloers op hun elektrisch aangestuurde ijsvesten, gekopieerd van de gevechtstroepen in Afghanistan die in bloedhete omstandigheden moesten vechten. Het probleem: die batterijen gingen niet lang mee, ze werden warm, waren alleen goed vooraf want in competitie mocht je ze niet gebruiken. Kortom, vooral veel show. Het illustreert wel dat elk land zoekt.”
De oplossing nu is ‘gradueel afkoelen’. Een veel gebruiksvriendelijkere vest kan worden ‘gevuld’ met coolingpacks naar keuze, ofwel in 6 ofwel in 15 graden.
Bellemans: “Dat is de agressieve koeling, maar wel op maat van de atleet en discipline.”
Dat soort ijsvesten wordt voor, tussen en na wedstrijden gebruikt.
“Je mag wel niet te snel voor een wedstrijd beginnen te koelen, want je verbruikt energie als je het koud hebt. Maar ook niet te laat, anders moet je te agressief koelen.”
BEWAAR DE KOELTE LANGER
Bioracer, een Belgisch bedrijf dat wereldvermaard is voor zijn sportkledij, experimenteerde met verschillende weefpatronen.
Bellemans: “Door de textuur blijft het pak tijdens een wedstrijd langer koeler. Je kunt tijdens een wedstrijd niet zomaar coolingpacks in kledij steken of ‘frutselen’ aan een pak, een atleet wil dat zijn tenue perfect zit. Dus moet je iets anders bedenken.”
Niet alleen de textuur helpt, een chemische coating (Devan
Chemicals) verhoogt het koeleffect.
D’hoore: “Het is heel dunne stof, het voelt aan alsof ik niets aanheb op mijn fiets. (lacht) Ik heb dat pak ook al op de piste uitgetest.”
VERDEEL HET ZWEET
Remco Evenepoel, Wout van Aert, Jolien D’hoore en Lotte Kopecky, Marten Van Riel en co… De wielrenners en de triatleten zullen wieler- en triatlonpakken met lijntjes grafeen gebruiken tijdens de wedstrijd.
Bellemans: “Dat is een geleidend materiaal dat de warmte van de warmste plaatsen van het lichaam geleidt naar de rest van het lichaam. In plaats van bijvoorbeeld alleen onder je oksel te zweten, kun je warmte verliezen over je hele lichaam. En dus wordt de warmte efficiënter afgevoerd.”
D’hoore: “Dat is toch een verschil, de hittebeelden geven ook aan dat het frisser is en blijft. Al die hulpmiddelen om de warmte te bestrijden, kunnen het verschil maken tussen wel of geen medaille. Dat hangt af van details, maar de warmte is meer dan een detail. Dit is superbelangrijk.”
SPRAY HET LICHAAM KOUD
Het Belgische Naqi was in de wielerwereld al bekend met onder meer zijn speedgel, een soort crème met bolletjes die de luchtweerstand vermindert, handig voor een tijdrit. Voor de olympiërs ontwikkelde het nu een spray die een koude-effect creëert.
Bellemans: “Tijdens een competitie kun je sprayen, maar evengoed kun je er je truitje mee inspuiten.”
Er zitten ook gekoelde handdoeken in de tas van onze olympiërs. D’hoore: “Ik heb nu voor het eerst zo’n spray uitgetest. Dat geeft voor even een frisser gevoel.”
“Wie niets doet, is bij voorbaat verloren. Details maken het verschil tussen wel of geen medaille. Dit is meer dan een detail.” Jolien D’hoore
ELKE ATLEET ZIJN ZWEETPROFIEL
Van elke olympiër die wil, wordt een hitte- en zweetprofiel bepaald.
D’hoore: “Ik wist al dat ik bijvoorbeeld niet goed tegen de warmte kan. Dat is nu zwart op wit bewezen. (lacht) Ik kon mij daar dan ook op voorbereiden en op trainen.”
De isotone sportdrank – aan de hand van een zweetprofiel voor elke atleet individueel bepaald, een combinatie van koolhydraten, zouten en mineralen – blijft een klassieker. Er wordt ook geëxperimenteerd met icecrunches – je vriest sportdrank in en neemt geschilferd ijs in voor de start. Niet onbelangrijk: dat kan een aanslag op maag en darmen zijn.
TEST OP DE GEWENSTE
TEMPERATUUR
D’hoore testte zich in de klimaatkamer van de KULeuven – een van de klimaatkamers waarin de olympiërs zich kunnen testen op 28,5 graden.
D’hoore: “Je zou denken: op de piste in Tokio maakt dat niet veel uit, want je rijdt toch niet buiten in de zon? Maar rond de 30 graden ervaar ik al veel nadelen van de warmte. Op een wielerpiste is het constant tussen 28,5 en 30 graden.”
Met enkele drukken op een paar knoppen simuleer je in een klimaatkamer een training waar dan ook ter wereld.
“Vooral die blazer in de kamer maakt het warm. Zodra ik een inspanning doe en in het rood ga, voel ik dat wel.”
SLIK EEN THERMOPIL
De kennis over wanneer een atleet aan het oververhitten is, is enorm toegenomen sinds de thermopillen.
Bellemans: “Die slikken atleten in en meten de kerntemperatuur. Je kunt een atleet volgen wanneer hij of zij aan het opwarmen is. Bij triatleten zie je dat de temperatuur al oploopt tijdens het zwemmen, en in het begin van het fietsen koelt het even af door de wind.”
Via een app op een smartphone kan de temperatuur worden uitgelezen.
“Dat is super voor de coaches, want ze weten wanneer precies er moet worden gekoeld.”