Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Eddy: “Sint-Anneke of Kallo, ze bijten overal even goed”
Op wandel langs het strand van Sint-Anneke
“Er zitten dertig verschillende soorten vis in de Schelde en misschien wel meer. Paling, tong, zeebaars en soms meerval. Spiering ook”, zegt Eddy (70), terwijl hij zijn hengel opnieuw uitgooit. “Als de zon schijnt liggen ze hier te bakken, maar dat is aan mij niet besteed.”
Het strand van Sint Anneke is veelvuldig bezongen door De Strangers en een wandeling langs ‘den dijk’ vertelt dat ook de jongere generaties het mooiste en enige strand van Antwerpen nog steeds genegen zijn.
Terwijl achter het populairste café van de Wandeldijk Radio Minerva onafgebroken uitzendt, lopen er op het zand en de dijk de meest uiteenlopende Antwerpenaren. Mensen met honden, gezinnen met hun roots elders en habitués. Sommigen op zoek naar een pot mosselen met friet, anderen naar rust.
Het verhaal van het bekendste strand van het binnenland begint wanneer in 1934 Emiel Draps wordt aangezocht om de plage uit te baten. De man, een tuinier, leverde bloemstuken voor de Wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen en behield het lunapark op Sint Anneke. Dat maakte deel uit van de Wereldtentoonstelling.
Wat volgde was een pretpark met draaimolens, eethuizen, een waterbaan en een toeristisch treintje. Sint Anneke was dé plek voor de Antwerpenaren op zoek naar vertier. Blankenberge was toen nog een reis naar het einde van de wereld. Tot in 1960, toen Emiel Draps zijn concessie verloor en de plage langzaamaan veranderde in wat we nu kennen.
Flaneren en een mosseltje
Frans, een flinke tachtiger, heeft de gouden vooroorlogse jaren van Sint Anneke Plage nooit meegemaakt. “Ik ben hier in de jaren zeventig terechtgekomen. Mijn vriendin baatte Ans Hoeve uit en ik ben mee in de zaak gestapt. Na een loopbaan als biersteker, leverancier van dranken aan cafés en nog veel meer.”
Zijn vrouw is jaren geleden overleden en de zaak is ook al lang niet meer van hem. Het belet niet dat Frans nog iedere dag op de Wandeldijk, waar het restaurant gevestigd is, rondstruint. “Ik ben even boodschappen gaan doen en het karton gaan wegbrengen. Ik woon op Linkeroever en doe nog iedere klusjes voor Ans Hoeve”, zegt hij ongevraagd.
“Of de plage veranderd is? Jazeker”, zegt hij na even nadenken. “Logisch, de tijden veranderen en mensen hebben andere behoeften. Ook hier. Er zijn meer feesten dan vroeger, maar de filosofie van de plage is nog steeds dezelfde. Mensen komen naar hier om te flaneren en om een mosseltje te eten.”
Herwaarderen. Maar wanneer?
Frans laat het niet aan zijn hart komen. “Het zal mijn tijd wel doen”, zegt hij bij de tweede koffie. Ook de huidige uitbater van Ans Hoeve bekijkt de toekomst nuchter. Rini Remijnse is behalve uitbater ook invoerder van vis- en schelpdieren.
De Zeeuw zag in de overname van Ans Hoeve een opportuniteit en heeft naar eigen zeggen de corona-epidemie goed doorstaan. “We hebben flink wat kreeften verkocht. Take away. Maar ik ben blij dat de tent opnieuw open kan. Dat is toch nog iets anders.”
En de toekomst? “Ja, er zijn plannen om de plage te herwaarderen. Maar ondertussen ben ik er niet meer mee bezig. We zien het wel. Weet je, op een zeker moment werd er geopperd om het strand af te sluiten met een hek. En de restaurants zouden ook hun pui moeten weghalen. Voor
lopig zie ik nog niet veel veranderen.”
Liever geen Knokke
De kleine camping achter de plage verhuist over een aantal jaar en er zijn plannen voor een hotel langs de wandeldijk. Rini Remijnse toont een artikel dat recent in de Provinciale Zeeuwse Courant verscheen. De Nederlandse krant schrijft wel vaker over noviteiten en tendensen in Antwerpen.
De titel van het artikel is veelzeggend. “Het mag hier geen Knokke worden”, aan het woord is de uitbater van café Minerva. Bij uitstek een Antwerps icoon. Maar Rini Remijnse maakt zich weinig zorgen.
“De plage is van de Antwerpenaren en uiteindelijk zullen zij bepalen hoe de sfeer hier is. En dat zal niet veel veranderen van hoe het er nu aan toe gaat. Voor buitenstaanders is dit nog steeds een relatief onbekende plek. Als ze de locatie op hun gps intikken komen ze vaak ergens op de snelweg uit.”
Er mag dus nog wat publiciteit gemaakt worden. Wie de plage niet kent en hier komt, is doorgaans aangenaam verrast. Maar als je tegen mensen zegt dat Antwerpen een strand heeft, wordt daar nog vaak lacherig over gedaan”, zegt Rini Remijnse.
Bak- en andere haring
Het is een rustige dag langs de Wandeldijk en op het strand. Het weer is niet optimaal, waardoor de zonnekloppers die zo karakteristiek zijn voor deze plek het voorlopig laten afweten. Geen mannen op leeftijd in te korte shorts en ook de parasols en ligstoelen zijn nergens te bekennen.
Café Minverva heeft een sluitingsdag en de dj van dienst laat weten dat ze van de andere kant van de stad is. Maar overmorgen staat er wel bakharing op het menu in het café. A real treat zoals de Britten zeggen. Het zal voor een andere keer zijn.
Voor Eddy maakt het niet veel uit. Met zijn hengels zit hij al vroeg in de voormiddag op het strand om te vissen. haring kan, maar die dag mikt hij vooral op paling en misschien een paar tongen.
“Dat ik nu hier zit is toeval. Het had evengoed Kallo kunnen zijn. Daar bijten ze ook goed”, zegt Eddy. Doorgaans wordt hij vergezeld door een makker, maar die is er nu even niet. Wat volgt is een uiteenzetting over eb en vloed en op welke tijden welke vissen het best bijten.
Over de ambitieuze plannen voor de plage heeft ook Eddy een en ander opgevangen. “De grootste uitdaging zal zijn om de behoeften van de jeugd te verenigen met die van de vaste bezoekers. Die jongeren zijn tuk op een feestje en dat wil wel eens uit hand lopen. Ik begrijp het wel hoor, maar makkelijk zal het niet zijn.”