Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Veel jongeren zoeken een zinvolle job, bij de politie kunnen ze die vinden”
Minister Annelies Verlinden en politiebaas Marc De Mesmaeker over hun toekomstplannen en de watersnood
De zowat 45.000 politiemensen in ons land hebben twee bazen. Annelies Verlinden, de christendemocratische minister van Binnenlandse Zaken uit Schoten, en Marc De Mesmaeker, commissaris-generaal van de federale politie, afkomstig uit Ukkel, maar wel ooit pelotonscommandant geweest in Wilrijk – het is toch dat. Zij hebben grootse plannen voor de komende jaren. Punt één op de agenda: meer agenten aanwerven. Niet om u te beboeten, maar om u te dienen. Ook in tijden van Covid-19. En van watersnood.
troffen hen dinsdag in het statige kantoor van minister Verlinden aan de Wetstraat nummer 2, waar al sinds 1830 de opeenvolgende ministers van Binnenlandse Zaken werken. Marc De Mesmaeker heeft er jaren doorgebracht op de kabinetten van diverse voorgangers van Verlinden. “Je raakt hier vooral onder de indruk van de hoge Epc-score van zo’n oud gebouw”, zegt hij droogjes. Het is een periode van officiële feesten voor de twee. Vorige zondag was er de Vlaamse feestdag, nu woensdag staan ze allebei op de eretribune bij het Nationaal Defilé. Maar de nationale feestdag wordt overschaduwd door de watersnood. Twee dagen na het interview ontbonden de weergoden hun duivels. Het leidde tot nog een naspel van het gesprek, dat we eerst geven.
U bent zelf naar Chaudfontaine geweest donderdag.
Annelies Verlinden: Ja. Het was werkelijk een catastrofe. Ik sprak met een gezin van wie het huis was verwoest, met mensen die geen contact kregen met hun familie, die hun hebben en houden hadden zien wegspoelen, echt verschrikkelijk. Mijn eerste gedachten gaan naar de slachtoffers en hun families en naar de vele mensen die al wat ze de voorbije jaren hebben opgebouwd in enkele uren verloren zagen gaan.
U bent ook bevoegd voor brandweer en civiele bescherming. Die stonden voor een helse taak.
Verlinden: Ja. Mijn bewondering voor de vlotte en efficiënte aanpak van alle diensten en hulpverleningsteams is alleen maar verder toegenomen. Dat ook brandweerlieden die niet van dienst waren zich vrijwillig hebben gemeld voor hulp in de getroffen zones wijst op hun engagement en hun professionaliteit. Woensdagavond laat werd om versterking gevraagd en kort na middernacht al vertrok een ploeg van de brandweer van Antwerpen naar Wallonië. Dit zagen we ook bij andere ploegen, ook uit de andere provincies.
Die solidariteit doet deugd.
Verlinden: Ja, dat is belangrijk. Solidariteit blijkt een werkwoord te zijn dat nog in het woordenboek van de mensen staat. En de snelle steun die we vanuit het buitenland kregen, geeft aan dat Europa meer is dan een politiek project. De internationale hulp betreft tientallen reddingsboten, helikopters en meer dan 150 reddingswerkers. Frankrijk en Nederland staan ons bij met boten, redders en duikers. Voor Nederland gaat het om tachtig hulpverleners. Ook vanuit Oostenrijk en Italië komt er hulp. Nog andere landen waren bereid om te helpen.
Elio Di Rupo vraagt beter materieel voor de hulpdiensten, zoals krachtigere boten.
Verlinden: Nu verdienen de slachtoffers en de getroffen regio’s al onze aandacht. De lessen voor de toekomst trekken we nadien. Mijn gedachten gaan vandaag ook naar de vele jongeren die hun kampplaatsen hebben moeten verlaten. Na een moeilijk coronajaar hadden zij uitgekeken naar een spannend kamp. Chapeau voor de leiding die al weken bezig was met de voorbereiding en die zo snel heeft moeten schakelen om iedereen veilig thuis te krijgen. Ik hoop dat de jeugdkampen later nog kunnen doorgaan.
Hoe hebt u bij de politie de watersnood beleefd?
Marc De Mesmaeker: Ik heb dag en nacht de inzet van de versterking door de federale politie op de voet gevolgd, zeker in Luik. De verhalen over de oproepen naar de noodcentrale tarten alle verbeelding.
Jullie helikopters konden donderdag geen hulp bieden.
De Mesmaeker: Nee, we hadden drie helikopterteams paraat staan, maar ze konden toen niet uitvliegen, net zomin als andere heli’s. Dat is natuurlijk heel spijtig, maar het kon niet door het weer en het is ook een kwestie van veiligheid voor allen, inclusief ons personeel. Regen mondt uit in overlijdens: het toont de kwetsbaarheid van de mensheid tegenover de natuur, en alle diensten en overheden moeten zich daar steeds beter tegen wapenen. We doen ons uiterste best, want het gaat over mensenlevens, net zoals dat ook het geval is bij de Covid-controles.
Voor corona hebben jullie aangekondigd dat er strenger gecontroleerd zal worden op reizigers.
Verlinden: De politie heeft veel meer werk te doen dan het controleren van reizigers, maar we hebben een actieplan uitgewerkt, met steekproeven aan de grens en in de luchthavens en met een zichtbare aanwezigheid, die hopelijk preventief werkt.
Marc Van Ranst noemt dit land ‘een zeef’ wat controles van reizigers betreft.
Verlinden: Iedereen gebruikt de beeldspraak die hij wil gebruiken. Wij blijven met veel inzet en consequent doen wat we moeten doen.
Voor de politie is corona een zware extra belasting.
De Mesmaeker: Ja, het is een omschakeling naar ander werk. Je moet mensen aanspreken op
Annelies Verlinden
Minister van Binnenlandse Zaken
“Solidariteit blijkt een werkwoord te zijn dat nog in het woordenboek van de mensen staat. En de snelle steun die we vanuit het buitenland kregen, geeft aan dat Europa meer is dan een politiek project.”
Mark De Mesmaeker
Commissaris-generaal van de federale politie
“We moeten er zeker rekening mee houden dat het drugsgeweld ook naar hier komt en ons voorbereiden. We gaan de capaciteit voor het beschermen van advocaten, journalisten en experten moeten opdrijven.”
hun natuurlijk gedrag: samenkomen, sociaal zijn, … Je hoopt dat de burger de handhaving aanvaardt. Op sommige plaatsen moeten we het vertrouwen herwinnen, wat logisch is. Het is niet niks, wat we meemaken.
Zijn jullie al gevaccineerd?
Verlinden: Ik heb vorige vrijdag mijn tweede prik gekregen. Ik heb er een dagje last van gehad, met hoofdpijn en spierpijn. Maar dat is relatief hé, het is voor de goede zaak.
De Mesmaeker: Ik kreeg vorige week mijn tweede prik. Ik had veel eerder kunnen gaan omdat een deel van de politie een prioritaire categorie is, maar dat heb ik heel bewust niet willen doen.
In Amsterdam is misdaadjournalist Peter R. De Vries neergeschoten, vorig jaar werd er een advocaat vermoord. Komt dat geweld ook naar hier?
De Mesmaeker: We moeten daar in elk geval rekening mee houden en ons voorbereiden. We zijn bezig met het onderzoek van de massa’s informatie na de kraak van de SKY Ecc-telefoons, populair bij criminelen. We gaan daarbij misschien op dat type van nietsontziende criminelen stoten. Ik heb net de beschermingscapaciteit van de federale politie op de agenda van het directiecomité laten zetten: hoe kunnen we advocaten, journalisten, magistraten, notoire experten en andere burwe gers beschermen bij bedreigingen? Denk aan Marc Van Ranst. Ik hou er rekening mee dat we dat veel meer gaan moeten doen dan vroeger. We gaan die capaciteit moeten opdrijven.
Verlinden: Dat zal ook gebeuren in samenwerking met de lokale politie.
Bent u ook beducht voor uw eigen veiligheid?
Verlinden: Ik vond het natuurlijk choquerend. Dat iemand die gewoon zijn werk doet, daar weliswaar zeer ver in ging, het slachtoffer wordt van een regelrechte aanslag. Het is schrikwekkend dat er figuren zijn voor wie mensenlevens alleen maar een onderdeel zijn van hun strijd. We moeten er alles aan doen om tegelijk beschermend en repressief op te treden en het veiligheidsgevoel van mensen te vrijwaren.
Bart De Wever klaagt dat we niet genoeg doen in de drugsoorlog. Hij pleit voor een federaal drugsagentschap en een fiscale opsporingsdienst.
De Mesmaeker: Ik zou opletten met het creëren van nieuwe diensten. In de politiehervorming hebben we net werk gemaakt van minder diensten die beter samenwerken. Die richting zou ik aanhouden. We zetten beter in op samenwerking dan op het oprichten van weer nieuwe hokjes en verdere vermenigvuldiging. We hebben al gigantische inspanningen ge
daan. Maar we kunnen zeker in de internationale context nog vooruitgang boeken, zoals ook De Wever aanhaalt. Bijvoorbeeld door politieke druk te zetten op landen waar kopstukken zich schuilhouden.
Zoals Dubai.
De Mesmaeker: We moeten meer onze zonen en dochters uitsturen, waarmee ik verbindingsofficieren bedoel. Naar Zuidamerika in het bijzonder. We hebben ginds meer voeten op de grond nodig.
Nederland kreeg Dubai zo ver dat ze topcrimineel Ridouan Taghi uitleverden. En Colombia bezorgt hen Taghi’s rechterhand Saïd Razzouki.
Verlinden: We werken daaraan. We voeren de strijd tegen de drugscriminaliteit met dezelfde passie en energie van het tienpuntenplan van De Wever, alleen geloof ik ook in samenwerking tussen verschillende diensten. Drugscriminelen zitten niet in een aparte wereld, er is een samenhang met mensenhandel en andere vormen van georganiseerde criminaliteit. Daar mag je geen bruggetjes missen, die zware criminaliteit moet je samen aanpakken. We moeten inderdaad ook de internationale samenwerking verstevigen. De SKY Ecc-telefoons zullen nog voor een enorme berg data zorgen. Daar kunnen we de criminelen mee pakken, met oog voor dat geheel en de internationale schaal. Het is als een waterbed: als je harder duwt in Nederland, komt het hier omhoog.
Zijn de gekraakte SKY Ecc-telefoons echt zo’n goudmijn?
De Mesmaeker: Daar mag u zeker van zijn. We gaan met man en macht door al die gegevens en we zijn al begonnen met dossiers uit te zetten in de veertien gerechtelijke arrondissementen.
Verlinden: Het is echt massief. Al die tijd dachten criminelen dat zij beveiligd communiceerden. Soms waren ze onzorgvuldig, deelden ze foto’s die locaties kunnen verraden. Dat wordt nu allemaal ontcijferd. Daar kruipen heel veel man- en vrouwuren in, we gaan daar nog een paar jaar mee bezig zijn.
De Mesmaeker: We zien ook linken met ‘de bovenwereld’, contacten die we verder uitpluizen. Om alles goed te kunnen beheren hebben we een nationaal recherchemanagement uitgetekend, dat volgens de instructies van de overheden de lijnen uitzet. We werken met prioriteiten, we kunnen niet alles tegelijk doen.
De versterking van de politie is een absoluut speerpunt. U begint dit jaar nog met de aangekondigde extra investeringen.
Verlinden: Ja, we starten met een bijkomende investering van 50 miljoen euro dit jaar, wat al ongezien is. Dat is afgeklopt op de ministerraad. En dan bouwen we verder op: in 2022 komt er nog eens 70 miljoen euro bij, in 2023 nog eens 90 miljoen euro en in 2024 nog eens 100 miljoen euro. Dat is dus 310 miljoen euro extra tot het einde van deze regeerperiode.
Om wat te doen?
Verlinden: In de eerste plaats zorgen we voor meer mankracht. In het regeerakkoord stond al de ambitie om jaarlijks 1.600 mensen aan te werven. Dat willen we ook effectief halen. De politiemensen moeten ook de meest moderne middelen krijgen.
De Mesmaeker: Wij zijn hier heel tevreden over. Ik denk dat we onze zaak goed verdedigd hebben tijdens de regeringsvorming. Na de extra investeringen in de terreurbestrijding was het een maatschappelijke noodzaak om de algemene politionele werking te versterken. Zeker na jaren van saneren bij de federale politie. Een goed deel van het geld zal naar de lonen gaan van de bijkomende mensen en hun uitrusting. We investeren ook in de vernieuwing van het wagenpark, in digitale middelen, in de automatische Fnscar-wapens voor alle korpsen, in bodycams ook, in lifescans (voor vingerafdrukken) bij grenscontroles… en in twee schepen voor de zeevaartpolitie.
Bij de federale politie is er een tekort van meer dan 1.500 mensen op een totaal van 13.500, bij de lokale politie van meer dan 2.000 op een totaal van 31.000. Drie op de vier politiezones hebben te weinig mensen. Maar met 1.600 bijkomende aanwervingen kan het rap gaan.
De Mesmaeker: Pas op, er is een grote uitstroom ook. We gaan er netto op vooruit, maar je maakt die tekorten niet goed in vier jaar tijd.
Verlinden: Het zal netto neerkomen op zo’n twee- à driehonderd bijkomende agenten per jaar. De kunst is ook om een evenwicht te zoeken in de versterking van personeel en van de operationele werking. Daar zijn we goed in geslaagd, denk ik.
Het rekruteringsproces wordt versneld. Het proces van eerste sollicitatie tot een agent op de straat duurt nu tot twee jaar. Verlinden: Dat is dan met de opleiding inbegrepen. Ja, we gaan dat versnellen. Het sollicitatieproces alleen – met testen en gesprekken – kan nu tot een jaar duren, dat wordt verkort tot vier à vijf maanden. Als sollicitanten te lang moeten wachten voor ze weten of ze mogen beginnen aan de opleiding, riskeer je goede kandidaten te verliezen, die intussen andere wegen inslaan. Dat is zonde.
De Mesmaeker: Voor ons was 2020 het jaar van de focus op een betere digitale werking. 2021 is het jaar van de rekrutering en selectie. Voor het einde van dit jaar moeten we die versnelling kunnen realiseren. Pas op, je moet grondig tewerkgaan bij elke kandidaat en ook hun antecedenten onderzoeken. De burger moet kunnen vertrouwen op de politie.
Van alle 450 kandidaat-agenten die zich vorig jaar in Vlaanderen aanmeldden werden er uiteindelijk maar vijftig geschikt bevonden om aan de opleiding te beginnen.
De Mesmaeker: We zitten gemiddeld op 17%. Die mensen moeten dus sneller weten waar ze aan toe zijn, en het percentage mag ook iets omhoog. Niet dat we de lat lager leggen, maar we moeten meer testen op het potentieel van iemand, wat die persoon in zijn mars heeft, dan op het puur cognitieve, over wat iemand weet over de politie bijvoorbeeld. We hebben ook nood aan verschillende profielen, van bemiddelaars tot special forces.
Het risico is dat de kwaliteit van het personeel daalt. Van de honderd commissarissen die wilden promoveren tot hoofdcommissaris haalden er maar dertig de minimumscore op de kennistest. Toen werd hun score vermenigvuldigd met 1,35, waarna er 96 door waren.
De Mesmaeker: Nee, kwaliteit wordt niet minder belangrijk. Er is hier inderdaad ingegrepen,
maar wel in de wetenschap dat er nog een heel parcours volgt en dat aan het einde het kaf van het koren zal zijn gescheiden. De kennistest was maar een eerste proef. Daarna zijn er nog een stuk of vier, met ook mondelinge en schriftelijke examens voor een jury. De verhoging van de scores was reglementair, ook in de academische wereld wordt daarmee gewerkt. En ter info: de cognitieve test is vroeger ingevoerd om een eerste schifting te maken bij een teveel aan kandidaten. Omdat de begeleiding van de latere proeven zeer arbeidsintensief is voor ons. Maar goed, het is niet de bedoeling dat we dit nog vaker gaan doen.
Korpschefs reageerden anoniem dat ze zich zorgen maken over de toekomst van de politie, dat je mensen gaat promoveren “met wie je nog geen deftig gesprek kunt voeren”.
Verlinden: We gaan zeker niet zonder meer mensen een hogere graad verlenen, de kandidaten moeten ook slagen voor de andere proeven, zoals een assessment. Dat je de resultaten van zo’n test moet relativeren is op zich niet goed, maar over de uiteindelijke kwaliteit moet niemand zich zorgen maken. Wie niet voldoet aan de kwaliteitseisen, zal er niet geraken. En de punten voor die eerste test blijven ook meetellen: wie slecht scoorde zal dus extra goed moeten zijn in de verdere procedure.
De Mesmaeker: De korpschefs hebben het zelf mee in de hand. Wie een brevet haalt van hoofdcommissaris moet dat nog valoriseren en een plaats aanvragen, solliciteren dus, bij een korpschef. Verlinden: We zijn ook met een staten-generaal gestart om de werking van de politie in zijn geheel te verbeteren. Nog tot in 2023 gaan we met experten en instellingen van binnen en buiten het korps onderzoeken wat anders en beter kan.
Goed, maar waarom zou iemand bij de politie willen werken? Je hebt een vaste baan bij de overheid, maar je bent ook de boeman, je zit met nacht- en weekenddiensten, het kan gevaarlijk zijn…
De Mesmaeker: We doen daar onderzoek naar, naar wat mensen aantrekt bij de politie. We stellen vast dat veel jongeren – door corona is dat nog versterkt – iets zoeken dat maatschappelijk belang heeft, iets waarin ze een meerwaarde kunnen bieden, dat zinvol is.
Dat klinkt meer als het profiel van Cd&v-jongeren.
Verlinden: (lacht) Dit blijkt ook uit andere onderzoeken. Dat jongeren graag iets betekenen voor anderen, deel willen uitmaken van een groter verhaal. En bij de politie zijn er veel mogelijkheden: van interventies tot gemeenschapswerking, van opsporingsoperaties tot het werk van de knappe koppen die de SKY Ecccode hebben gekraakt. Ik heb het eerder al gezegd: daar kun je een Netflix-film over maken. Er loopt ook een campagne om die dienstbaarheid in de kijker te zetten. De Mesmaeker: Vorige week kwam ik nog iemand tegen die eerst bij de lokale recherche had gezeten in Leuven en die nu helikopterpiloot is. Je hebt tal van opties, ook geografisch.
En een riant en vroeg pensioen.
De Mesmaeker: De zeer gunstige regeling van vroeger is door het Grondwettelijk Hof wel vernietigd. We zaten toen aan 54 of 56 jaar als pensioenleeftijd, nu is dat 58. Vaak blijven mensen nog wat langer, bijvoorbeeld omdat ze in nieuw samengestelde gezinnen zitten met bijbehorende lasten en kosten. Ik denk dat het gemiddelde 59 jaar is.
U vertelde bij uw aanstelling in 2018 dat u op u zestiende al bij de rijkswacht wilde.
De Mesmaeker: Mijn vader was beroepsmilitair en ik heb drie jaar cadettenschool gedaan in Laken, de voorbereiding op de Koninklijke Militaire School. Toen ik op mijn achttiende moest kiezen – landmacht of luchtmacht en dergelijke – koos ik de rijkswacht. Heel bewust, als enige optie. Ik vond toen dat je daar meer kon teruggeven aan de maatschappij dan bij Defensie.
En wat vond uw vader ervan?
De Mesmaeker: Laten we zeggen dat ik op verschillende plaatsen voet bij stuk heb moeten houden (lacht). Ik ben later dan nog een paar jaar pelotonscommandant geweest in Wilrijk. Dat was de tijd van de laatste betogingen in Voeren, waar ik ging helpen, en van de aanslagen door de CCC. Verlinden: De tijden zijn veranderd voor politionele loopbanen. Vroeger ging je als vanzelf voor een hele carrière bij de politie, nu kun je er na verloop van tijd ook uitstappen. Of omgekeerd: vanuit andere sectoren, de IT bijvoorbeeld, naar de politie overstappen. Die zij-instromen zijn perfect mogelijk. Ik ben ervan overtuigd dat dit het toekomstige model zal zijn.
Annelies Verlinden
“We investeren 310 miljoen euro extra in de politie tot het einde van deze regeerperiode. In de eerste plaats om meer mankracht aan te werven, jaarlijks 1.600 mensen. De politiemensen moeten ook de meest moderne middelen krijgen.”
Mark De Mesmaeker
“We doen onderzoek naar wat mensen aantrekt bij de politie. We stellen vast dat veel jongeren iets zoeken dat maatschappelijk belang heeft, iets waarin ze een meerwaarde kunnen bieden, dat zinvol is. Zeker na corona.”