Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Nafi kan ooit het wereldrecord breken”
Roger Lespagnard (74), coach van Thiam
Roger Lespagnard
“Ik ben 74 jaar. Nooit ofte nimmer hebben ze mij gezegd dat ik te oud was om een olympisch kampioene als Nafi te trainen – ja, twee keer wel, in de politiek.”
“Voor mij zit Nafi nog niet aan het einde van haar mogelijkheden. Ze heeft het in zich om op een dag het wereldrecord zevenkamp te verbeteren.”
Roger Lespagnard
“Nafi heeft het in zich om op een dag het wereldrecord te verbeteren. Maar nog niet in Tokio.” Hij, 74. Zij, 26. Samen: een van de topcombinaties uit de internationale atletiek. Roger Lespagnard, coach van olympisch kampioene Nafi Thiam, hét uithangbord van Team Belgium. “Tijdens trainingen en competities hebben we het niet nodig om veel te praten. En over extrasportieve zaken praten we nooit.”
“Op een meeting in Seraing zag ik haar voor het eerst: lange benen, maar in tegenstelling tot de meeste grote mensen niet zwaar. Een atlete met goede voeten – wie dat niet heeft, kan niet deftig springen. Ik ging iets drinken met vrienden, haar mama was daar ook met Nafi. Het jaar daarop zocht haar mama iemand om Nafi te helpen bij de meerkamp. Ze was dertien.”
“Ik zou liegen als ik zeg dat ik toen al een olympisch kampioene in haar zag. Nafi was niet de beste van de hoop in het begin, zelfs niet tot ze junior werd. Ze viel op door haar doorzettingsvermogen. Nafi woonde in Rhisnes (tegen Namen, red.), haar mama werkte als leerkracht Frans in Brussel. Drie keer per week nam Nafi na school de trein naar Luik om met mij te trainen.”
“Ondanks haar bovengemiddelde talent moest ik dingen corrigeren. Ze kopieerde namelijk haar mama, die ook meerkampster is en haar referentie was. Maar niet alles wat haar mama deed, was goed. Ideaal was het dat ze daar op haar dertiende kon aan schaven – op die leeftijd neemt je brein dat makkelijk op. Alles leek zo natuurlijk bij Nafi, terwijl er niets natuurlijks is aan atletiek. Wat haar zo speciaal maakt, is haar elastische spierkracht. Ze gebruikt bijzonder goed haar kracht terwijl ze in beweging is. Eens in beweging, reageert ze bijzonder snel, een enorme troef bij spring- en werpnummers. Vanuit stilstand is ze minder goed, daarom is haar start minder. Ik heb haar door de jaren ook ritme bijgebracht. Aanvankelijk zag het er allemaal heel
mooi uit – omdat haar mama dat zo deed – maar ze had geen ritme.”
Gereserveerd
“Nafi is niet verlegen, wel gereserveerd. In het begin was ze zelfs redelijk gesloten, ze praatte niet veel. Al snel vertrouwde ze mij. Ze verbeterde geregeld haar records, ze moet dus gedacht hebben dat ik niet zo slecht was. (lacht) Ik denk dat ze niet eens wist wie ik was toen ik haar begon te coachen (Lespagnard is zelf een gewezen tienkamper die deelnam aan de Olympische Spelen van 1968, 1972 en 1976, red.). Dat ze al zo lang bij mij blijft, is omdat ze resultaten behaalt. Dat primeert.” “Waarom het werkt tussen ons? We zijn samen gegroeid. Toen ze in het verleden dingen fout deed, zegde ik kordaat waar het op stond. Eén keer heb ik iets te luid geroepen – Nafi hield haar speer achterstevoren vast. Toen was ze wel verschoten dat ik zo deed. Sindsdien heb ik dat nooit meer gedaan. Je schreeuwt niet tegen Nafi, en vloeken doe je al zeker niet. Ik schreeuw nooit, ik verhef mijn stem. Zij weet goed dat ze mij niet moet enerveren, maar gaandeweg heb ik ook leren omgaan met haar humeur. In het begin aanvaardde ze alles klakkeloos. Nu is het net iets anders. We spreken over een vrouw die al vijf jaar lang olympisch kampioene is. Ik heb mij wat moeten aanpassen, vooral aan haar manier van leven. Ik ben niet meer het middelpunt van haar leven.”
“Ik heb mijn manier van werken wel nooit aangepast omdat zij altijd beter werd. Iedereen denkt dat ik een harde coach ben, maar dat is niet waar. Ik ben een rechtvaardige coach. Als ik een trainingsplan heb, moet dat worden uitgevoerd. Uren spendeer ik aan het uitwerken van die plannen. Het is ab-so-luut noodzakelijk om geconcentreerd te blijven op het sportieve doel. Soms is dat niet makkelijk voor Nafi, omdat ze druk gesolliciteerd is.”
Een van de twintig
“Nafi is een van mijn twintig atleten, zij maakt deel uit van mijn groep. Ik praat zelden met Nafi. Ze komt naar de trainingen en ik geef haar advies. Wij hebben het niet nodig om veel te praten. Soms volstaat één gebaar. In een competitie ben ik dan op mijn best. Ik wil niet arrogant overkomen, maar ik zie de dingen uitstekend. Ik heb snel door welke technische fout ze begaat, met één simpel teken leg ik haar dat uit, en ze begrijpt het onmiddellijk. Ik geef bewust niet te veel uitleg. Als je de dingen te veel uitlegt, kan een atleet zich daarin verliezen en snapt hij niet meer wat je nu bedoelt.” “Buiten de competities en trainingen hebben we niet veel contact. En over extrasportieve dingen praten we nooit. Ik ben haar trainer, punt aan de lijn. Ik ben haar vader niet. Dat heeft altijd zo gemarcheerd.”
Houdbaarheidsdatum
“Nooit ofte nimmer hebben ze mij gezegd dat ik te oud was om een olympisch kampioene als Nafi te trainen – ja, twee keer wel, in de politiek. En dan nog wel mijn partijgenoten. Daarover wil ik straks wel eens een boekje opendoen. (lacht) Ik ben 74 jaar. Staat er een leeftijd op een coach? Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik niet de enige ben: neem de coaches van Ashton Eaton, gewezen wereldrecordhouder en een van de beste tienkampers aller tijden, van Wayde van Niekerk, wereldrecordhouder 400 meter… Je zou haast denken dat oudere coaches de besten zijn. (lacht) We kregen in elk geval een andere opleiding dan jongere coaches. Sommigen willen té snel een atleet laten vooruitgaan, vergeten vaak het meest essentiële: de basis. Die vergt een enorme fysieke conditie, en dat gaat niet van vandaag op morgen. Daar is geduld voor nodig. Nafi heeft jarenlang haar tijd genomen om geduldig aan de basis te werken. Vandaag wordt ze daarvoor beloond.” “Of ik ook haar mental coach ben? Bwah, een mental coach werkt voor mij niet altijd. Voor mij zal een atleet met angst altijd angst blijven hebben. Ik heb geluk een kampioene te hebben die haar angst kan overstijgen. Mijn grootste plezier is dat ze records blijft verbeteren. Dat wil zeggen dat ik goed mijn werk heb gedaan en geen dwaas ben. Als je iemand traint die tien jaar lang geen records verbetert, dan moet je jezelf als coach in vraag stellen.” “Dat ik coach werd, was logisch. Behalve drievoudig olympisch atleet was ik leraar lichamelijke opvoeding. Ik heb ook veel geleerd in het leger, waar ik tegelijkertijd trainde als atleet en lesgaf als coach, met dezelfde filosofie als nu: streng maar rechtvaardig. In de politiek heb ik wel moeten leren om minder direct te zijn. Daar ben ik toevallig in gerold, op vraag van een bevriend politicus. Ik ben er enorm fier op dat ik mijn weg heb gevonden in een milieu dat ik niet kende, zowel in de lokale als de nationale politiek. Het deed mij wel enorm veel pijn dat ik in 2018 te oud werd genoemd, nota bene door mijn eigen partijgenoten (cdh, red.). Tot twee keer toe drongen ze erop aan dat ik mij terugtrok, hoewel ik nog in de top van de voorkeurstemmen zat en acht jaar burgemeester van Fléron was. Ik weigerde eerst, maar heb mij er de tweede keer toch bij neergelegd. Ik wil geen generaal zijn die zijn eigen troepen bevecht. Het meest fier ben ik op mijn nationaal wetsvoorstel: de wettelijke erkenning van genetische sporen als bewijsmateriaal. Ik moet u niet zeggen hoe belangrijk dat was: we kwamen uit de periode van Dutroux. Ik was eerst kabinetsmedewerker van onder meer minister Jean-pierre Grafé, werd nadien federaal deputé. In de justitiecommissie ging het er heftig aan toe. Zo wilde minister Stefaan De Clerck te allen prijze met de eer van mijn wetsvoorstel gaan lopen. Ik hield voet bij stuk. Ik ken u, zei De Clerck, u bent een bekend atleet. Ik ken u ook, zei ik,
u speelt niet onaardig basketbal. U weet wellicht dat bij een meerkamp de winnaar pas na de laatste proef bekend is. Ik gaf niet af, heb het toch mooi binnengehaald.
(lacht)”
“Politiek en sport combineren is bijzonder interessant. Je kunt én wegen op het beleid, én op het veld. Een olympisch kampioene trainen wekt wel meer emoties op dan burgemeester zijn. Als Nafi op een dag politica zou zijn – als het haar interesseert – zou ze het in elk geval beter doen dan ik. Zij is diplomatischer. (lacht)”
Parijs 2024
“Op de Spelen van Tokio is Nafi
26 jaar. Voor mij zit ze nog niet aan het einde van haar mogelijkheden. Ze heeft het in zich om op een dag het wereldrecord zevenkamp te verbeteren (staat nu op naam van de Amerikaanse Jackie Joyner-kersee met 7.291 punten, red.). Het is een straf record, maar ik geloof daarin. Wanneer dat zal zijn? Dat weet ik niet, maar nog niet in Tokio. Ik zou alleszins ontgoocheld voor haar zijn als ze voor het einde van haar carrière niet het Europees record zou pakken (in het bezit van de Zweedse Carolina Klüft met 7.032 punten. Thiam heeft een pr van
7.013 punten, red.). Dat is ze zeker waard.”
“Na de Spelen zal Nafi geen sabbatjaar nemen. In 2022 vindt het WK plaats in Eugene, de uitvalsbasis van haar hoofdsponsor Nike. Wat Parijs 2024 betreft, hangt het af van Nafi. In mijn ogen heeft ze alles om ook deel te nemen aan de Spelen van Parijs
2024, maar alles telt mee: haar fysieke conditie, haar goesting… Aan mij zal het niet liggen, ik wil gerust doorgaan. Ik voel mij nog goed. Ik testte één keer positief en één keer valspositief op corona. Ik heb nooit iets gevoeld. Oké, ik was een beetje moe, maar lag het daaraan? Ik had corona en ben volledig gevaccineerd, ik heb dus meer dan genoeg antilichamen. Dus ben ik in topvorm. Buiten een knie die niet meer meewil. (lacht)”
“Nafi is een vrouw die al vijf jaar lang olympisch kampioene is. Ik heb mij wat moeten aanpassen, vooral aan haar manier van leven. Ik ben niet meer het middelpunt van haar leven.”
Roger Lespagnard