Gazet van Antwerpen Stad en Rand
NOG 1 KUSJE AAN BABY GEORGES EN DAN NAAR TOKIO!
Wout van Aert wint na tijdrit ook sprint op de Champs-Élysées
Wout van Aert heeft gisteren Parijs verlaten als een ‘Grand Monsieur’. Drie ritzeges en tonnen charisma maken van de Kempenaar een van de meest toonaangevende renners van het peloton.
De Belgische kampioen trok met enkele vraagtekens richting Tourstart in Brest. Ondanks het winnen van het Belgisch kampioenschap wist Van Aert dat hij niet in zijn allerbeste conditie naar de start van de Tour was afgezakt, als gevolg van een verstoorde voorbereiding.
Het multitalent van Jumbo-Visma zou de Tour gebruiken om zichzelf naar topconditie te fietsen, met het oog op de Olympische Spelen in Tokio. En, waar mogelijk, proberen een ritje mee te pikken. Wie in zijn twee vorige deelnames al drie keer wist te winnen, wil niet zomaar Parijs verlaten. Drie weken later is de conclusie glashelder: Van Aert heeft zich doorheen de Tour naar zijn topconditie gefietst. En zijn ritje heeft hij ook meegepakt, drie zelfs! En wat voor etappes: de mythische tocht met de dubbele beklimming van de Mont Ventoux, de tijdrit zaterdag in Saint-Émilion en de keizerlijke spurt op de Champs-Élysées. Van Aert doet wat haast niemand hem ooit heeft voorgedaan in de geschiedenis van de Tour: hij won een massaspurt, een tijdrit én een bergrit. Opnieuw, Wout van Aert is een Grand Monsieur geworden.
In het spoor van Van Aert hebben vele landgenoten zich onderscheiden: Dylan Teuns en Tim Merlier wonnen een etappe, Brent Van Moer was een heuse openbaring, Jasper Stuyven zal als hij zo blijft verder doen op een dag de ereplaatsen inruilen voor een ritzege, wat evenzeer geldt voor Jasper Philipsen. Maar er waren ook de ontgoochelingen: Philippe Gilbert, Thomas De Gendt en ook Greg Van Avermaet. Kloeke dertigers bij wie het besef begint te leven dat de Tour niet meer aan hen is besteed.
En de overige Antwerpenaren? Jan Bakelants reed een moedige Tour, maar beseft dat het winnen van een etappe een pak moeilijker is geworden. Voor Victor Campenaerts kwam uit waarvoor we vreesden: de Tour de France was voor de werelduurrecordhouder de wedstrijd te veel. Op de flanken van de Ventoux, niet toevallig daar waar zijn vader stond opgesteld, gaf de Antwerpenaar er de brui aan. Campenaerts houdt van symboliek. Ook voor Tosh Van der Sande eindigde de Tour in de buurt van de Ventoux. De man van Wijnegem deelde in de malaise van Lotto-Soudal na het uitvallen van Caleb Ewan.
De Tour editie 2021 was een grand cru, een wedstrijd voor fijnproevers, met een smaakbom uit de Kempen. Voor Van Aert gaat het nu in vliegende vaart richting Tokio voor de volgende afspraak. Een afspraak die hij niet zal missen, niemand die daaraan hoeft te twijfelen.
Brent Van Moer was een revelatie, Jonas Rickaert maakte furore als lead-out, Tim Merlier en Jasper Philipsen ontpopten zich tot topsprinters en Dylan Teuns won een bergrit. De 108ste Tour werd gekruid door de Belgen, met Wout van Aert als peper én zout. Na glorie op de Mont Ventoux won de 26-jarige Kempenaar zaterdag de tijdrit, gisteren volgde ook nog de slotetappe. Het kan straks alleen maar mooier worden. Vijf vragen en antwoorden over zijn Tour en toekomstplannen.
VAN AERT WON NU EEN BERGRIT, TIJDRIT EN SPRINT IN ÉÉN TOUR. WAT IS HET VOLGENDE OP ZIJN VERLANGLIJSTJE IN DE TOUR?
Wout van Aert: “Nog wel een paar zaken. Ik wil ooit zeker eens voor de groene trui gaan. Dat wordt misschien het volgende doel, maar alles op zijn tijd. Ik was nog maar net over de streep op de Champs-Élysées of ik kreeg al de vraag of ik de nieuwe Merckx ben. Wel, Merckx heeft vijf keer het eindklassement gewonnen en daarnaast ook elke koers die er bestaat in het wielrennen. In vergelijking met Eddy ben ik maar een kleine coureur. Ik kan alleen blij zijn met wat ik zelf bereikt heb in deze Tour, en dat is best veel.”
REED WOUT ZATERDAG ZIJN BESTE TIJDRIT OOIT?
Trainer Marc Lamberts: “Zonder twijfel was dit wel zijn beste tijdrit aan het einde van een grote ronde, maar puur qua power en wattages was zijn tijdrit op het WK in Imola vorig jaar nog beter. Logisch, want na drie weken vol arbeid en fysieke belasting in een wedstrijd van het allerhoogste niveau is het ook onmogelijk om zijn beste tijdrit te rijden.”
Van Aert: “Een tijdrit aan het einde van de Tour kan je niet vergelijken met een tijdrit op een kampioenschap.”
Sportief manager Merijn Zeeman: “Daarom is het straf dat hij qua wattages en gevoel een betere tijdrit reed dan in Laval, op de vijfde dag van de Tour.”
Performance manager
Mathieu Heijboer: “De etappes voor deze tijdrit heeft Wout zich zo rustig mogelijk gehouden om in de tijdrit zo optimaal mogelijk aan de start te verschijnen.”
Van Aert: “Ik koos er daarom voor om vooraan een plateau van 56 tanden in plaats van 58 tanden te laten monteren, omdat ik mijn cadans zo hoog mogelijk wilde houden. Dat lukte prima, tot in de laatste vijf kilometer, waarin ik voelde dat ik een klein beetje wegzakte.”
Heijboer: “Toch zal het zijn beste tijdrit ooit benaderen, anders versla je Asgreen en Küng niet met zo’n groot verschil.”
Lamberts: “Vergeet ook niet dat de wind in de loop van de namiddag draaide, wat in het nadeel was van Wout tegenover Asgreen, die twee uur vroeger was gestart. Net daarom behoort deze tijdrit wel tot zijn top drie. Zeker ook omdat hij aerodynamisch beter op zijn fiets zat dan in Imola.”
Van Aert: “Ik plaats deze zege zeer hoog op mijn palmares. Een tijdritzege in de Tour stond al zeer lang op mijn bucket list. Eindelijk pasten alle puzzelstukjes in elkaar.”
IS HIJ NU TOPFAVORIET VOOR DE TIJDRIT IN TOKIO?
Van Aert: “Nee. Deze tijdrit telde 250 hoogtemeters. De tijdrit op de Olympische Spelen is weliswaar veertien kilometer langer, maar telt wel meer dan 700 hoogtemeters. Voor een renner van mijn gewicht wordt het een zware uitdaging om in Tokio op te boksen tegen renners die tien kilo minder wegen. Gasten zoals Remco Evenepoel hebben een streep voor, maar ik geef mij nog niet gewonnen. Het parcours bevat ook platte stukken, waarop ik in het voordeel ben.”
Lamberts: “Daarom mogen we naast de klimmers ook Rohan Dennis en Filippo Ganna niet vergeten.”
Van Aert: “Ik heb allang niet meer tegen hen gekoerst. Ik zag dat Ganna de voorbije week de Settimana Ciclistica Italiana reed. Een rittenkoers zonder tijdrit, en op het eerste gezicht dus een vreemde voorbereiding op een tijdrit, maar Ganna rijdt de wegrit niet en zal alles op alles zetten in de tijdrit.”
Zeeman: “Ik geloof Wout als hij zegt dat hij nu niet de topfavoriet is, maar anderzijds geeft zo’n overwinning een boost en is zijn vorm stijgend. In Tokio maakt een groepje van tien renners kans en daar hoort Wout zeer zeker bij. Roglic ook. Door zijn blessures na de val in
de Tour heeft hij niet veel kunnen trainen op de tijdritfiets, maar volgens de waarden die hij trapt op training heeft hij qua vermogen niks ingeboet.”
Van Aert: “Ik ken Primoz voldoende om te weten dat hij daar in grote conditie zal verkeren. Uit elke tegenslag put hij moed en dat maakt hem mentaal sterker. Al zullen op dat zware parcours van Tokio vooral de benen het verschil maken.”
Lamberts: “Het belangrijkste is dat hij nu goed kan uitrusten, zodat de supercompensatie zijn werk doet. Lukt dat, dan kan hij in Tokio nog tien watt meer trappen dan in deze tijdrit. Dan doet hij mee voor de prijzen.”
IS VAN AERT IN DEZE TOUR NAAR ZIJN TOPVORM GEGROEID?
Lamberts: “Wout begon de Tour op 95 procent van zijn kunnen. Het was de bedoeling om hier die laatste procentjes te winnen en ik denk dat dat gelukt is. Wout verkeert nu in de best mogelijke conditie die we konden bereiken na zijn operatie aan de appendix begin mei.”
Zeeman: “Wout zit nu op zijn beste niveau. Vorig jaar was hij nog net iets lichter, waardoor hij iets beter was in de bergen.”
Lamberts: “Ook bergop boekte hij deze Tour veel progressie en dan heb ik het niet alleen over zijn raid naar de Mont Ventoux. In de laatste bergrit naar Luz Ardiden hield hij tot op vijf kilometer van de streep stand in de groep der favorieten. Nadien stuurde Wout: Ik heb nog even getwijfeld om verder aan te klampen, maar heb toch mijn verstand gebruikt en mij laten lossen. Wat heb ik eraan om vijfde te eindigen in een bergrit? Toen wist ik dat hij fysiek dicht tegen de honderd procent van zijn kunnen aanschurkt.”
Van Aert: “Misschien is dit de beste Wout Van Aert sinds het WK in Imola van vorig jaar, al zat ik er tijdens de Tirreno dit jaar ook kort tegen aan, toen won ik ook de tijdrit, een sprint en ging ik ook zeer goed bergop. Het gevoel dat ik in de laatste week van de Tour had, komt aardig in de buurt.”
KAN WOUT OOIT DE TOUR WINNEN?
Van Aert: “Dan moet ik nog een uur sneller rijden dan dit jaar. Mijn achterstand op Pogacar bedraagt 57 minuten. Akkoord, ik ben niet in elke bergrit tot het uiterste gegaan, maar in sommige ritten zoals die naar Le Grand-Bornand wel en dan eindigde ik toch enkele minuten na de snelste klimmers. Wil ik ooit een doel maken van het klassement in de Tour, dan moet mijn klimvermogen nog een pak beter.”
Lamberts: “Ik kan mij hier erg over opwinden. Als analisten menen dat hij een klassement in de Tour kan rijden zoals Jurgen Van den Broeck destijds, daarin durf ik nog meegaan: top tien en hoogstens strijden voor top vijf. Maar als ze bedoelen dat Wout de Tour kan winnen of het podium kan halen, dat zie ik niet gebeuren. Tussen top vijf en het podium zit een verdomd groot verschil. Op zijn scherpst weegt Wout tussen de 77 en 78 kilogram. Om op de slotklim de beste klimmers te kunnen volgen, moet je zes watt per kilogram lichaamsgewicht kunnen trappen. Reken uit, dan moet hij op de slotklim gedurende 45 minuten constant 470 watt duwen. Een monsterwattage. Dat kan niet. Misschien kon Miguel Indurain dat destijds wel en zelfs dat durf ik te betwijfelen, maar dat waren andere tijden.”
Van Aert: “Misschien is het op een dag mogelijk om mijn lichaam wat te veranderen en een betere klimmer te worden, maar op dit moment wil ik focussen op mijn sterktes: ritten in de Tour en Vlaamse klassiekers winnen.”
Lamberts: “Dat lichaam veranderen is niet zonder risico. Vijf kilogram spiermassa kwijtspelen, is verdomd moeilijk. Zeker als je dezelfde power wilt behouden. Bij mijn weten is het enkel Bradley Wiggins gelukt, maar het jaar nadien was het gedaan met hem. Zo’n transformatie kan carrièrebedreigend zijn.”
Zeeman: “Zijn carrière duurt nog lang. Ik denk dat Wout ooit wel eens een klassement in de Tour zal proberen rijden.”
Lamberts: “Wil Wout dat proberen, dan ga ik uiteraard in dat verhaal mee, maar ik zou het niet binnen vier jaar doen. Als Wout op korte termijn de Tour wil winnen, moet hij zich laten nationaliseren tot Fransman, zodat ze een Tourparcours op zijn maat maken: bergetappes met cols van maximaal vier procent, drie kasseiritten en lange tijdritten. Maar dat zie ik nog niet snel gebeuren.”