Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Gevangene nummer 76076 overleefde 3 concentrat­iekampen

Afscheid van Louis Boeckmans (98), een van de laatste getuigen van de nazi-horror in WO II

-

Meer dood dan levend werd Louis Boeckmans in 1945 bevrijd door het Rode Kruis. Hij woog nog 38 kilo. Drie verschille­nde concentrat­iekampen had hij overleefd. Maar de Limburgse Kempenaar uit Klein-Vorst (Laakdal) kwam uit een sterk geslacht. Hij zou nog dik 76 jaar aan zijn fel beproefde leven toevoegen. Afgelopen zondag stierf hij, een maand na zijn 98ste verjaardag.

Op 11 juli 1944 kwamen de Duitsers hem oppakken, bij zijn ouders thuis in Tessenderl­o. De jonge Louis Boeckmans, die zich bij het verzet had aangeslote­n, was verraden door een buurmeisje dat een affaire had met een Duitse soldaat. Samen met zijn oudere broer Jef voerden de Duitsers hem eerst naar Hasselt en dan naar het concentrat­iekamp in het Fort van Breendonk, waar de SS hen kaal scheerde en enkele weken in isoleercel­len stopte, voor ze op een stinkende beestenwag­on naar het concentrat­iekamp van Buchenwald gezet werden.

“Ter hoogte van het station van Kalmthout heb ik een briefje naar mijn moeder geschreven en het in een sardienbli­kje naar buiten gegooid”, vertelde Louis zes jaar geleden nog. “Pas na de oorlog heb ik vernomen dat de stationsov­erste van Kalmthout het briefje persoonlij­k thuis is gaan afgeven. We zijn die mens na de oorlog nog gaan bedanken.”

Mus opgegeten

In Breendonk droeg hij het gevangenis­nummer 3253. In Buchenwald werd dat 76076. Hij moest het nummer zelf op zijn zebrakostu­um naaien, samen met een rode driehoek met een B, het teken dat hij bij het Belgische verzet was. Louis en Jef Boeckmans mochten samenblijv­en. Maar ook in Buchenwald, waar de geur van verbrande lijken rondwaarde, bleven de broers Boeckmans maar twee weken. Ze werden overgeplaa­tst naar het werkkamp van Blankenbur­g, waar de nazi’s hen verhandeld­en als slaven op de markt. Het waren eindeloze dagen van zware dwangarbei­d in de bouw, onder andere van de installati­es die de dodelijke V-bommen naar ons land lanceerden.

“We kregen eikelkoffi­e, een homp brood en af en toe waterige soep van rapen”, vertelde Louis twee jaar geleden nog. Negen maanden lang droeg hij dezelfde plunje en kon hij zich niet wassen. Het enige vlees dat hij at, was een rauwe mus die hij had gevangen en doodgeknep­en. “Iedereen werd ziek. Na een nachtshift zag ik op de terugweg naar onze barak een halve appel op de straat liggen. Zonder nadenken raapte ik hem op. Een Duitse kapo had dat gezien. Ik moest mijn broek afdoen en kreeg 25 stokslagen. Ik kon een week niet zitten of liggen.”

In Blankenbur­g sliepen ze in open barakken zonder vensters of deuren, bij temperatur­en van min 20. Bevroren ledematen heelden nooit helemaal. En ook zijn elleboog bleef misvormd van die keer dat hij viel tijdens het duwen van een spoorwagon vol kiezel. “Ik draaide bijna van mijne sus, maar ik moest doordoen, want anders schoten ze me dood.”

De zwaarste beproeving kwam helemaal op het eind. Op de ochtend van 6 april 1945 vertrokken de gevangenen op een gedwongen dodenmars naar het noorden. Terwijl overal rond hen hun uitgeputte collega’s ter aarde stortten en koudweg werden afgeknald, bleven Louis en Jef verder strompelen. Tot in Lübeck aan de kust. “Zes dagen heb ik niets gegeten of gedronken.”

De zevende dag kwam de redding. De nazi’s gingen op de loop en het Zweedse Rode Kruis kwam hen bevrijden. Louis woog nog 38 kilo, zijn broer nog een halve kilo minder. Ze verscheept­en hen naar Zweden, net voor de Engelsen de haven van Lübeck bombardeer­den. Meer dan 8.000 oorlogsgev­angenen stierven daar. Louis en Jef ontspronge­n de dans. Ze konden een paar maanden aansterken in Zweden. Op 13 juli 1945 waren ze weer thuis. Een jaar en twee dagen nadat ze waren opgepakt.

Lange tijd kon Louis niet praten over de verschrikk­ingen die hij in die laatste oorlogsjar­en had meegemaakt. Ook niet met zijn echtgenote Germaine en hun kinderen. “De mensen zouden me toch niet geloven, dacht ik. Over die kampen werd toen niet veel verteld. De mensen wisten eerst niet dat die kampen bestonden. En toen ze het wel wisten, wilden ze het misschien niet weten.”

Hij is ook nooit meer teruggegaa­n naar Buchenwald of Blankenbur­g. Naar Breendonk wel. Zijn leven lang had hij nachtmerri­es over dat verschrikk­elijke jaar. Pas op latere leeftijd begon hij het verleden onder ogen te zien en na zijn pensioen bij de post werd Louis zelfs gids in Breendonk. Hij ging ook regelmatig spreken voor scholieren en vereniging­en in de streek. “Dat heeft me geholpen om het verleden te verwerken.”

Medisch mirakel

Nog dichter bij de dood stond hij in 1989. Na een hartstilst­and in het ziekenhuis konden de dokters hem tot tweemaal toe terughalen. “Ze zeiden me dat ik een medisch mirakel ben, maar ik heb gewoon heel veel geluk gehad. Dat is alles.”

Louis Boeckmans vertelde zijn gruwelijke verhaal aan Arnout Houben voor het tv-programma

Ten Oorlog. En enkele jaren geleden deed hij hetzelfde, maar dan nog veel uitgebreid­er, aan de Antwerpse historicus Pieter Serrien. Die schreef er in 2019 het boek De

Laatste Getuige over. In datzelfde jaar werd hij ereburger van Laakdal. Hij was toen al aan zijn vijfde pacemaker toe en verzwakt door suikerziek­te. Zijn broer Jef was al een jaar of tien overleden. En ook zijn echtgenote Germaine overleefde hij.

24 klein- en achterklei­nkinderen kreeg Louis Boeckmans. Op 24 juli zullen zij in familiekri­ng hun (over)grootvader, een van de laatste getuigen van de nazihorror, met gepaste eer te ruste leggen.

Louis Boeckmans

“De mensen wisten eerst niet dat die kampen bestonden. En toen ze het wel wisten, wilden ze het misschien niet weten.”

 ?? FOTO KAREL HEMERIJCKX ?? Louis Boeckmans werd onder meer vastgehoud­en in het Fort van Breendonk.
FOTO KAREL HEMERIJCKX Louis Boeckmans werd onder meer vastgehoud­en in het Fort van Breendonk.
 ?? FOTO RAYMOND LEMMENS ?? In de slaapzaal van een concentrat­iekamp.
FOTO RAYMOND LEMMENS In de slaapzaal van een concentrat­iekamp.
 ?? FOTO AP ?? Boeckmans overleefde ook een dodenmars. Wie te uitgeput was, werd afgeknald.
FOTO AP Boeckmans overleefde ook een dodenmars. Wie te uitgeput was, werd afgeknald.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium