Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het verhaal van zeven generaties banketbakkers
Winkel verhuisde in de loop der jaren van Kortrijk naar Antwerpen om in Mechelen te eindigen
De familie Vanderbeek,– en vroeger de familie Clement – moet wel banketbakkersbloed in de aderen hebben stromen. Anders houd je het geen zeven generaties vol. Nu de bekende patisserie in Mechelen definitief sluit, wordt het eens zo duidelijk hoe straf het is dat de familie het zo lang heeft volgehouden. Dat heeft ze te danken aan één constante, namelijk dat voor elk probleem een gepaste oplossing werd gevonden.
Het verhaal start in 1766. Ivo Clement wordt na zijn geboorte al vroeg wees. Zijn toekomst lacht hem niet echt toe, maar gelukkig wordt hij samen met zijn broer opgevangen door een nonkel, die chocolade verhandelt. Die man leert de broers banketbakken en met succes: beiden openen ze later een zaak in Kortrijk.
Ivo’s zoon Charles neemt de zaak in de Korte Steenstraat in Kortrijk uiteindelijk over. Het gezin van Charles blijft niet van tragedies gespaard, maar uit het derde huwelijk komt Julien voort, de latere overnemer van de zaak.
Vonk in de patisseriezaak
Dan gebeurt er iets wat zich later nog meer zal herhalen: er springt een vonk over in de patisseriezaak. De Limburgse leerjongen Mathieu Vanderbeek komt het vak leren in Kortrijk en wordt dolverliefd op één van de dochters van patissier Julien. Die kan echter de jongen overtuigen om niet met haar, maar met zijn oudste dochter Marie-Louise te huwen, want zij heeft ook nog geen man. En zo geschiedt.
De passie voor het ambacht zit bij de twee families in de genen: bij de twee takken zijn er patissiers actief. Ze werken tot op zekere hoogte samen door recepten en bereidingen uit te wisselen. Het gemengde huwelijk tussen een West-Vlaamse en een Limburger zorgt naar verluidt wel voor praktische problemen. Ze begrijpen elkaars dialect niet. De oplossing is om te converseren ... in het Frans.
Naar de Dageraadplaats
Een schoonbroer van Mathieu zet de zaak in Kortrijk verder, zelf wijkt hij uit naar de Dageraadplaats in Antwerpen, waar hij een mooie nieuwe zaak opbouwt. Er worden vier kinderen geboren, waarvan zowel de oudste als de jongste de zaak graag willen verderzetten. De oplossing is dat Jean, de jongste van het gezin naar de Steenweg in hartje Mechelen uitwijkt, waar een zaak over te nemen is.
Zijn start in 1939 is niet
evident,
want de Tweede Wereldoorlog gooit al snel roet in het eten. Grondstoffen zijn nog maar moeilijk te krijgen en Jean wordt zelf ook opgeroepen. Zijn vrouw Eugenie worstelt zich samen met de bakkersgasten door de woelige periode en houdt de zaak recht.
In 1955 komt zoon Paul mee in de zaak, hij begint ook speciale broden te verkopen en introduceert de Godiva-pralines in de zaak als zelfstandig verkoper. Zijn zoon Michel begint op jonge leeftijd mee te helpen en ontdekt al snel dat hij hier zijn leven van wil maken.
Dan herhaalt zich het scenario dat zich eerder al heeft afgespeeld. Een zekere Ann is trouwe klant, maar haar interesse blijkt zich niet louter tot de patisserie te beperken. Ook bakkerszoon Michel trekt haar aandacht. De vonken springen tot over de toonbank en de volgende 32 jaar runnen ze samen de zaak. Ze krijgen samen drie kinderen, maar geen van hen heeft de ambitie om de zaak verder te zetten. Hiermee zijn Ann en Michel de zevende en laatste generatie van patisserie Vanderbeek in Mechelen.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Ivo en Pierre Clement - Marie Noose Charles Clement - Marie Brandt
Julien Clement - Marie Coeman Mathieu Vanderbeek - Marie-Louise Clement Jean Vanderbeek - Eugenie Dessers
Paul Vanderbeek - Monique Van Craen Michel Vanderbeek - Ann Donneux