Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Alleen maar rebelser”

- ILSE DEWEVER

historisch­e details in

heb ik uitgevlooi­d, onder andere via heemkundig­e kringen. Tijdens het schrijven stond ik perplex van wat er op korte tijd veranderd is. Als je destijds van Beveren naar Antwerpen wou, moest dat met paard en kar of met de boerentram, terwijl dat maar honderd jaar geleden is! Er was nog geen tunnel onder de Schelde. Er waren geen passagiers­treinen, alleen vrachttrei­nen naar Vlaams Hoofd op SintAnneke. Van mobiele telefoons was geen sprake, en auto’s, die waren er alleen voor dokters en notarissen. De Eerste Wereldoorl­og was nog maar net achter de rug en WO II zat er al aan te komen. Door in de oorlog uit werken te gaan, voedsel te smokkelen, of stiekem kleren te naaien voor zichzelf ontdekten vrouwen dat ze ook alleen hun mannetje konden staan. De Tweede Wereldoorl­og was belangrijk voor hun ontvoogdin­g. Daarna wilden vrouwen niet meer in dat oude keurslijf. Toch waren mijn personages geen feministes, wel vrouwen die zich vrijvochte­n.”

“Alle

Drie Duifkes bobonne

De

Heeft Madeleine nog de vruchten kunnen plukken van die emancipati­e?

“Aan het einde van haar leven heeft nog een knopenen garenwinke­l gehad, al droomde ze van haute couture. Jurken heeft ze nooit ontworpen, omdat vrouwen in België pas een eigen zaak mochten runnen vanaf 1958. Op dat moment was zij al 59. In die tijd was je op die leeftijd al hoogbejaar­d. Met haar winkeltje heeft Madeleine nog iets van autonomie gevoeld, maar ze heeft er haar hele leven voor moeten vechten. Door mijn research daagde het welke doorbraak vrouwen in de twintigste eeuw hebben geforceerd. Dat beseffen wij te weinig.”

Als de vrouwen uit je boek ergens mee zaten, gingen ze niet naar een therapeut. Ze praatten onder elkaar.

“Van therapeute­n was toen nog geen sprake. De dingen werden vaak zelfs niet uitgesprok­en. Je moest vooruit, overleven, voort! Er bestond wel een enorm roddelcirc­uit van vrouwen onder elkaar. Ik herinner mij hoe op familiefee­sten mannen en vrouwen apart zaten. Mijn moeder en tantes hadden het over de pil die pas was uitgekomen, en over het vrouwelijk­e orgasme. Die vrouwen moesten alles zelf uitzoeken en bevechten. Ondanks alles had Madeleine het voor elkaar gekregen dat haar dochters een diploma konden behalen. Mijn moeder was fröbeljuf

maar toen ze al drie kinderen had, wou ze nog graag gymnastiek­lerares worden. Ik herinner mij hoe mijn vader al haar studieboek­en kapotscheu­rde, want zij moest thuisblijv­en bij de haard. Uiteindeli­jk legde ze dat examen af, terwijl wij – haar kinderen van 4, 3 en 2 jaar – in de gang op een bankje zaten te wachten.” red.), (kleuterlei­dster,

Op school leren we dat vrouwen stemrecht kregen in 1948, maar niet dat ze pas in 1976 over een eigen bankrekeni­ng konden beschikken.

“In 1958 kwam er een wet die ‘een einde maakte aan het gezag

van de man en de handelsonb­ekwaamheid van de vrouw’. Gehuwde vrouwen mochten dan weliswaar wel gaan werken of een eigen zaak uitbaten zonder toestemmin­g van de echtgenoot, over hun inkomsten konden ze niet zelf beschikken. Wat ze verdienden, ging naar hun man, net als de bezittinge­n die ze erfden. Pas in 1976 kon je als gehuwde vrouw voor het eerst een eigen bankrekeni­ng openen. Is dat niet godgeklaag­d? Tot ruim veertig jaar geleden was een gehuwde vrouw economisch compleet afhankelij­k van de goodwill van de man. Als je man het goed met je voorhad, had je geluk, anders was je de pineut. Als Octaaf zijn vrouw in huis opsluit en Tine naar de politie gaat, stuurt men haar weg: een man mocht destijds met zijn vrouw doen wat hij wou.”

Hoe zou jij als vrouw op die beperkinge­n reageren?

“Ik? Met mijn temperamen­t was ik toen zot geworden toen. Als kind wou ik de eerste tien jaar van mijn leven een jongen zijn. Gewoon omdat zij veel meer mochten dan meisjes. Ik ben naar het internaat gestuurd op mijn 12de, omdat ik altijd met jongens speelde. Toen ik op mijn 16de eindelijk in een gemengde school zat, volgde er alweer een shock. Tijdens de turnles mochten meisjes niet over de bok springen. Wij moesten over kleine obstakels, en het elegant houden in onze turnoefeni­ng. Ik ben geboren in 1958, het jaar dat vrouwen voor het eerst mochten gaan werken zonder toestemmin­g van hun man. Op profession­eel vlak heb ik altijd mijn zin kunnen doen, maar ik denk wel dat men heel anders tegen mijn carrière aangekeken zou hebben mocht ik een man zijn geweest.”

Hoe bedoel je?

“Omdat ik bij mijn filmdebuut als 22-jarige actrice naakt ging voor van Hugo Claus, werd ik jarenlang afgeschild­erd als femme fatale. Op de filmaffich­e in deze krant werd mijn haar verlengd en tot over mijn tepels bijgekleur­d. Mijn reputatie beterde niet toen ik mijn eerste hoofdrol speelde in als prostituee. En al helemaal niet nadat ik als eerste Vlaamse in

had gestaan – voor mij was dat een daad van verzet om tegen de schenen te stampen van de burgerij. Op de cover hadden ze gelukkig voor mijn familie wel mijn familienaa­m verkeerd gespeld, met ‘ch’ in plaats van ‘gh’. Als men aan mijn vader vroeg of ‘die Hilde Van Mieghem’ zijn dochter was, antwoordde hij ‘soms’. Los van wie ik was, werd ik lang vereenzelv­igd met de rollen die ik speelde. Zelfs als regisseur kreeg ik te horen: ‘Schoenmake­r, blijf bij uw leest.’”

Vrijdag

Playboy

Blonde Dolly

Hoe ben je met die kritiek omgegaan?

“De denigreren­de manier waarop ik vroeger werd benaderd als actrice en als beginnend regisseur, heeft me lang achtervolg­d. Ik heb er erg van afgezien. Dat soort attitude, dat laatdunken­d doen over vrouwen, is een moderne vorm van discrimina­tie. Als een man zoveel verschille­nde petjes zou opzetten, zou men hem algauw bestempele­n als ‘multitalen­t’. Ik voel dat met de columns en de Canvasreek­s

heel mijn imago is veranderd. Men kijkt nu anders naar Hilde Van Mieghem dan vijf jaar geleden. Lang leefde ook de vrees om met een roman op de proppen te komen. Intussen voel ik dat die ongegrond is en dat ik mij niet meer zo zal hoeven te verweren. Als schrijver ben ik eindelijk thuisgekom­en, waar ik altijd al had moeten zijn.”

Eens Wist

iDe Drie Duifkes,

Hilde Van Mieghem, De Arbeidersp­ers, 408 pagina’s Boekvoorst­elling op 1 juli vanaf 19.30u in Stad Leest, Oudaan 18, Antwerpen

Als Je

“Ik zwolg ook in de romantiek en levenslang­e verliefdhe­id waar oma zich aan optrok: na 44 jaar was ze uiteindeli­jk samen met haar jeugdliefd­e.”

“Het boek is voor 90% fictie, maar wel degelijk gebaseerd op mijn drie grootmoede­rs. Twee echte, en een stiefgroot­moeder. Alle drie straffe tantes.”

“Tot ruim veertig jaar geleden was een gehuwde vrouw economisch compleet afhankelij­k van de goodwill van de man.”

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium