Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bijna de grootste naoorlogse ramp in Antwerpen
Hoe kon in vredesnaam een gloednieuw schoolgebouw instorten kort voor bijna vijfhonderd kinderen er hun intrek in zouden nemen? Een jaar geleden vielen er vijf doden, maar het had evengoed de grootste ramp uit de naoorlogse Antwerpse geschiedenis kunnen geweest zijn. Het onderzoek is nog aan de gang, maar een paar pijnlijke zaken zijn al naar boven gekomen over de werf op het Nieuw Zuid. Allereerst is er de nieuwe schandvlek: dat verschillende arbeiders die toen zwaargewond geraakten aan hun lot zijn overgelaten. Omdat ze er als schijnzelfstandige werkten voor een onderaannemer van een onderaannemer van een onderaannemer, zonder enige sociale dekking. Of omdat ze er simpelweg in het zwart werkten, zoals de Oekraïner die door de aannemer achteraf werd omschreven als “een toevallige voorbijganger”. Dat aannemers soms met een keten van onderaannemers werken en dat onderaan die piramide soms onderbetaalde en onbeschermde sukkelaars uit verre landen het zware werk opknappen, dat is bekend. Dat zoiets kan op een werf van de stad zelf, zou niet mogen. Mogelijk heeft het streven om het zo goedkoop mogelijk te houden meegespeeld in de ramp.
Dan is er de brief waarin het studiebureau dat instond voor de stabiliteitscontrole aan de aannemer vroeg om dringend een paar zaken te herberekenen of aan te passen, omdat de “permanente vloerlasten” (zoals tussenwanden en vloeren) zwaarder uitvielen. Volgens een architect met expertise in stabiliteit is zo’n brief opmerkelijk, maar is de kans toch klein dat het de enige oorzaak is: “De marge voor instortingsgevaar van de welfsels, de dwarse betonnen steunbalken onder de vloeren, is maal twee of maal drie. Het is onwaarschijnlijk dat het halve gebouw instort omdat er een overschrijding is van de afgesproken vloerlasten of omdat de gebruikte welfsels iets minder draagkrachtig blijken.” De architect meent dat er vele oorzaken kunnen zijn, een verkeerde samenstelling van beton bijvoorbeeld. Of er is dat gerucht dat zware zakken met ‘chape’ op één plek werden gestapeld. “Het kan ook een combinatie zijn van factoren.”
De aannemer zal op diverse netelige vragen moeten antwoorden. De stad en stedelijk bouwheer AG Vespa lijken voor de instorting geen directe betrokkenheid te hebben. “Een bouwheer houdt zich normaal niet bezig met zulke controles, daarvoor vertrouw je de aannemer.” Dat die bouwheer zelfs geen werfvergaderingen bijwoont, gaat misschien te ver. En voor de werkcondities en het lot van de bouwvakkers hebben stad en AG Vespa op zijn minst een morele verantwoordelijkheid.