Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Maatschappelijk belang” bepaalt of lesbeelden verspreid mogen worden
Digitale opnames van colleges schenden privacy niet
De beelden waarop twee academici van de Uantwerpen kwetsende uitspraken doen over studenten van Marokkaanse origine en over de “Joodsorthodoxe gemeenschap”, is op sociale media inmiddels bijna 1.200 keer gedeeld. Degene die de beelden heeft verstuurd, is in overtreding met het onderwijsen examenreglement van de universiteit en met de GDPR- of Avg-regels. “Tenzij hij of zij kan aantonen dat het maatschappelijk belang wordt gediend.”
Sinds de coronapandemie worden aan de Uantwerpen alle lessen digitaal opgenomen. Omdat dit duidelijk gecommuniceerd is aan de studenten en de docenten, is hier geen sprake van schending van de privacy. “Als dit in een onderwijscontext gebeurt en alle beginselen van de GPDR (General Data Protection Regulation, red.) zijn gerespecteerd, is hier niets mis mee”, zegt Aurélie Waeterinckx van de Privacycommissie. “Docenten en studenten moeten hier uiteraard van op de hoogte zijn en het platform waarop de lessen worden gedeeld, moet goed beveiligd zijn.”
Ook Willem Debeuckelaere, voormalig voorzitter van de Privacycommissie en gastprofessor aan de faculteit Recht en Criminaliteit aan de Ugent, ziet hierin geen graten. “Maar als er toevallig ook andere commentaren of private gesprekken worden opgenomen, is dit strikt genomen wel een schending van de privacy. De verwerking van persoonsgegevens gebeurt met een duidelijk bepaald doel, namelijk de opname van de lessen. Als dat doel er niet is, dan is de verwerking wel degelijk een schending van de privacy, in dit geval van de twee academici.”
Burgerjournalistiek
Volgens het onderwijs- en examenreglement van de Uantwerpen mag een student geen studiemateriaal verspreiden. Om die reden kunnen opnames van lessen niet van de digitale leeromgeving Blackboard worden gedownload. Studenten die zich hier niet aan houden en wel opnames – gefilmd met een smartphone bijvoorbeeld – verspreiden, kunnen een tuchtprocedure oplopen. “Ook de privacywetgeving laat niet toe dat opnames zonder toestemming van de personen die op de beelden te zien zijn, op sociale media worden verspreid”, zegt Aurélie Waeterinckx van de Privacycommissie. “Als in de opnames ontoelaatbare uitspraken worden gedaan die als een inbreuk wordt ervaren, kunnen die wel naar de politie worden doorgestuurd.”
Willem Debeuckelaere nuanceert: “Strikt volgens het boekje
Peter De Meyer
Uantwerpen
“Veel professoren bekijken en editen de opnames nog. De eerste tien minuten of de pauzes worden er vaak uitgeknipt, of ook passages die niet over het vak gaan.”
mag het inderdaad niet, maar als kan worden aangetoond dat de verspreiding van de beelden het maatschappelijk belang dient, kan het wel. De journalistiek heeft als het ware een vrijbrief op de GPDR en het Grondwettelijk Hof heeft journalistiek zeer ruim geïnterpreteerd. Er wordt tegenwoordig veel gediscussieerd over burgerjournalistiek. Als de student die de beelden heeft verspreid, heel wat argumenten kan aanhalen die de verspreiding verantwoorden, is er geen sprake van een inbreuk. De maatschappij laten weten dat medewerkers van de universiteit zich op een ongepaste manier uitlaten over studenten, is een degelijk argument.”
Goedkeuring
Bij de Uantwerpen kunnen professoren ervoor kiezen of een les automatisch wordt opgenomen of niet. Als een les automatisch wordt opgenomen, wordt de opname na enkele uren rechtstreeks naar de mediaserver gestuurd. Beslist een prof dat zijn les niet automatisch wordt opgenomen, dan moet hij of zij eerst de goedkeuring geven vooraleer de opname op Blackboard terechtkomt. “Heel veel professoren bekijken en editen de opnames nog”, zegt Peter De Meyer van de Uantwerpen. “De eerste tien minuten of de pauzes worden er bijvoorbeeld vaak uitgeknipt, of ook passages die niet over het vak gaan. Ook als er tijdens automatische opnames iets gebeurt of iets vertrouwelijks wordt meegedeeld, kan er nog altijd worden ingegrepen vooraleer het naar de server wordt verstuurd.”
De beelden met de kwetsende uitspraken zijn opnames van een practicumexamen. De regel is dat examens niet worden opgenomen. Dat is hier wel gebeurd omdat de bijeenkomst geregistreerd stond als hoorcollege. Noch de studenten noch de onderwijsbegeleider en onderwijsassistent wisten dat er van het examen opnames werden gemaakt.
Het stikstofakkoord zorgde afgelopen week voor heel wat commotie. De boeren vinden dat ze strenger behandeld worden dan de industrie. Want de geplande ethaankraker van Ineos in de Antwerpse haven krijgt wél een vergunning, terwijl die toch ook tonnen stikstof zal uitstoten? Gaat die vergelijking op? En hebben de boeren gelijk als ze zeggen dat hun sector geviseerd wordt? “De landbouwsector lijkt nu een uitgestelde rekening te gaan moeten betalen.”
Verhitte gemoederen, maandagavond in het gemeenschapscentrum van Merksplas. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) krijgt van enkele honderden boeren verwijten naar het hoofd geslingerd. Intussen blokkeren tractoren buiten de weg en belandt de minister symbolisch aan de galg.
Vrijdag stapte de Boerenbond met een 170 pagina’s tellend bezwaarschrift tegen het stikstofakkoord naar het stadhuis van Leuven. Samengevat: het akkoord bevat onhaalbare doelstellingen voor landbouwers, is ecologisch niet onderbouwd, en juridisch wankel. Dat laatste komt volgens voorzitter Lode Ceyssens omdat de normen voor de landbouw strenger zijn dan voor de industrie. “Terwijl het voor de natuur niet uitmaakt waar die stikstof vandaan komt.”
Dat de Vlaamse regering met twee maten en gewichten lijkt te werken, stuit de landbouwsector tegen de borst. Zowel de boeren in
Merksplas als de Boerenbond wezen afgelopen week naar Project One van Ineos, de ethaankraker die een week eerder een vergunning had gekregen van minister Demir. De Boerenbond zwaaide met een berekening: die installatie gaat evenveel stikstof uitstoten als bijna 95 gemiddelde melkveebedrijven. Klopt dat? En gaat de vergelijking tussen landbouw en industrie wel op?
Is alle stikstofuitstoot hetzelfde? Er is een fundamenteel verschil in de manier waarop verschillende sectoren stikstof uitstoten. In de industrie en bij transport gebeurt dat vooral door verbrandingsprocessen, in de vorm van stikstofoxiden (NOX). In de veeteelt gaat het bijna uitsluitend om een verbinding tussen stikstof en waterstof, namelijk ammoniak (NH3). “Deze twee elementen gedragen zich volledig anders”, zegt Tobias Ceulemans. De onderzoeksexpert natuur en milieu aan de KU Leuven doet al vijftien jaar onderzoek naar stikstof. “Doordat NOX moeilijk wateroplosbaar is, blijft het heel lang in de atmosfeer voor het weer op de grond terechtkomt. NOX kan zich dus honderden kilometers ver verspreiden. Ammoniak daarentegen is heel sterk wateroplosbaar, waardoor het snel weer neerdaalt, op vijf tot tien kilometer van de bron. De impact van de industrie moet je met andere woorden bekijken op Europese schaal, terwijl die van de landbouw meer geconcentreerd is in de directe omgeving.”
Belangrijker dan de stikstofuitstoot is dan ook de impactscore. Die is gebaseerd op hoeveel stikstof een beschermd gebied kan slikken alvorens een kritische grenswaarde bereikt wordt. Draagt een bedrijf meer dan 50% bij tot die kritische waarde, dan komt dat bedrijf op de rode lijst. Op basis van die impactscore worden landbouwbedrijven die in of vlak naast kwetsbaar natuurgebied liggen, dus harder aangepakt. De geplande Ineos-fabriek ligt in het hart van de haven, niet vlak naast kwetsbaar gebied. In het milieueffectenrapport besluiten de experten dan ook dat de impactscore van de kraker slechts 0,49% zal bedragen.
Worden de boeren echt geviseerd?
De landbouwsector wordt inderdaad zwaarder aangepakt dan de industrie. Voor nieuwe vergunningen ligt de uitstootnorm van ammoniak (en dus voor veeteelt en mestverwerking) op 0,025%, terwijl die voor NOX (industrie en transport) op 1% ligt.
“De Boerenbond heeft gelijk dat de landbouw nu geviseerd wordt, maar vergeet wel te vermelden dat de sector decennialang ontzien is”, reageert Ceulemans. “Terwijl de uitstoot van stikstofoxiden in Vlaanderen sinds 1990 steeds is gedaald door inspanningen in de industrie, is de ammoniakuitstoot eerder stabiel gebleven en de jongste tien jaar zelfs licht gestegen. De landbouwsector lijkt nu een uitgestelde rekening te gaan moeten betalen.”
Een deel van het probleem is dat
Tobias Ceulemans
Onderzoeker KU Leuven bedrijven als Ineos veel efficiëntere technieken kunnen inzetten om de stikstofuitstoot terug te dringen. “Boerderijen kunnen wel een ‘ammoniakwasser’ installeren, maar die ingreep wordt deels tenietgedaan wanneer de staldeuren open gaan of het dierlijk mest op de akker verspreid wordt”, zegt Ceulemans. “Eigenlijk moet zo’n stal hermetisch afgesloten worden, maar dat is natuurlijk niet mogelijk. Fabrieken kunnen hun stikstofuitstoot gemakkelijker ‘sluiten’.”
Hoeveel koeien zijn er nodig om evenveel uit te stoten als een ethaankraker?
Omdat NOX en NH3 zich op een andere manier verspreiden en omdat er weinig bekend is over het verschil in impact op de natuur, is het niet wetenschappelijk om een ethaankraker met een boerderij te vergelijken. Toch zei minister Demir woensdag in Terzake dat de kraker “veel minder” zou uitstoten dan een groot landbouwbedrijf. Woordvoerder Andy Pieters verduidelijkte op Twitter dat de minister het had over de ammoniakuitstoot, en niet de totale stikstofuitstoot.
Toch kunnen we een voorzichtige vergelijking maken door om te rekenen hoeveel stikstof (N) er in respectievelijk stikstofoxiden (NOX) en ammoniak (NH3) zit. Project One zou jaarlijks 168 ton NOX en 18 ton NH3 gaan uitstoten, staat te lezen in het milieueffectenrapport van de installatie. Omgerekend naar pure stikstof (N) is dat 50,83 ton en 14,83 ton, samen 65,95 ton per jaar. De Boerenbond berekende op basis van die gegevens dat de kraker evenveel stikstof zal uitstoten als 95 gemiddelde melkveebedrijven. Want een gemiddeld Vlaams melkveebedrijf telt 65 melkkoeien, die elk gemiddeld 13 kilo ammoniak uitstoten per jaar. Dat maakt
845 kilo ammoniak, omgerekend goed voor 696 kilo stikstof per bedrijf per jaar. Voor de 65.950 kilo van de ethaankraker zijn dus bijna
95 boerderijen nodig.
Ook David De Pue, onderzoeker aan het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek ILVO, sloeg aan het rekenen. Hij maakt bij het telwerk van de Boerenbond de opmerking dat het jongvee niet meegeteld wordt. Met die kalveren erbij, komt de onderzoeker op 79 gemiddelde melkveebedrijven voor één ethaankraker.
“De Boerenbond heeft gelijk dat de landbouw nu geviseerd wordt, maar vergeet wel te vermelden dat de sector decennialang ontzien is.”
Lees ook onze buurtreportage bij de boeren van Merksplas op blz 24-25
i