Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Niet goed genoeg om met de besten mee te doen”
Remco Evenepoel (22) gaat deze Ronde van Zwitserland niet winnen. Zelfs een plaats in de top vijf is hoogst onwaarschijnlijk. In de eerste rit in het hooggebergte moest Evenepoel in de slotfase opnieuw afhaken. “De vorm, de benen, ik kan er onmogelijk tevreden over zijn”, klonk het eerlijk. Moeten we ons stilaan zorgen maken over de rondekwaliteiten van Evenepoel?
“Je kan niet blijven zeggen dat je nog stappen te zetten hebt. Op een gegeven moment moet je er gewoon staan.” Zo zei Remco Evenepoel het zelf in het begin van deze Ronde van Zwitserland. De boodschap was helder: dit moest zijn Ronde worden. Een Worldtour-wedstrijd van acht dagen, tegen enkele Tourfavorieten, met ritten die naar 2.000 meter en meer klommen. Het mocht dan allemaal nieuw zijn, na die sublieme Ronde van Noorwegen en met de flow waarin die grootste winst in Luik-bastenaken-luik hem had gebracht, mikte Evenepoel hier volop op het podium. Minstens. Niet dus. Met nog twee dagen te gaan is een plek in de top tien nog het hoogst haalbare. Zelfs in de bizarre omstandigheden waarin deze Ronde van Zwitserland naar zijn einde hobbelt. Vier voltallige ploegen naar huis door covid, enkele ploegen gehalveerd, favorieten Yates en Vlasov door corona geveld, maar zelfs dan vindt Evenepoel zichzelf vandaag pas terug op de vijftiende plek in het algemeen klassement. Wat donderdag gebeurde, gebeurde gisteren opnieuw. Minder radicaal, en op een ander parcours, maar opnieuw moest Evenepoel de groep der favorieten in de finale laten gaan. Terwijl vooraan de Duitser Denz vanuit de ontsnapping naar de ritzege fietste, verloor Evenepoel ditmaal 52 seconden op Geraint Thomas. In het algemeen klassement is zijn achterstand op leider Fuglsang opgelopen tot meer dan drie minuten. Dat is veel. Te veel.
Zondag tijdrit
De reden van dit nieuwe dipje? Het siert Evenepoel dat hij net als donderdag geen excuses zocht. “Ik ben gewoon niet goed genoeg om met de besten mee te doen”, klonk het oprecht. “Eenmaal gelost kan ik wel een goed tempo blijven rijden, ik heb zelfs nog wat jongens ingehaald, maar de tempoversnellingen die ik in Noorwegen
wel had, zijn er niet bij. De vorm, de benen, ik kan er onmogelijk tevreden over zijn. En dan doe je in een week als deze niet mee met de beste klimmers.”
Eerlijke taal, en Evenepoel zei het zonder veel frustratie. Integendeel, zelfs nu weigert hij de handdoek helemaal te gooien. Er zijn nog altijd twee dagen, hield hij er de moed in. Een nieuwe bergrit op zaterdag: “Stel dat ik daar een betere dag heb en toch weer kan meedoen voor de ritzege, ga ik dat zeker niet laten liggen.” Waarna zondag een slottijdrit volgt die hem op het lijf geschreven is. “Daar ga ik zeker nog eens alles uit de kast halen om de zege mee te pakken.”
Het typeert Evenepoel. Aan strijdlust ontbreekt het hem zelden. Maar zelfs dat zal niet kunnen beletten dat de vraagtekens over zijn kwaliteiten als pure ronderenner weer een tikje groter zijn geworden. Het is niet voor het eerst dat we het zien. Alles wat hij wel kan in kleinere rondes als die van de Algarve, Valencia, België of Noorwegen, lijkt zoveel moeilijker te worden als parcours, deelnemersveld en status van de rittenwedstrijden zwaarder en groter worden. Je merkte het dit jaar ook in de Tirreno, in mindere mate in het Baskenland en nu opnieuw in Zwitserland. Dan kan hij bergop niet met de allerbesten mee. Stilaan dringt de vraag zich op: is dit iets structureels en zal dit zijn toekomst als ronderenner blijven hypothekeren, of hoort dit nog altijd bij zijn leerproces en is het van voorbijgaande aard?
Vuelta
Uithijgend in Zwitserland gelooft Evenepoel nog altijd stellig in het laatste. Gretig wees hij daarbij naar de voorbije Ronde van Noorwegen: “Zou ik hier in Zwitserland de wattages kunnen duwen die ik in Noorwegen duwde, dan doe ik hier zeker mee met de besten.” En: “Als ik echt goed ben, moet ik op elk parcours vooraan meedoen.” Voorzichtig zocht hij zelfs al naar een oorzaak: “Misschien was ik na mijn hoogtestage (in mei, red.) te snel in topvorm en is het nu al wat minder.” Zeker is: opnieuw dringt een evaluatie zich op. Over deze Ronde van Zwitserland, over zijn aanpak én over zijn toekomst als ronderenner. Over minder dan twee maanden wacht al de Vuelta. Zoals een slimme renner deze week zelf zei: “Je kan niet blijven zeggen dat je nog stappen te zetten hebt.”