Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De zee was net opz’n gevaarlijkst
Dramatische dag aan de kust met overlijden van twee zwemmers
Zwemmen in de Noordzee levensgevaarlijk, nee toch? Ja, toch. Het dramatische ongeval van afgelopen weekend waarbij twee zwemmers verdronken, toont wat voor een sluipschutter “het zeetje” kan zijn. “Voor je het weet, ben je kansloos”, zegt de Blankenbergse hoofdredder Tom Cocle. “En tóch geloven mensen ons niet als we dat zeggen.”
“We hadden het voorspeld”, zegt Tom Cocle. “Het was een zéér gevaarlijke dag op het strand.”
De hoofdredder van de Blankenbergse reddingsdienst wist dat het gevaar overal loerde, zaterdag. Een dodelijke mix van omstandigheden heeft uiteindelijk twee Poolse mannen, 30 en 43 jaar oud, het leven gekost. Ze gingen in de zee in een afgelegen en onbewaakte zone tussen Blankenberge en Zeebrugge, en ze verdronken allebei.
Hoe kan het dat twee volwassen mannen zo door de zee overmand worden dat ze niet meer kunnen terugzwemmen, dat ze niet kunnen boven blijven, dat ze een speelbal worden van golven en stroming?
“Drie redenen”, zegt Cocle.
“Eén: de getijdenstroming. Iedereen kent hoogwater en laagwater, maar dan heb je nog eens springtij, de allerhoogste waterstand. Enkele dagen geleden was het springtij. Hoe groter dat verschil tussen eb en vloed, hoe meer water er verplaatst wordt. Daar hebben zwemmers letterlijk geen antwoord tegen: je bent kansloos.”
“Zageventen van de zee”
Twee: de wind. Het weer mocht zaterdag nog prachtig zijn: het waaide keihard aan de kust. 5 tot 6 beaufort uit het noordoosten: dat is geen klein briesje. “Dan wordt de zee automatisch een stuk wilder, met ruwere golven”, zegt Cocle. “Die gure omstandigheden maken de zee heel gevaarlijk. Mensen geloven ons vaak niet. We zijn een beetje de zageventen van de zee, hè. Maar redders staan er niet zomaar. En we hameren elk jaar op de gevaren van de zee. Ik vind het heel tragisch dat dat nu na zo’n ongeval weer eens in de media moet komen. Maar de zee is geen zwembad.”
Daarvoor ligt ook de vloer niet vlak genoeg, de derde reden. “Er zitten grote niveauverschillen in het zand op het strand”, zegt Cocle. “Kellen en muien heten die. Bij hoogwater zijn die onzichtbaar. Je kan al raden wat er zaterdag gebeurd is. Zo’n mui is een riviertje op zich in de zee, tussen de zandbanken in. Daar stroomt het water makkelijk met 10 kilometer per uur. Daar word je in meegesleurd.”
Wie kent die morfologie van het strand? “Weinig mensen”, zegt Cocle. “Wanneer je aan de kust woont, dan wel, dan krijg je dat met de paplepel binnen. Maar mensen uit het binnenland of andere contreien, die komen genieten en willen geen lesje gespeld krijgen over wat mag en niet mag.
“Wie gaat zwemmen in een onbewaakte zone en gered moet worden, zou zelf moeten opdraaien voor de kosten van die interventie.”