Een ziekenhuis met ambitie

Een van de grootste ziekenhuizen van Europa en de grootste zorgkoepel van België, daar mag Antwerpen trots op zijn. Niets dan blije gezichten gisteren bij de voorstelling van ZAS, het Ziekenhuis Aan de Stroom, dat in 2024 van start kan gaan als de fusie van de groepen ZNA en GZA. Meer efficiëntie, meer kwalitatieve zorg, meer samenwerking … De plannen zijn ambitieus en een stad als Antwerpen waardig. De uitdagingen in de gezondheidszorg zijn enorm, en in een metropool als Antwerpen is een perfecte organisatie ervan noodzakelijk om alle inwoners de zorg te kunnen bieden die ze nodig hebben. Schaalvergroting heeft zeker voordelen. Het biedt bijvoorbeeld meer mogelijkheden om specialisaties uit te bouwen. Een groot netwerk kan de beste dokters in huis halen. Er kan efficiënt worden omgesprongen met medische hulpmiddelen en er zijn veel meer kansen voor artsen en personeel om door te groeien of zich te specialiseren. Dat alles moet uiteindelijk de patiënten ten goede komen.

Maar wordt de patiënt nu echt beter van de fusie? Uit een onderzoek van het ACM (Autoriteit Consument en Markt) in Nederland, blijkt van niet. Het ACM onderzocht een aantal fusies op 97 indicatoren en kon geen grote verschillen in de kwaliteit van de zorg waarnemen. Na een enorme golf van ziekenhuisfusies, lijkt de liefde voor fusies in Nederland trouwens wat te bekoelen. Twee jaar geleden werd in Zuid-Holland een bestuurlijke fusie tussen drie ziekenhuizen na zeven jaar zelfs teruggedraaid. Er rijzen vragen bij de al te grote machtsconcentratie van die megaziekenhuizen in verhouding tot de overheid en de ziekenfondsen. En is er nog ruimte voor concurrentie op deze manier? Heeft de patiënt nog vrije keuze? Volgens sommige Nederlandse specialisten hebben ziekenhuizen tegenwoordig vooral meer nood aan samenwerking met de eerstelijnszorg in hun regio dan aan fusies met andere ziekenhuizen. De coronacrisis heeft inderdaad bewezen hoe belangrijk die eerstelijnszorg is. Die lokale verankering van de gezondheidszorg is van cruciaal belang gebleken voor de opsporing van het virus en de vaccinatiecampagne. Patiënten worden na een ingreep ook sneller naar huis gestuurd. En goede samenwerking met huisartsen en thuisverpleging moet er dan zeker zijn.

Maar die lokale samenwerking met huisartsen, thuisverpleging en andere hulpverleners, hoeft de samenwerking op het niveau van de ziekenhuizen niet in de weg te staan. Een grote stad als Antwerpen heeft samenwerking op grote schaal en op alle fronten nodig. Dit project toont ambitie. Daar mogen we trots op zijn, en die hebben we nodig in deze barre tijden.