Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Queen is zo rijk als de zee diep is, met dank aan windmolens
Brits koningshuis profiteert volop van hernieuwbare energie
Terwijl de inflatie in Groot-Brittannië gisteren het hoogste peil bereikte in veertig jaar, is er alvast één Brit die daar niet wakker van ligt. Voor de Queen was 2021 een puik jaar, en de komende tien jaar zien er nóg beter uit. Dat heeft de koninklijke familie te danken aan de Crown Estate. Daarin zitten een heleboel eigendommen, en één ervan is goud waard: de zeebodem van de Britse territoriale wateren. Daar kunnen namelijk goeddraaiende windmolenparken op gebouwd worden. Maar er zijn kapers op de kust.
Vorig jaar steeg de waarde van het portfolio van de Britse Crown Estate met 8,3%, naar 18,3 miljard euro. Die toename zou veel minder zijn geweest als de eigendomsrechten van de zeebodem in de territoriale wateren rond Groot-Brittannië – Schotland uitgezonderd – niet in dat portfolio hadden gezeten. Die zijn namelijk uitermate geschikt om windenergie te oogsten.
5,8 miljard uit het potje komt uit een veiling van zes licenties voor windmolenparken en de ingebruikname van twee parken. De komende tien jaar zullen die de Crown Estate jaarlijks 1,02 miljard opbrengen. En daar vaart iedereen wel bij. Wat de Crown Estate aan ponden binnenkrijgt, wordt door de Britse koninklijke familie in de Britse staatskas gestort. Daarvan krijgt de koninklijke familie dan een percentage terugbetaald, belastingvrij.
Sneller stijgen dan inflatie
De regeling dateert van tijdens het bewind van George III. De koning erkende, onder druk van het parlement, dat hij niet langer alleen het land regeerde. Daarom kon hij de Crown Estate niet meer claimen. In 1760 werd een akkoord bereikt dat de inkomsten ervan via de monarch worden doorgestort naar de staatskas. In ruil kreeg de monarch van dienst een vast inkomen.
In 2011 bedroeg die dotatie voor een deel van de officiële taken van de Queen en haar familie 16 miljoen euro. Dat jaar veranderde de regeling en werd een percentage ingevoerd dat elke vijf jaar herbekeken wordt, de sovereign
grant. In het eerste jaar bedroeg die 15%, of 36 miljoen. Vorig jaar was dat, aan een percentage van 25%, al 90 miljoen. De Queen heeft het enorme voordeel dat de
grant wordt aangepast met percentages die hoger liggen dan de inflatie.
‘Queen goes green’
Dat is niet de enige bron van inkomsten van de monarch. Nog eens dik 20 miljoen krijgt ze uit 18.000 hectaren aan gronden, huizen en historische monumenten. En dan zijn er nog haar privéeigendommen. Daarin zit alvast 140 miljoen die ze erfde van haar moeder. Haar hele inkomen is niet gekend, maar experts schatten dat op 13,8 miljard.
Maar het meeste potentieel zit dus in de Crown Estate. Alleen al door de zeebodem en de windmolenparken komt daar jaarlijks meer dan een kwart miljard bij. En daar zal het niet bij blijven. De Crown Estate gaat vol voor groene energie, zeker nu de gasprijzen door het dak gaan en energie alleen maar meer opbrengt. Er zijn nu al getijdenturbines. Drijvende windmolenparken in ondiepe wateren, waarvoor licenties kunnen worden verleend, staan nog op het programma. En ook de opslag van CO2 onder het wateroppervlak is een van de projecten die in gang zijn gezet.
Met 363 miljoen inkomsten uit de Crown Estate vorig jaar, pikt men trouwens weer aan bij de pre-coronacijfers. De zeebodem
heeft de meubelen gered. Want de Londense portefeuille, geconcentreerd rond Regent Street, het winkelparadijs in West Londen en de residentiële wijk St. James, lijdt nog steeds onder corona. De inkomsten daar zijn 38% lager dan in 2019. Tijdens corona moest het ministerie van Financiën trouwens tussenkomen om de Crown Estate niet in het rood te doen gaan.
Onvrede
Toch zijn er kapers op de kust. Dit jaar moet de sovereign grant herbekeken worden voor de komende vijf jaar. In 2017 werd die op 25% gelegd, om de renovatiekosten van Buckingham Palace te dekken, want ook de paleizen worden uit die pot betaald. Toen gold de afspraak dat het percentage pas weer zou zakken naar de gebruikelijke 15% als de werken afgerond zijn. Die einddatum ligt in 2027, dus ook nog eens de hele periode van de volgende grant. Maar gezien de stijgende levensduurte en de enorme inflatie in Groot-Brittannië gaan er stemmen op om die afspraak van vijf jaar geleden te verbreken en het percentage af te slanken, ook al is de renovatie nog niet klaar. Zeker nu de windmolenparken de komende jaren voor veel extra inkomsten gaan zorgen. De regering kan elk pond gebruiken om de stijgende levensduurte op te vangen.
Schotland en Wales gaan nog een stap verder. In Wales werd een petitie opgestart om de Crown Estate in eigen handen te nemen, wat gesteund wordt door Labour, om “de levensduurte” op te vangen. Daar lijkt hernieuwbare energie immers een nog grotere bron van inkomsten te zijn. De geschatte waarde van de eigendommen in Wales steeg tussen 2020 en 2021 van 111 miljoen naar 603 miljoen, enkel en alleen door het potentieel voor windenergie en getijdenturbines.
In Schotland werd al in 2016 ingegrepen. Daar wordt de Crown Estate niet langer vanuit Londen geleid en gaan de inkomsten rechtstreeks naar Edinburgh. Dat steekt in Cardiff de ogen uit. Zeker nadat de Schotten vorig jaar de eerste windmolenpercelen veilden en 817 miljoen ophaalden.
Dat hoeft nog geen aanslag op de portemonnee van de Queen te zijn, want Schotland keert zelf nog een sovereign grant uit. Maar de oppermachtige nationalisten willen dat die zo snel mogelijk wordt afgeschaft, omdat het een relikwie uit het verleden is en de eigendommen van het Schotse volk zijn. Premier Nicola Surgeon heeft dat eerder al plechtig beloofd. In Wales wil alvast een deel van de politici ook die koers
varen.
De koninklijke familie stort de inkomsten uit de Crown Estate in de staatskas. Ze krijgt daar dan 25% van terug als werkingskosten. Door de windmolenparken komt daar in tien jaar tijd meer dan 10 miljard bij.