Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik werd zot tijdens corona, alles viel weg”

“Wij zijn getrouwd in de winter, alleen dan is er tijd”

-

Leeftijd: 33

Van: Brussel

Kinderen: Constant (4), Matt (11) en Toni (15)

Stand: Lunapark Golden Nugget en The Grill House

Vrouw van: Geoffrey Sonnaert

“Mijn ouders hebben vroeger altijd botsauto’s gehad. Meegekrege­n van mijn grootouder­s en mijn overgrooto­uders, die ermee begonnen zijn. Ikzelf heb een superjeugd gehad: altijd en overal kameraden, muziek en ambiance. Wij kwamen elke vrijdag terug van het internaat voor kermiskind­eren in Etterbeek en het was, hup, meedraaien met de ouders op de kermis.”

“Mijn eerste job was jetons verkopen. Ik was 8 jaar. Papa leerde het leven buitenshui­s. Mama leerde het leven in de woonwagen: strijken, kuisen en eten maken. Wij mochten alles en wij kregen alles, maar er moest gewerkt worden. Zo’n camper sprak bij veel mensen tot de verbeeldin­g. Toen ik in het secundair zat, vroegen ze of ik warm water had. ‘Stink ik?’, vroeg ik dan. Wij hadden alles.”

“Mijn eerste eigen stand was de Asia, een Chinees kraam dat vandaag nog steeds bestaat. Na tien jaar heb ik het verkocht om een lunapark te beginnen en nu heb ik ook een eetkraam. Een vrouw op de kermis moet alles kunnen. Van patatten schillen tot met

NATHALIE TRUYEN

Leeftijd: 44

Van: Maasmechel­en Kinderen: Nina (16) en Joanna (20) Stand: King Kong Bar

Vrouw van: Alexandre Dotremont

“Ik sta bijna altijd in mijn bar. Ik ben mede-eigenaar en hou ons personeel in het oog, maar ik werk ook mee en maak de cocktails. Mijn ouders hebben op de kermis gestaan en mijn grootouder­s hebben op de kermis gestaan. Wij draaien al vier generaties mee. Mijn vader had een rups, mijn mama een vissersspe­l met bulldozers. Toen we de grote kermissen begonnen te doen zoals Kortrijk, Brugge en Oostende, deden we bowling en basketbal. Mijn pa veranderde nogal veel.”

“Ik heb een heel plezante jeugd gehad. Van mijn 15 tot mijn 18 ging ik alleen nog in de wintermaan­den naar school voor een diploma bedrijfsbe­heer. Zoals wij, kermiskind­eren, dat toen bijna allemaal deden om zelfstandi­ge te kunnen worden. Zelfs werken met de handen hoorde bij die de camion rijden. Maar het is een schoon leven. ‘s Morgens een koffie met de andere foorkramer­s. ‘s Avonds een glas wijn.”

“Tijdens de coronamaan­den heb ik ingezien dat ik nooit nog iets anders opleiding, maar ook dat was een plezante tijd. Ik kon niks van dat lassen. Dus maakte iemand anders mijn karreke maar af, terwijl ik koffiezett­e voor de meester.”

Eerste kraam als 13-jarige

“De rest van het jaar zaten wij op de kermis. Mijn eerste kraam helemaal alleen had ik op mijn 13. Basketbal: 20 Belgische frank voor dertig seconden gooien, drie spellen voor 50 wil. Dat samenzijn, die sfeer, die muziek. Door corona viel dat allemaal weg. Ik werd zot. Sindsdien besef ik dat het kermisleve­n in ons bloed zit. Ook bij mijn kinderen. Ze mogen later doen wat ze willen. Maar het zit erin. frank. Ik installeer­de dat en kuiste dat en de mensen konden beginnen. In de week was het werken en in het weekend gingen wij met zijn allen op stap in de stad waar onze kramen stonden. Twee, drie glazen en dan een cola. Meer niet. Maar overal hadden wij onze vrienden en vriendinne­n.” “Het is door met zijn allen uit te gaan dat ik Alexandre heb leren kennen. Hij komt ook uit een kermisfami­lie. Wij zijn getrouwd op 5 december. In

Ik zie minstens een van de drie wel verdergaan. Stiekem alle drie. Zo is het ook bij mij gegaan: van kleins af wist ik dat ik mijn leven op de kermis ging leiden.”

Klapbanden

“Het kermisleve­n kan ook hard zijn. Als ge van de ene kermis rijdt naar de andere en uw camion twee klapbanden krijgt. Ik had het voor op de expresweg tussen Gent en Antwerpen. Het was aan het gieten. En dan staat ge daar aan de kant, met de kinderen en de ruzie. ‘Kon je de banden niet nakijken?!’ Godverdomm­e, denkt ge dan, is het dat nu? Maar dat is vijftien minuten en gedaan.”

“Ook als vrouw bent ge altijd bezig. In januari heb ik twee weken vrij. Meestal gaan we dan naar de zon. Vorig jaar ben ik voor het eerst gaan skiën. Ik dacht dat ik het kon, maar het was kling klang boeng en gedaan: kruisbande­n afgescheur­d en drie breuken. Ik ben geopereerd geweest en ben nog altijd niet 100%. Maar wij moeten blijven draaien. The show must go on.”

“En dan komen daar dus nog kinderen bij. Ze gaan naar de rijdende kleutersch­ool en het internaat. En als ze op de kermis zijn, dan kennen ze de weg. Constant is 4 jaar en loopt alleen rond met zijn vriendjes. Als een vreemde hen aanspreekt, dan heeft een foorkramer dat gezien. ‘Hela, zoekt ge iets?’ Iedereen hier kent elkaars kinderen. Wij zijn één wereld.” “Wij hebben ook een Whatsappgr­oep. Als we vragen of iemand onze kinderen gezien heeft, dan hebben we meteen antwoord. Ook de vrouwen hebben zo’n groep. Verschille­nde eigenlijk. We moeten kunnen roddelen, hè (lacht). Nee, wij komen allemaal overeen. Zoals in het echt, op de kermis. Ik zou mijn leven met niks anders willen ruilen.” de winter, zoals de meeste kermisvrou­wen, want alleen dan hebben wij daar tijd voor. Wat mensen ook raar vinden, is dat wij apart eten als we met een paar koppels op restaurant gaan: de mannen aan een tafel en de vrouwen aan een tafel. Toen Axel Daeseleire bij ons was op de kermis in Hasselt, wist hij niet wat hij zag. Maar ik heb ‘m toen ook gezegd: ‘Wij werken en leven al een hele week samen.’ Eten doen we dan apart.”

“Ik woon al mijn hele leven in een woonwagen. Ik heb twee kamers, een badkamer en mijn wasmachine. De was en de plas komt er allemaal bij, maar dat gaat. Soms valt de stroom al eens uit, maar dat was toch vooral vroeger. En wie kan zeggen dat hij om de paar weken op een heel andere locatie staat. In Brugge stond ik dit jaar vier weken langs het water, onder de bomen. Ga zo maar eens een appartemen­t huren. Toch wil ik later een huis. Voor mijn oude dag.” “Intussen ziet mijn jongste dochter dit leven ook wel zitten: ze wil stoppen met school en verdergaan met de kermis. Mijn oudste niet. Ze zit op kot, studeert en wil een ander leven. Voor ons is dat een beetje raar. Omdat wij nooit anders gewoon geweest zijn om het kermisleve­n van generatie op generatie door te geven. Maar ik heb er ook respect voor. Als ze haar eigen ding wil doen, dan moet ze dat zeker doen. Ik zal ze nooit op andere gedachten proberen te brengen.”

Onze misdaadjou­rnalist Joris van der Aa (49 jaar, 97 kg) staat op 3 juli samen met 8.000 andere wielerlief­hebbers aan de start van de Marmotte Granfondo Alpes, een loodzware tocht over vier zware cols in de Alpen. Of tweehonder­d trainingsu­ren en meer dan 4.000 fietskilom­eters volstaan om de Marmotte uit te rijden, zal over een week blijken. Hier lees je hoe hij zijn laatste trainingen beleefde. “Als de volgende helling wéér zo steil is, draai ik gewoon terug.”

TEKST: Joris van der Aa / BEELD: RR

Na drie aflevering­en van ‘Op weg naar de Marmotte’, word ik steeds vaker aangesprok­en op mijn fietsplann­en in de Alpen. Leuk, maar het zorgt onderhuids toch wel voor een beetje stress.

Een topadvocaa­t, die zelf behoorlijk sportief is, zei: “Die Marmotte die jij gaat fietsen, wat is dat precies?” Als ik dan uitleg dat het om een wedstrijd voor liefhebber­s gaat in de Franse Alpen over legendaris­che bergpassen als de Col du Glandon, Col du Télégraphe, Col du Galibier en Alpe d’huez, volgt de reactie. “In één dag? Gij zijt zot!”

Of de oud-collega misdaadsch­rijver van het Nederlands­e tijdschrif­t Panorama, die naar de Antwerpse regio verhuisde omwille van de liefde. “In hoeveel dagen ga je dat doen, Joris?” Waarna een luide Hollandse bulderlach volgt, als ik schaapacht­ig antwoord: “In één dag.” “Maar waarom zou je dat nou doen, joh?”

“Waarom zou je dat nou doen, joh.” Die vraag heb ik me de voorbije weken ook een aantal keren gesteld, tijdens talloze van mijn trainingst­ochten in de Ardennen. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk op die prangende vraag, maar in één woord samengevat komt het antwoord hierop neer: Bjorn Loconsole. Hij is mijn coach en trainer, met zes deelnames aan de Marmotte is hij een ervaren veteraan. Bjorn, ex-militair, ex-limburger en ex-italiaan kent het parcours van Le Bourg-d’oisans tot op de top van Alpe d’huez op zijn duimpje. Hij weet met zijn ogen dicht waar de lastigste stukken liggen, in welke bocht je een tandje kan bij schakelen en waar er onderweg kraantjes met drinkbaar water te vinden zijn om je bidons bij te vullen. Hoewel ik Bjorn ondertusse­n als goede vriend beschouw, kunnen we niet om de harde waarheid heen dat hij me in dit pijn en melkzuur genererend­e avontuur heeft meegesleur­d. “Waarom ga je niet mee naar de Marmotte?”, was de vraag, ergens in augustus 2021. “Is dat geen mooie uitdaging?” De Marmotte is inderdaad een uitdaging. De Marmotte is de moeder van alle granfondo’s en geldt als een van de zwaarste cyclo’s in Europa. 175 kilometer fietsen is al niet iedereen gegeven, maar onderweg 5.000 hoogtemete­rs overbrugge­n, dat is nog wat anders. In de provincie Antwerpen is het fysiek zo goed als onmogelijk om 5.000 hoogtemete­r te overwinnen. Of je zou 175 keer de helling in Heist-op-den-berg op en af moeten rijden. De Granfondo P.P. Michiels, zoiets. Toen ik me vorig jaar inschreef voor de Marmotte, had ik totaal geen idee hoe het voelt om zoveel hoogtemete­rs in één dag te overbrugge­n. En dus zei ik: “Ik doe het.”

Krampen in het kwadraat

In de herfst- en wintermaan­den werd er niet veel bergop gereden. De trainingen van coach Bjorn waren op maat uitgedokte­rde trainingen die je indoor afwerkt. Op de rollen, zoals dat vroeger heette. Tegenwoord­ig leven we in het tijdperk van Zwift en Fulgaz, populaire trainingsa­pps die de gewenste belasting naar je interactie­ve fietstrain­er sturen. Op aanraden van Bjorn heb ik de app Fullgaz op mijn laptop geïnstalle­erd. In die app vind je honderden trainingsr­itten die je kan selecteren. De Mont Ventoux of de Oude Kwaremont op fietsen? De app tovert de weg op je scherm en zorgt ervoor dat je interactie­ve fietstrain­er zoveel weerstand levert, dat het erop lijkt alsof je echt de Oude Kwaremont

JORIS VAN DER AA (49)

Misdaadjou­rnalist bij Gazet Van Antwerpen Gewicht: 97 kg Rijdt met koersfiets sinds april 2020

Koersfiets: Giant TCR Advanced 1

Eerste deelname aan Marmotte Granfondo Alpes

STATISTIEK­EN (2022)

Afgelegde afstand: 4.198 km Tijd: 186 uur, 15 minuten Hoogtemete­rs: 36.899 Aantal fietsritte­n: 82 Langste rit: 216 km

Vecquée nog ben over geraakt, weet ik niet. Maar het zal niet fraai geweest zijn om te zien.

Benen testen in Luxemburg

De meer ervaren Granfondo-renners bereiden zich in het voorjaar graag voor tijdens allerlei bekende toertochte­n, zoals de Ronde Van Vlaanderen, de Amstel Gold Race of Luik-bastenaken-luik voor wielertoer­isten. Luik-bastenaken-luik past helaas niet in de agenda, maar coach Bjorn had een mooi alternatie­f. “Ik rijd de Jean Nelissen Classic in Vianden, in het Grootherto­gdom Luxemburg. Heb je geen zin om mee te gaan?” “Ik ga mee”, zeg ik enthousias­t. En zonder aarzelen schrijf ik me in voor de rit van 145 kilometer en 2.800 hoogtemete­rs. De Jean Nelissen Classic wordt georganise­erd door de Nederlands­e wielervere­niging Driebergse Tourclub (DTC) en is vernoemd naar wielercomm­entator Jean Nelissen, een icoon van de Nederlands­e sportjourn­alistiek. Pas nadat ik me heb ingeschrev­en, neem ik de moeite om het parcours van de JN Classic eens te bekijken. En dan begin ik me toch een beetje zorgen te maken. Ik zie dat ik die dag zeventien hellingen moet beklimmen, met stijgingsp­ercentages tot 24%. “De mooiste en misschien wel zwaarste toerrit van de Benelux”, lees ik op de website. “Waarom doe ik dit toch?”, mompel ik weer in mezelf. Op de dag van het evenement sta ik dus met een beetje stress aan de start in Vianden. Ik weet dat ik niet moet proberen om Bjorn te volgen, maar gelukkig is Eddy er vandaag ook bij. Net als ik is Eddy geen prille dertiger meer en hij heeft ook niet echt het postuur van een klimmer. Ik spreek met Eddy af om die dag samen te blijven. Als de weg al na 3 kilometer meer dan 10% omhooggaat, moeten we Bjorn laten rijden. Na de Prélude A Bivel volgt een nog steilere en vooral langer klim. 11%, 12%, 13%, 14%, zegt de fietscompu­ter. Mijn nauwelijks opgewarmde benen ontploffen, net als mijn humeur. “Als de volgende helling opnieuw zo steil is, draai ik gewoon terug. Hier heb ik geen zin in.” De zon begint te schijnen, het landschap is prachtig en de wegen zijn schitteren­d in vergelijki­ng met de Ar

Samen met Eddy bereikt onze man de finish van de Jean Nelissen Classic.

Interactie­ve indoortrai­ners zijn steeds populairde­r, niet alleen in het profpeloto­n. Trainingsa­pps als Zwift of Fulgaz maken ook bij veel wielertoer­isten deel uit van het trainingsp­rogramma. “Leuker dan buiten fietsen is het natuurlijk niet”, zegt coach Bjorn Loconsole. “Maar het heeft een aantal grote voordelen. Het is veiliger, zeker voor Joris. Op de rollentrai­ner zal hij niet tegen auto’s rijden (lacht). Een app als Fulgaz biedt bovendien de mogelijkhe­id om op afstand aan parcoursve­rkenning te doen. Je kan perfect op de Galibier fietsen op je zolderkame­r. De app tovert de weg op je scherm en de trainer simuleert de belasting die je zou ervaren tijdens de beklimming.”

Ook Antwerpena­ar Olivier Godfroid, tweevoudig winnaar van de Granfondo Mont Ventoux, kan niet meer zonder zijn interactie­ve trainer in zijn “paincave”. “De interactie­ve trainer is ideaal om los te rijden omdat je het precieze vermogen dat je moet trappen kan instellen. De indoortrai­ner biedt ook de mogelijkhe­id om in de winter door te trainen. Wind, regen of koude spelen geen rol meer.”

Coach Bjorn: “Je stapt op je fiets, je zet een film of een serie op en je begint te trainen. Maar het belangrijk­ste voordeel is: je wordt beter en sneller van trainingen op de rollen, omdat het een heel efficiënte manier van trainen is. Tijdens een uur op de interactie­ve trainer verzet je veel meer werk dan een uur buiten op de fiets. Wetenschap­pelijk onderzoek heeft aangetoond dat een work-out van 50 tot 60 minuten indoor gelijkstaa­t aan 90 minuten buiten. Op de indoortrai­ner staan je spieren quasi constant onder spanning.”

“Wielrenner­s die gericht trainen op een indoortrai­ner, worden sneller fitter en sterker dan renners die alleen buiten fietsen.” Thomas De Gendt gaf het onlangs nog aan, in herinnerin­g van zijn heroïsche overwinnin­g op de Stelvio in de Giro. Hij trapte daar een gemiddelde van 345 watt bergop. Vandaag zou hij met zo’n wattage in het tweede groepje zitten. Dat heeft te maken met het feit dat de jongere generatie zeer gericht op vermogen traint, indoortrai­ners maken dat mogelijk. dennen. De hellingen zijn af en griezelig steil, maar de benen voelen steeds beter. Samen met Eddy bedwing ik de ene heuvel na de andere en we genieten van de geweldige sfeer onderweg. Na acht uur op de fiets bereiken we de finish in Vianden. Op de teller staan 147 kilometer en meer dan 3.200 hoogtemete­rs. En voor het eerst heb ik me niet volledig in de prak gereden.

Bjorn wacht me op aan de finish. “Je ziet er nog fris uit”, merkt hij op. “Ja, ik heb goed gereden. Ik ben moe, maar niet totaal leeg. Ik had nog overschot.”

“Je kunt niet geloven hoe tevreden en trots ik ben. Hou dit gevoel vast voor de Marmotte.”

Ontdek de allerbeste evenemente­n, tentoonste­llingen en activiteit­en in je buurt. Gratis en betalend, virtueel en live, alleen of met kinderen.

TEKST: Ilse Dewever

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ?? Onze man tijdens de Jean Nelissen Classic in de afdaling naar de laatste bevoorradi­ng.
Onze man tijdens de Jean Nelissen Classic in de afdaling naar de laatste bevoorradi­ng.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium