Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Na acht uur op de fiets bereiken we de finish in Vianden. Op de teller staan 147 kilometer en meer dan 3.200 hoogtemeters. Ik ben moe, maar niet totaal leeg. Ik had nog overschot.”
oprijdt. De app houdt bij het berekenen van het vermogen zelfs rekening met lichaamsgewicht en het gewicht van je fiets (zie kaderstuk). In het weekend stond er meestal een langere wegrit of een graveltocht op het programma, om aan de basisconditie te werken.
De eerste training waarin echt hoogtemeters werden gemaakt, vond plaats in de buurt van Valkenburg. Het werd een soort halve Amstel Gold Race, van 130 kilometer en 1.900 hoogtemeters. Tijdens die rit heb ik voor het eerst geleerd dat het erg onverstandig is om in het wiel te blijven hangen van mensen die sneller bergop rijden dan jijzelf. Tijdens die rit heb ik ook ervaren dat het een slecht idee is om op winderige heuvelruggen te proberen om de opgelopen achterstand weer goed te maken. Tijdens die rit heb ik ook mogen ontdekken dat hellingen niet altijd stoppen waar je denkt dat ze stoppen. Eens flink bergop demarreren om er sneller vanaf te zijn: het klinkt mooi, tot blijkt dat er na het einde van die helling nog een lange helling blijkt te liggen. En Bjorn, die weet natuurlijk dat er nog een helling komt, haalt me vervolgens hoofdschuddend in en vraagt: “Wat zijn we van plan?”
Tijdens die rit heb ik geleerd hoe het is om met krampen een helling op te fietsen. Heel gênant, want andere fietsers kijken je echt wel na als je gillend op je fiets rondrijdt. En gillen doe je, als zowel je bovenbenen als je kuiten simultaan samentrekken van de krampen. “Blijven drinken, drinken en drinken. Krampen zijn vaak het gevolg van een tekort aan vocht. Leer uit deze ervaring, luister naar je lichaam. En onthou dat voor de Marmotte. Als je onderweg ergens een kraantje of een fonteintje ziet: vul je bidon, ook al is hij nog niet leeg. Zorg dat je altijd drinken hebt en eventueel elektrolyten om in je water te doen, zodat je de verloren zouten aanvult.”
Hoogtemeters maken
“Probeer vanaf nu zo veel mogelijk lange trainingen met zo veel mogelijk hoogtemeters af te werken”, zegt coach Bjorn, wanneer ik in staat van ontbinding naast hem in de auto plof. Hij heeft me op sleeptouw genomen in de buurt van Eupen. De fietscomputer geeft iets meer dan 2.000 hoogtemeters aan. “Probeer volgende week terug te komen en dan iets meer hoogtemeters te maken dan vandaag, zodat jouw lichaam steeds meer gewend raakt aan urenlang bergop fietsen.”
In de weken die volgen, neem ik telkens een dag vrij om de hele dag in de Ardennen te gaan fietsen. Spa vormt het centrale punt van twee fietsroutes: een lus van 35 kilometer met 780 hoogtemeters loopt van Spa naar Francorchamps, om via de Col du Rosier opnieuw in Spa aan te komen. Een tweede lus van 50 kilometer met
1.000 hoogtemeters doorkruist Remouchamps, Aywaille en Stoumont. Ik neem me voor om beide lussen twee keer in één dag te rijden, goed voor 170 kilometer en meer dan
3.000 hoogtemeters. Tijdens de laatste lus van 50 kilometer stort ik totaal in. Ik drink, ik eet, ik neem nog een extra gelletje, maar niks helpt nog. Alle energie lijkt uit mijn lichaam weg te sijpelen. Op de oplopende weg van Aywaille naar Harzé word ik voorbijgefietst door een jongen met dreadlocks en een kapotte jeans op een BMX. Op het moment dat hij me voorbijrijdt, schiet ik van pure ellende in de lach. De jongen kijkt om en duwt het mes nog wat dieper: hij trekt aan zijn stuur en doet een wheelie. Vervolgens blijft hij minutenlang op zijn achterwiel voor me uitrijden. “Waarom doe ik het toch?”, stel ik mezelf de vraag. Ik overweeg even om de dreadlocks-fietser bij te halen en in de gracht te rijden. Maar ik heb er de fut niet meer voor. En hoe ik godsnaam de Côte de Houssonloge en de