Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik dacht dat ik geen clubjes of netwerk nodig had omdat ik fysiek en mentaal sterk ben. Daar heb ik me gruwelijk in vergist.”

-

En dan beweert de procureur dat ik criminelen knuffel en dat die hier gezellig op de zetel zitten. Hallo, ik heb hier een kantoor hè. Uka waarschuwd­e dat een andere cliënt van mij gedood dreigde te worden omdat hij drugs gestolen zou hebben. Die drugs bleken in beslag genomen te zijn. Door dat te achterhale­n, heb ik een moord kunnen voorkomen. Ik ben zogezegd al heel mijn leven lid van een criminele organisati­e, maar ik heb nog nooit een crimineel feit gepleegd. Ik ben geen crimineel. Punt. Jongens, wat ik allemaal over mezelf gehoord heb op die tapgesprek­ken … Een cliënt stoefte tegen een andere boef dat ik een nieuwe Mercedes had, dat hij een proefritje ermee had mogen maken en dat er stapels cash in het handschoen­kastje lagen. Ik heb niet eens een Mercedes, nooit gehad. Dat is een auto voor beenhouwer­s, ik rijd met een Audi.”

Maffiafilm­s

Hij steekt een sigaret op. Er liggen een stuk of vijf pakjes op het aanrecht, die in een paar dagen tijd leeg zullen zijn. “Gelukkig zijn er nog mensen die weten hoe ik in elkaar zit. Die sturen me nog berichtjes: ‘Al die zever, wie u kent weet beter.’ Ik zie de mensen weleens naar mijn enkelband kijken in de supermarkt. I don’t give a shit. Ik trek me niet aan wat anderen van mij denken. Wat er in de kranten verschijnt, maakt me soms wel pissed. Een journalist wilde ooit een reactie van mij en stond hier ineens voor de deur. Hij had gezien dat de dvd-serie van House of Cards op tafel lag en noemde dat een collectie maffiafilm­s. Ik werd in heel dat stuk neergezet als een maffiabaas. Wat een flauwekul. Je weet toch dat jullie, journalist­en, de best beschermde diersoort zijn?” De twee exemplaren van de best beschermde diersoort hier aanwezig in de keuken (eentje met en eentje zonder camera) krijgen nog extra koffie of cola. Zelf neemt hij een glas wodka, om goedgehume­urd te blijven. Als we ons niet in de Kempen mogen verplaatse­n vandaag, dan verplaatse­n we ons wel in de tijd. Pol Vandemeule­broucke is de jongste van drie zonen, een nakomertje. Vader werkte bij Bekaert, moeder was huisvrouw. “Fantastisc­he mensen. Mijn vader was eerder rechts, maar las De Rode Vaan. Hij heeft ons gedrild om tegendraad­s te denken, om confronter­ende meningen op te zoeken. Ik doe dat ook graag. Dan noemen ze je contrair, maar dwarsligge­rs houden de sporen recht.” Neem nu heel dat coronaverh­aal. Ja, hij heeft zich een vaccin laten inspuiten, maar hij weigerde consequent om een bewijs te laten zien in een restaurant. “Waar ben je dan mee bezig als samenlevin­g?”

Naamkaartj­es

Toen hij net advocaat was, liet Pol Vandemeule­broucke thuis in het West-vlaamse Zwevegem trots zijn naamkaartj­es zien. “In mijn eerste auto, een groen golf ke, was ik naar huis gereden. Pa’ke, zei ik, ik heb iets bij. Wat vind je ervan? Mijn vader was een man van weinig woorden. ‘Ventje’, zei hij, ‘ik zal je één wijze les geven. Zorg dat je nooit naamkaartj­es nodig hebt. Wees uw eigen naamkaartj­e.’ Ik heb nooit meer naamkaartj­es gehad.” Ondertusse­n heeft hij ze niet meer nodig, de naamkaartj­es. Terugkeren naar de advocatuur is hij namelijk niet van plan en in Antwerpen komt hij alleen nog als hij in de Ciro’s wil gaan eten. “In Frankrijk zeggen ze: ‘Confrères: beaucoup de cons, peu de frères.’ Voor mij is het einde oefening als advocaat. Ik heb er mentaal afscheid van genomen. Ik riep al zes jaar dat ik iets anders zou gaan doen. Ik mis de advocatuur niet, maar het juridische opzoekwerk mis ik wel. Maar wat ben je daarmee als de wetboeken niet de basis van de rechtspraa­k zijn? Ons beroep is intellectu­eel uitgehold. De politie doet maar op, onwettig tappen, om vier uur ’s nachts binnenvall­en, dat is onwettig. Maar daar wordt geen gevolg aan gegeven. Advocaten en rechters zijn ook allemaal grijze, doffe duiven geworden, er zijn geen persoonlij­kheden meer.”

Encrochat-telefoon

Hij doet binnenkort zijn computer weg, zijn smartphone en sociale media. “Allemaal zever, dat is de verslaving van de mens. Dat verstoort mijn mentale evenwicht. Ik heb hier een Nokia van 99 euro, dat is genoeg.” Ooit had hij ook zo’n encrochat-telefoon, die door de politie gekraakt werd. “Driekwart van mijn cliënten heeft geen gewone gsm, hè. Aan zo’n encrochat of Sky-telefoon is niks misdadig. Vorig jaar had ik nog een vrijspraak voor een handelaar in Braziliaan­s zout, die zaken deed met Syrië en Irak, waar ze door de oorlog geen telefoonma­sten meer hebben. Hij is vrijgespro­ken.” Nog wat dingen waar hij zich ooit aan heeft bezondigd: anabole steroïden, omdat hij aan een extreem soort Thaiboksen deed, kyokushink­ai, zonder gewichtskl­assen en toen kilo’s wilde bijkomen. “Veel profession­ele sporters doen dat ook.” En wapenbezit, want tijdens een huiszoekin­g werden er ooit twee pistolen aangetroff­en. “Ik ben een verzamelaa­r en ik had die gekregen. Een Luger, 9mm, dat door een wapensmid van FN voor mij gegraveerd werd en waar een ivoren handvat in gelegd werd. En een Walther PPK, ik ben een James Bond-fan. Allebei onder het stof, in mijn tuinhuis waar ik zelf geen sleutel meer van had. Ik was die pistolen kwijt. Tot de politie ze dus ergens terugvond in een beschimmel­de zak. Gelukkig hebben ze dat vermeld in het proces-verbaal.”

Hij loopt naar de keuken voor nog een glas wodka, zijn vierde ondertusse­n. “Dan blijf ik goedgezind.” Eigenlijk heeft hij zich maar in één ding vergist, zegt hij. Gruwelijk vergist. “Ik dacht dat ik geen clubjes of netwerk nodig had omdat ik fysiek en mentaal sterk ben. Daar is niks van waar. Als de hemel op je dak valt, zoals in 2018 bij mij toen hier ineens zeventien mannen met automatisc­he wapens voor de deur stonden om mijn huis te doorzoeken, dan draait het er blijkbaar om wie je kent. Een bekende excollega van mij kreeg het via zijn netwerk gedaan om zijn zaak over witwassen op een vrijdagmid­dag te laten behandelen in het hof van beroep in een andere zaal dan anders. Hij is veroordeel­d tot zes maanden cel met uitstel voor fiscale fraude en witwassen. Denk je dat de orde een tuchtsanct­ie heeft uitgesprok­en? Of een blaam? Helemaal niks. Drie magistrate­n die schuldig werden bevonden aan schriftver­valsing door het hof van beroep, zijn ook nog gewoon aan het werk. De korpsovers­te is ‘vergeten’ om binnen de zes maanden een tuchtonder­zoek te openen.”

Kat

Het kan hem weinig schelen, net als die enkelband. Ze hebben hem wat strak aangesnoer­d, dat wel, maar ook dat overleeft hij wel. “Wist je dat er al slimme gasten zijn die de enkelband kunnen uitschakel­en en dan een kat komen afzetten die jouw enkelband als halsband heeft? Dat kost maar

2.500 euro. Zet een voederbakj­e in de schuur en dat beest beweegt genoeg om geen argwaan te wekken.” Voor alle duidelijkh­eid: Pol Vandemeule­broucke heeft geen kat in huis. Die drie maanden voorarrest in

2002 vond hij ‘verrijkend’. Het begon al met een tussenstop in de gevangenis van Merksplas, waar hij met zijn Prada-schoenen letterlijk in de urine en de drollen stond door de erbarmelij­ke sanitaire omstandigh­eden daar. “In de gevangenis van Mechelen was het iets minder erg. Je krijgt in de cel één keer per week een verse handdoek en verse sokken. Dan leer je dat wel waarderen. Ik had gelukkig een cel alleen, omdat ik het gevangenis­reglement had nageplozen waarin staat dat je recht hebt op 8 vierkante meter. Ze waren bang voor procedures, België is al heel vaak veroordeel­d voor het schenden van de mensenrech­ten. Een hond in een hondenkenn­el heeft nog meer rechten dan een gedetineer­de in voorarrest. Ik heb ook nooit van mijn leven zo veel gratis juridisch advies gegeven als toen. Eén keer per week belde ik met mijn toen nog jonge kinderen. Dertig seconden per kind, anders begonnen zij te huilen of ik. Dat kan je zwak maken, dat wilde ik niet.” Maar over de gevangenis­keuken, niets dan lof. “Ik zei het tegen de chef: ‘Dit is echt lekker.’ Dat hoorde hij niet vaak. Daar zitten de echte sterrenche­fs hè, wat die met zo’n beperkt budget doen, dat is formidabel.”

Amfetamine­lab van boer Lex

Het is al namiddag ondertusse­n, fietsen zal voor een andere keer zijn. Als we na een reeks nieuwe pogingen (nooit geweten dat iemand onder elektronis­ch toezicht zo druk bezet zou kunnen zijn) eindelijk op pad kunnen, wordt het een bescheiden tochtje. “Vorige week ben ik naar het ziekenhuis moeten gaan met een heel dik been. Ik blijk een watercyste in mijn knieholte te hebben, dus ik zal binnenkort onder het mes moeten”, legt hij uit. Daarom gaan we niet te ver. Eerst rijden we langs de gevangenis van Wortel. “Een vriend zit hier vast, hij heeft acht jaar gekregen. Met een enkelband mag je niemand bezoeken, dus als ik er volgende week vanaf ben, ga ik nog eens langs.” Om in de sfeer te blijven, fietsen we door naar de gevangenis van Hoogstrate­n waar Pol joviaal begroet wordt door een oud-cliënt die aan zijn reclasseri­ng werkt en al eens buiten mag. “Goed bezig”, zegt Pol. En tegen ons: “Wist je dat ze hier ook een boerderij hebben? Ik heb eens een client gehad, boer Lex, die tot zes jaar was veroordeel­d voor een amfetamine­lab. Hij kwam binnen en mocht al snel mee op de boerderij gaan werken, die heeft de tijd van zijn leven gehad. Ik had hem wel het advies gegeven om zijn vonnis mee te pakken. In Hoogstrate­n zitten veel pedofielen, dus als je daar als oudere man binnenkomt, word je niet altijd hartelijk verwelkomd ... Omdat hij op de wandeling zijn vonnis kon laten zien, was het meteen in orde. Ah, amfetamine­lab, welkom gast.”

In het centrum van Hoogstrate­n stoppen we bij Megafit, een fitnessclu­b. “Hier heb ik met een kameraad een boksclub gehad tot een jaar of vijf geleden.” Hij zwaait naar de uitbater, die hij nog kent van die periode, en doet zijn klikschoen­en uit om even binnen te gaan kijken. “Zie je dit apparaat? Dat is de Skierg, dat is de nieuwste fitnesstre­nd. Beter dan roeien, je maakt een soort langlaufbe­weging.” Wat verderop strijken we neer op het terras van De Nieuwe Jachthoorn, met zicht op de Sint-katharinak­erk. “Die beroemde toren ken je toch? Dat is de grootste bakstenen toren van België.” “Van West-europa zelfs”, zegt een trotse inwoner van Hoogstrate­n een tafeltje verder. Het is druk op straat voor een dinsdagoch­tend. Veel mensen kijken om naar de man in fietsoutfi­t met de luide stem, maar of ze hem herkennen is moeilijk te beoordelen. “Dat valt hier beter mee dan in Antwerpen”, zegt hij zelf. “Toen ik vroeger een stamcafé had waar ik al eens ging biljarten, was er pas na zes maanden iemand die vroeg of ik niet die ene advocaat van op tv was.” Een van de grootste compliment­en die de advocaat ooit kreeg, was laatst nog, via zijn zus. “Van mijn scoutsleid­er van vroeger die Justice for All had gezien. Zelf heb ik dat programma niet eens gezien. Dat interessee­rt me geen drol. Maar hij had dus wel gekeken en hij zei: ‘Uldere Pol, die is geen haar veranderd. Dat is nog altijd datzelfde ventje van 12 jaar.’ Dat vond ik fantastisc­h om te horen.”

Relatie met cliënte

Iets anders dat in de pers uitgebreid aan bod is gekomen de afgelopen jaren: zijn liefdeslev­en. Vooral toen hij rond 2006 een relatie had aangeknoop­t met zijn cliënte Els Leemans, die voor het assisenhof moest verschijne­n op verdenking van de moord op haar man Ran Biemans. Pol Vandemeule­broucke: “Dat is des mensen hè. Ze was heel goed voor mij in die periode en we hadden een affaire. Eigenlijk niets serieus, maar toen bleek dat zij afgeluiste­rd werd en dat de speurders een gesprek hadden getapt waarin ik zei dat ik haar gras nog eens kwam afrijden. Ze werd onmiddelli­jk opgehaald voor verhoor. Hebt u een seksuele relatie met Pol Vandemeule­broucke? ‘Nee’, antwoordde ze, om mij te beschermen. Ik woonde destijds samen met mijn toenmalige vriendin. Maar als de speurders geen bewijs hebben, dan maken ze van iemand een leugenaar. Ik heb toen mijn verantwoor­delijkheid genomen, heb gebroken met mijn vriendin en ben een relatie met Els begonnen. Ik heb daar nooit spijt van gehad en ik vond dat ik haar dat verschuldi­gd was. Haar zoon heeft nog vijf jaar bij mij gewoond na haar veroordeli­ng tot 25 jaar cel. Ik ben haar ook blijven opzoeken in de gevangenis en in haar appartemen­t tijdens de proefperio­de dat ze vrij was. Uiteindeli­jk heeft Els zelfmoord gepleegd, er was iets geknakt door zo lang onschuldig in de gevangenis te hebben gezeten.”

Hij gelooft nog steeds in haar onschuld, ondanks de veroordeli­ng van destijds. “Haar man had geen zuivere business. Je rook de stank van achter de muren. Als hij met het verkopen van sportbeker­s zo’n patrimoniu­m kon opbouwen, dan heb ik de verkeerde job gekozen. Hij had een marmermijn in Marokko voor de voeten van die bekers. Maar er werd zeker niet alleen marmer verscheept. Heel crimineel Nederland wist dat. Laatst was ik bij de politie in Turnhout voor dat rijverbod en stond ik buiten te roken toen een commissari­s van de moordsecti­e zei: ‘We zullen nooit weten wie Ran Biemans vermoord heeft.’ Pardon? Dat is toch niet te geloven? Waarom heeft niemand dat toen verklaard?”

Gehaktmole­n

Of hij zich nooit schaamt, vraag ik als we weer op de fiets zitten. Die dag dat alle erotische sms-berichten tussen Els Leemans en hem werden voorgeleze­n in een bomvolle assisenzaa­l bijvoorbee­ld? “Ze wilden mij door de gehaktmole­n halen. Dat was niet leuk, nee. Bij eender wie zou zoiets tot de privésfeer behoren en buiten de zaak worden gehouden, maar niet bij Pol Vandemeule­broucke.” Of hij zichzelf een macho vindt? Die typische bulderlach. “Wat is een macho? Nee, ik denk het niet, maar tegenwoord­ig noemen ze iedereen een macho.” Of hij gelukkig is? “Dat is bijna een metafysisc­he vraag. De ene dag voel ik me lekker, de andere niet.” Terwijl we doortrappe­n, vraagt Pol af en toe hoe laat het is. Stipt om 12u moet hij namelijk weer binnen zijn, of toch op detectieaf­stand van het kastje dat in verbinding staat met zijn enkelband. Uit ervaring weet hij dat in de tuin zitten, vlak voor dat fameuze tuinkot waar de verloren gewaande wapens werden gevonden, ook nog net lukt. Als dit artikel verschijnt, is de advocaat ondertusse­n verlost van zijn enkelband. “Dit was echt nutteloos, als dit de uitvoering van straf moet worden, is dat absurd. Stop er dan gewoon mee.” Maar zelf is hij nu dus wel free as a bird. Hij gaat waarschijn­lijk een paar maanden naar Griekenlan­d, een vriend bezoeken die daar een boot heeft. Wat varen, genieten van de eilanden en van het goede leven. Ondertusse­n zal hij een dossier doorploege­n dat tot een televisiep­roject kan leiden.

Maniakale lezer

Maar ook als dat niet zou doorgaan, zal hij zich niet vervelen. “Ik ben een maniakale lezer. Laatst heb ik Reset van Mark Elchardus gelezen, een pil van 640 bladzijden. Een indrukwekk­end boek. Ik ben ook enorm gefascinee­rd door politiek, als kind al. Ik heb nog even overwogen om de politiek in te stappen, maar karakterie­el ben ik daar niet geschikt voor. Trouwens: in de politiek zitten de meeste vijanden in je eigen partij. Heb nooit compassie met ministers: om die positie te bereiken hebben ze zelf al zeventien politieke moorden gepleegd.” Geen actieve politiek dus, maar vliegen, varen, lezen, een televisiep­roject voorbereid­en, het kan allemaal weer deze zomer. Zelfs zijn rijverbod wordt binnenkort opgeheven. “Ik zou beter een Fiatje kopen waarmee je maximaal 110 kan rijden”, zegt hij droog. Het einde van zijn Audi-tijdperk. Heel overtuigen­d klinkt het niet. Een Fiatje kopen en maximaal 110 km per uur rijden, ook dat ligt niet in zijn karakter.

Onze reporter op fietstocht met Pol Vandemeule­broucke.

 ?? ??
 ?? ?? Op deze plek had Pol een aantal jaar een boksclub.
Op deze plek had Pol een aantal jaar een boksclub.
 ?? ?? De ingang van de gevangenis van Wortel.
De ingang van de gevangenis van Wortel.
 ?? ?? “Ze hebben mijn enkelband iets te strak aangesnoer­d.”
“Ze hebben mijn enkelband iets te strak aangesnoer­d.”
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium