Prijsplafond instellen

Een Europees prijsplafond op de energieprijzen, daar pleiten energieminister Tinne Van der Straeten en Alexander De Croo voor. In maart legde de premier dat idee nog voor aan de Europese top.

Een prijsplafond is als een maximumprijs voor een product. Op Europees niveau lijkt dat een beetje een groepsaankoop, waarbij alle lidstaten een bepaalde prijs afspreken. Alle Europese landen zullen dan dezelfde prijs voor energie moeten bieden. Als sommige landen niet meedoen, worden zij concurrenten voor elkaar en valt het plafond in duigen. “Het kan dus alleen werken als iedereen meedoet”, zegt Joannes Laveyne. “Als de lidstaten snel een akkoord kunnen sluiten, kan dat veel helpen. Maar de vraag is of ze een front kunnen vormen en hoe snel.” Laveyne vreest ervoor, voor deze winter is het al te laat.

Een andere optie is dat elke lidstaat dat apart doet. Naar het voorbeeld van Spanje zou dat voor een gemiddeld Belgisch gezin een besparing van 770 euro kunnen opleveren op de jaarafrekening voor gas en elektriciteit. Dat berekende het kabinet-Van der Straeten. Maar het blijft een dure maatregel: “De overheid moet het verschil bijpassen. En op lange termijn betalen we dat terug via de belastingen”, zegt Laveyne. De overheid kan er ook voor kiezen om de energieleveranciers het plafond mee te laten betalen, maar dan dreigen kleine leveranciers failliet te gaan. In combinatie met een overwinstbelasting kan een nationaal prijsplafond volgens Laveyne een stap vooruit zijn.