Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De vegan smaak van ’t Stad
Het is zaterdag 11 uur en er staat een stralende zon aan de hemel. Een groepje van zes nieuwsgierigen staat klaar op de Marnixplaats voor de wandeling die Lisa Wuyts (29) heeft uitgestippeld. Enkelen komen uit Nederland. “Al wonen we hier al negen jaar. We zijn tijdens onze studies verliefd geworden op Antwerpen en zijn blijven ‘plakken’”, zegt Jesper. “Deze tour is Melina’s verjaardagscadeautje.”
Ook het bevriende koppel Bram en Donna is van de partij, net als Katrien die al de Asian Food Tour met Nom Eat deed. De vijf blijken overtuigde veganisten te zijn. Wij zijn dat niet, maar zijn ontzettend benieuwd naar wat er op ons culinaire pad komt.
Omdat het nog vroeg is, starten we met een koffie bij Buchbar, een boekenwinkel annex koffie- en lunchzaak waar je een ruim aanbod vegan gebak vindt. We installeren ons op het terras, terwijl Robin de bestelling opneemt. Bij de koffie kiest iedereen voor plantaardige melk. “Amandel-, soja-, rijst-, haver- en kokosmelk zijn de bekendste vervangers voor koemelk. Voor koffie raad ik amandelmelk aan, havermelk heeft de meest neutrale smaak en sojamelk heeft de hoogste voedingswaarde”, zegt Lisa. “En kennen jullie chai? Dat is een Indische drank van zwarte thee, warme melk, kruiden en een zoetmiddel.” “Of erwtenmelk?”, tipt Melina. “Dat wordt gemaakt van de gele spliterwt. De melk heeft een romige kleur én veel smaak.”
We krijgen een vegan kaneelbroodje. “In Antwerpen kan je dit broodje in heel wat zaakjes eten. Have a Roll won er in 2021 de Vegan Award voor beste gebak mee. Vegan gebak maken is niet moeilijk. Enkel soezendeeg lukt me nog niet. Melk kan je makkelijk vervangen door de meeste plantaardige varianten, dat proef je niet zo. Boter kan je vervangen door vegan margarine en eieren door kikkererwtenmeel. Voor de smaak vervang ik een deel van het witte meel door amandelmeel.” Ons gezelschap is aan het watertanden. Het kaneelbroodje smaakt heerlijk. En is vegan gebak gezonder, vragen we ons af. “Niet per se, want er wordt suiker en vetstof gebruikt”, legt Lisa uit.
Onderweg vertelt Lisa hoe zij ooit veganistisch is geworden. “Mijn zus is op haar twaalfde vegetarisch geworden, maar ik kon vlees nog niet missen. Tot ik op mijn 19de deelnam aan Dagen Zonder Vlees en de uitdaging om veertig dagen geen vlees te eten makkelijk kon volhouden. Ik begon te experimenteren en ben vegetariër gebleven. De impact op het klimaat en het verminderen van dierenleed zijn voor mij de belangrijkste motivaties.” Intussen zijn we tien jaar verder. Lisa schreef het boek Vegan Klassiekers – intussen uitverkocht –, startte met een blog vol recepten en tips en organiseert vegan food tours. Die blijken een schot in de roos. “Deze tour is een basis voor wie vegan klassiekers wil uitproberen, de Asian Food Tour is voor wie het wat exotischer wil. In december is er nog een kersteditie van de brunchtour. Wellicht start ik in het voorjaar met nieuwe tours, zodat ik foodies kan verrassen.” Op onze volgende halte staat een tweede zoetigheid op de kaart. Bij Bakkerij Broos heeft Lisa koffiekoeken besteld: met rozijnen, boter én crème, maar vegan. “Dit is een van de weinige bakkerijen in ’t Stad waar je plantaardige koeken kan eten”, vertelt ze. “Het zijn de beste en je hoeft ze niet vooraf te bestellen.” Wij nemen een koek gevuld met vanillepudding, en proeven geen verschil met de niet-plantaardige versie. Wat is hij heerlijk romig én zoet.
Dat de lokale horeca steeds meer inspeelt op de vraag naar vegan food, blijkt uit de adresjes die we tegenkomen. “De tijd dat mensen vegan associeerden met rauwe sla, is gelukkig voorbij”, lacht Bram. Antwerpen doet het goed op het vlak van plantaardig eten, net als veel andere grootsteden in binnen- en buitenland. “Als je Ant
werpen met Frankrijk vergelijkt, hebben we een ruim aanbod”, vindt Lisa. “Als je ons vergelijkt met Nederland, lopen we wel achterop. Maar we zijn met een inhaalbeweging bezig. Heel wat zaken serveren plantaardige opties, naast hun normale aanbod. Bovendien vind je hier veel diverse restaurants die vegan serveren. Denk aan de Indische, Libanese of Zuidamerikaanse keukens.”
Zelf staat Lisa achter het fornuis bij Circus. “Vroeger deed ik een administratieve job, maar in de keuken kan ik mijn creativiteit kwijt”, zegt ze terwijl we een plek zoeken op de eerste verdieping. Hier krijgen we een bordje met ‘scrambled tofu’ en een Abc-sapje met appel, rode biet, wortel en gember. “Dit gerecht is een vegan variant van roerei”, vertelt Lisa. Het ziet eruit als ei en bij onze eerste hap proeven we ook ei. Bovendien is het nog lekker ook. “Om de eismaak te bekomen, voegen we kala namak toe, een zwart zout dat uit een zwavelrijk gebied wordt ontgonnen. Je vindt het in natuurwinkels. We kruiden de tofu met kurkuma en sojasaus.” Tussen de tofu liggen stukjes gemarineerde tempé, een gefermenteerd tofuproduct vol vitaminen, aminozuren, vezels en mineralen. Door de vloeibare rook smaakt het naar spek. “Het geheim van plantaardig eten? Voeg de hartige smaak ‘umami’ toe door bijvoorbeeld misopasta, olijven, zongedroogde tomaten of sojasaus te gebruiken. Dat zijn smaakbommen.”
Even verrast zijn we wanneer we bij Plant B kennismaken met gerookte ‘zalm’ van… wortelen. Voor ons wordt een bord neergezet met toast met ‘scrambled tofu’ én zalm, of iets wat er sterk op lijkt. Een vreemde gewaarwording: ‘vis’ eten op basis van groenten. Maar de wortelen smaken echt naar zalm. “Je snijdt ze in dunne plakjes en marineert ze met vloeibare rook, sojasaus, olijfolie, zeewier en gerookt zout. De vegan keuken is misschien tijdsintensiever, omdat je soms