Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Stop ermee, ik ben níét ziek”
Politiemensen hebben het nog moeilijk met verwerkingking drama Fabeltjesland
Stop ermee, ik ben niet ziek”, onderbrak Kim De Gelder gisteravond zijn eigen advocaat, die wanhopig de ontoerekeningsvatbaarheid wil bewijzen. “Ge kent mijn drijfveren, maar ge weet dat ik ze moeilijk kan uitleggen aan de burgerlijke partijen. Ge weet waarom ik het gedaan heb. Leg het uit”, smeekte hij.
Een bewogen einde van een al even aangrijpende dag die begon met de politiemensen die op 23 januari als eersten in Fabeltjesland waren gearriveerd. “In het midden van de zaal lag een dode baby, in een enorme plas bloed. Maar ik mocht niet blijven stilstaan. Ik ben letterlijk over gewonde mensenmoetenstappenomdiedader te zoeken”, beschreef politieman Danny Polfliet de chaos en het drama dat Fabeltjesland was. Na de doortocht van Kim De Gelder. “Ik wil mijn excuses aanbieden voor wat er zich heeft afgespeeld”, richtte diezelfde De Gelder zich gisteren tot de burgerlijke partijen. Niet voor wat hij heeft gedaan, voor wat er zich heeft ‘afgespeeld’.
“Ik heb 22 jaar dienst. Als je bij de politie gaat, mag je verwachten dat je ooit eens met een zwaar overlijden wordt geconfronteerd. Maar dit? Daar mag je niet aan denken, we hebben allemaal kinderen”, getuigde Polfliet. “Het was totale chaos. Baby’s, peuters, volwassenen, op de grond. Bijna allemaal heel zwaargewond.”
“Vandaag zijn er nog steeds collega’s die het er moeilijk mee hebben. Ik heb veel meegemaakt als politieman, zelfs de Bende van Nijvel. Maar dit zijn beelden die je nooit meer kwijtraakt”, getuigde politie-inspecteur Lucien Van de Winckel. Er is zelfs een politieman die zich burgerlijke partij heeft gesteld, omdat hij nu nog psychisch ziek is.
IJzige stilte
Hij was het die met Polfliet de crèche zelf binnenging, op zoek naar de dader. Want niemand wist of die nog rondzwierf in de gebouwen, gevaarlijk gewapend. “Buiten was het allemaalgehuil,geschreeuwmaarbinnen heerste een ijzige stilte. Het leek alsof je op een andere planeet liep. In de keuken zag ik een oudere dame, op haar knieën, voorovergebogen. Dood. In de speelzaal lag een baby in een plas bloed. Maar ik moest verder zoeken”, vertelde Polfliet.
Zelfs nu nog is hij aangedaan. “Ik heb twee jaar lang flashbacks gehad. Elke keer als ik vis rook of at, zag ik de filmvanFabeltjeslandopnieuw.Ikkon het niet goed plaatsen. Tot ik ergens in de krant las dat het vrijdag visdag was. In de keuken van het kinderdagverblijf waren ze vis aan het maken in de ovens.”
De microgolfoven draaide zelfs nog toen de politie arriveerde. Met geprakte puree, vis en groentjes voor de peuters. Eten dat de kinderen nooit zouden krijgen. Het waren die beelden die gisterenmiddag ook door de assisenzaal gingen.
Foto’s van het bezoek van de federale gerechtelijke politie in Fabeltjesland. Een peutertafel met kinderstoeltjes, met een grote oranje truck erop. Drie lege papstoelen zonder kindjes. De thermos die al klaarstond voor de koffiepauze. Babybedjes met spijlen, zonder dat er iemand in lag te slapen. De foto’s schetsten een vrolijk, modern Fabeltjesland. Een mooie kindercrèche. Maar er waren ook de ‘details’ die niet op de beelden thuishoorden. Bloedsporen, druppels, bebloede handafdrukken.
Matrozenbaby
“Meneer de voorzitter, ik wil even waarschuwen dat er in deze ruimte aangrijpende foto’s volgen”, zou onderzoeker Gunther Rombout waarschuwen. Maar de ouders van de meeste slachtoffers bleven. Ze trotseerden het gruwelijkste gezicht dat je als mama en papa ooit kunt zien: een schattige baby, in een matrozentruitje, de armen onschuldig uitgestrekt. Middenin een plas bloed.
De Gelder zelf keek geen seconde op. Steeds meer is hij hier in zichzelf aan het wegzakken. Een paar keer stond hij op, stelde vreemde vragen en gaf nietszeggende antwoorden. Tot hij aan het einde van de zitting ook nog eens zijn eigen advocaat onderuithaalde. Jaak Haentjens was nochtans volop aan het proberen om onderzoeksrechter De Bruecker te tackelen. “U zegt dat hij veel wisselende motieven geeft: wel stemmen, geen stemmen, wraak, tegen zijn ouders... Bent u er ooit van uitgegaan dat er voor u geen normaal mens zat?”, wilde Haentjens van De Bruecker weten, maar het was zijn cliënt die antwoordde. “Ik ben niet ziek. Ik heb mijn drijfveren getoond in een brief, leg ze aub uit.”
Zijn advocaat liet de vraag wijselijk passeren. Waarop De Gelder dan maar aan de voorzitter vroeg of hij nog wel elke dag aanwezig moet zijn. “Dat is verplicht”, reageerde Defoort. En dus ging zijn blik richting jury: “Stel uw vragen maar aan mijn advocaat, dan gaat u alles van mij begrijpen.”
De burgerlijke partijen hielden zich opvallend sterk tijdens de emotionele marathonzitting. Vandaag wacht hen opnieuweenzwaredag.“Benieuwdof De Gelder zijn woord houdt en ons de waarheid vertelt”, zei een van de ouders bij het verlaten van het gerechtsgebouw.