Gazet van Antwerpen Stad en Rand
IJ-bier: het Seef bier van Amsterdam
Zoals Antwerpen het Seefbier heeft als stadsbier, zo heeft Amsterdam het IJ-bier. Het troebele brouwsel met de struisvogel op het flesje is zo populair dat de kleine brouwerij de vraag nauwelijks aankan.
“Britten drinken zware bieren als limonade en gaan vervolgens waggelend naar buiten”
De IJ-brouwerij zit in een oud badhuis in AmsterdamOost, vlak naast een oer-Hollandse molen. “Die heeft niets met de brouwerij te maken, maar het is wel een handig herkenningspunt”, vertelt Patrick Hendrikse, een van de twee eigenaren. Hij heeft net wat kratten bier het proeflokaal binnengesleept. Een nieuwe voorraad, want de bieren als de Zatte, de Natte, Pilzen, IJwit, Columbus, Struis en het extra gehopte I.P.A gaan er snel doorheen. Aan de bar zitten vooral toeristen, die door het langwerpige raam achter de bar een glimp kunnen opvangen van de reusachtige ketels en dampende brouwsels daarachter. Na vijf uur ’s middags worden de toeristen afgelost door buurtbewoners die na het werk nog een biertje komen drinken. Om acht uur ’s avonds gaan de deuren van het proeflokaal weer dicht. Anders bestaat het risico dat de Britten tot diep in de nacht blijven drinken. “En die kunnen echt niet tegen die zware bieren”, weet barman Ton Zijp. “Ze drinken het als limonade, en gaan vervolgens waggelend naar buiten.” Waggelend als een struisvogel in dit geval, want de struisvogel - met zijn kop in het woestijnzand - is de mascotte van het IJ-bier. Op het etiket, de bierviltjes en zelfs de nieuwe brouwketels uit Tsjechië is de struisvogel prominent aanwezig. “Niet dat daar een bepaalde reden voor is”, zegt Patrick Hendrikse. “Dat vond de oprichter van de brouwerij gewoon leuk. De naam IJ is een verwijzing naar het water dat de binnenstad scheidt van Amsterdam-Noord, en is meteen een reactie op Amstel, de rivier én het bier. Eén van de vele pilssoorten van Nederland.” Het was Kaspar Peterson die brouwerij ’t IJ dertig jaar geleden heeft opgericht. Als muzikant kwam hij veel in België spelen, en daar vond hij het bier stukken beter dan thuis. In zijn badkamer, nota bene onder de rook van de Heinekenbrouwerij in de wijk De Pijp, begon hij te experimenten. Hij sloot een aantal geisers op elkaar aan om de hop goed te kunnen verhitten. “Levensgevaarlijk natuurlijk”, zegt Patrick Hendrikse. “En de buren maar klagen dat de Heineken-brouwerij zo’n hopstank veroorzaakte.” In 1985 verhuisde Kaspar Peterson met zijn brouwerij naar het vroegere badhuis aan de Funenkade, nadat hij eerst stage had gelopen bij Brouwerij Slaghmuylder in Ninove. Het badhuis werd voor de ene helft proeflokaal, voor de andere helft een kleine brouwerij. In de ruimte waar vroeger de douches van het badhuis waren - de zeepbakjes zitten nog in de muur - liggen nu de zakken mout van familiebedrijf Dingemans uit Stabroek. Want inderdaad, het Amsterdamse bier heeft toch een Antwerpse connectie.
Tapje IJ-bier
Patrick Hendrikse en Bart Obertop, zakenpartners die al jaren meerdere cafés hadden in Amsterdam, namen in 2008 de IJ-brouwerij over. “In onze cafés hadden we altijd al een tapje IJ-bier”, vertelt Patrick Hendrikse. “We hadden het er al eens over gehad dat we heel graag de IJ-brouwerij zouden runnen, maar Kaspar wilde die toen nog niet verkopen. Een paar jaar later had hij er genoeg van en belde hij ons op. We hebben een jaar meegedraaid en de zaak daarna overgenomen.” In de brouwerij is de kennis van het bierbrouwen altijd
mondeling overgedragen. Dus het leek het duo wel verstandig om er eens een Belgische brouwexpert bij te halen. “We hadden verwacht dat die met een lijst adviezen zou komen, maar hij zei dat we heel goed bezig waren, en dat dit de manier was waarop dertig jaar geleden alle bierbrouwers te werk gingen. Zijn belangrijkste tip was om onze Struis, een soort Rochefort, alleen op fles te schenken. Dat vond hij te goed om op de tap te zetten.” Het IJ-bier wordt bijna alleen geschonken in Amsterdam, al gaat het via een groothandel ook naar een paar slijterijen en natuurvoedingszaken in de rest van het land, want vier van de elf bieren zijn volledig biologisch. Omdat de vraag al jaren groter is dan het aanbod, openden Patrick Hendrikse en Bart Obertop in februari een tweede brouwerij “op fietsafstand” van het proeflokaal, zo’n 500 meter verderop. “Als Amsterdamse brouwerij wilden we zeker in de stad blijven.” In plaats van 4.000 hectoliter in 2012 zal er in 2013 8.500 hectoliter gebrouwen worden. En volgend jaar zou dat zelfs 10.000 hectoliter moeten worden. In het proeflokaal worden de fusten klaargemaakt, en op de nieuwe locatie staat de nieuwe bottellijn die drie keer per week zorgt voor een nieuwe voorraad flesjes. Na het bottelen wordt het bier nog een week in de warme kamer van 28°C gezet om het op fles te laten gisten. “We maken nooit reclame, maar de groep IJ-bierdrinkers wordt steeds groter”, vertelt Patrick Hendrikse trots. In de jaren tachtig trok het bier al de aandacht van bierkenner Michael Jackson, die de IJ-brouwerij als enige brouwerij in Nederland bezocht voor zijn tv-reeks
The Beer Hunter. Na hem volgden de bierfanaten. En vijfentwintig jaar later ontdekken ook steeds meer Amsterdammers hun stadsbier. Wat het geheim is van het IJ-bier? De gist, denkt barman Ton Zijp. “Die bepaalt de fruitige smaak. We hebben onze eigen culturen en oogsten de gist na elk brouwsel.” Patrick Hendrikse noemt een combinatie van factoren. “We maken ongefilterd en ongepasteuriseerd bier van hoge gisting, en dat met eigen gist. Dat geeft een mond vol smaak.” Heel wat anders dan de fletse doordrinkpils waarmee Nederland tot ver buiten de grenzen beroemd - of in dit geval berucht - is geworden.