Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bom onder Belgische sportclubs
Contracten van sporters kunnen voortaan sneller verbroken worden
Betaalde sporters zullen voortaan in België op gelijke voet behandeld moeten
worden als gewone werknemers. Dat heeft het Arbeidshof in Hasselt beslist. Concreet: de maximale verbrekingsvergoeding van een sportman mag dus geen 36 maanden meer zijn maar hoogstens de 12 maanden loon van een gewone werknemer.
De uitspraak van het Arbeidshof kwam eropdezaakvanex-voetballerMohamed DahmanetegenzijngewezenclubRacing Genk. De club eiste 880.000 euro opstapvergoeding, op basis van de wet van 1978. “De wet van 1978 met hoge opzegvergoeding belemmert het vrije verkeer van werknemers”, pleitte zijn advocaat Luc Misson. De rechtbank gaf hem gelijk. De Frans-Algerijnse speler moet Genk maar 220.000 euro betalen.
Bij uitbreiding kan nu elke betaalde sporter sneller onder zijn lopende contract uit. Clubs kunnen nog maximaal 12 maanden loon eisen als de speler weg wil, zelfs al heeft hij een nog veel langer lopend contract.
“Een belangrijke uitspraak voor alle professionele sporters”, zegt professor arbeidsrecht Roger Blanpain.
Spelersvakbond Sporta heeft het over een mes dat langs twee kanten snijdt. “Spelers met zware contracten zullen zeker niet slechter af zijn. Aan de andere kant kunnen clubs zich gemakkelijker ontdoen van sporters op overschot.”