Gazet van Antwerpen Stad en Rand
‘Vergeten’ Raman legt zich neer bij rol als supersub
Offensieve weelde bij Gent met Simon, Depoitre, Pedersen en Tabekou
Weet u nog wie van AA Gent vorige maand Anderlecht uittelde? Van de vorige week opgestane revelaties Pedersen en Tabekou was nog geen sprake. Simon? Depoitre? Fout gegokt, de ‘vergeten’ Benito Raman (20) hoopt tegen Club Brugge zijn kunsstukje over te doen. “Ik heb nog nooit verloren tegen Club”, zegt Raman strijdvaardig.
Local boy Benito Raman was zich voor Nieuwjaar in de harten van de Gentse fans aan het spelen. Na twee uitleenbeurten – aan Beerschot en Kortrijk – brak hij potten bij de club van zijn hart. Tussen midden oktober en midden januari was hij in veertien wedstrijden goed voor zes goals en vier assists. Iedere 101 minuten pakte hij uit met een beslissende actie. Hij voegde vinnigheid toe en als hij rustiger werd voor doel, kon hij zijn statistieken nog opkrikken. In de overbodige bekerreturn tegen Lokeren vond de symbolische wissel van de wacht plaats. Raman blesseerde zich en werd vervangen door nieuwkomer Moses Simon. Moses Simon ontpopte zich tot nieuwe chouchou. Intussen beseft Raman dat een basisplaats tegen Club Brugge moeilijk wordt. Simon, Pedersen, Tabekou: in de Gentse aanvalslinie blijven er maar revelaties opstaan. Bovendien stelde hij in Charleroi teleur als starter ter vervanging van de geblesseerde Simon. “Ik voelde me al na een kwartier moe. Ik had allicht nog wat last van mijn kuitblessure die ik voor de interlandbreak opliep. Maar nu voel ik me al drie dagen perfect op training. Ik ben er klaar voor, maar besef dat de coach na onze zege tegen Standard voorin niet veel zal wisselen.” Dan maar als supersub zoals tegen Anderlecht. “De coach moet voorin heel moeilijke keuzes maken”, weet Benito Raman. “In het begin van het seizoen wist je dat je na een mindere match zou blijven spelen, nu staat er iemand anders klaar.”
Beter druk zetten dan Simon
Centrale toren Laurent Depoitre is de enige zekerheid en eentje heeft een streepje voor op de rest: Moses Simon. “Hij scoort zeer makkelijk en dat is een voordeel. Intussen geeft hij ook meer assists. Iedereen heeft zijn kwaliteiten: ik zet bijvoorbeeld meer en beter druk dan Simon, maar daardoor ben ik misschien wat minder fris voor de goal. Simon is ook op training goed, maar je ziet dat onze verdedigers hem beter beginnen te kennen en hem iets makkelijker afstoppen.” Raman is ook naast het veld een druk baasje, maar wordt steeds rustiger. “In het begin van het seizoen liep ik met een lang gezicht rond als ik op de bank zat, zelfs als we wonnen. Maar ik besef intussen hoe belangrijk de attitude van de reservespelers is voor de groep. Na Standard was ik blij alsof ik gespeeld had. De coach praat ook met mij, dat is een hele verbetering tegenover wat ik vroeger soms meemaakte. Hij zei me dat hij voor de wedstrijden tegen Club en Anderlecht op mij rekent als invaller.” “Ik ben misschien ook rustiger omdat ik me hier goed voel. Aan een transfer zit ik niet te denken. Aston Villa blijft mijn ontwikkeling volgen sinds ik er op mijn zestiende kon tekenen. Er zijn nog een paar clubs die me volgen, waarvan enkele met zeer veel interesse. Maar momenteel moet niets voor mij.”