Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Allemaal IJsboerke
Het begon in de buurt van Tielen, verspreidde zich over de Kempen en deinde uit naar heel Vlaanderen. Als kind speelde je met een bal van IJsboerke, je droeg een koerspetje van IJsboerke en als de vrachtwagen van IJsboerke thuis was langs geweest at je ijsjes van IJsboerke. Zo ging dat eind jaren ’70.
Het waren de gloriejaren van Staf Janssens. Selfmade man lang voor het woord bestond. Op zijn veertiende van school gegaan en begonnen met een tonnetje van zes liter ijs en een kruiwagen, had hij van IJsboerke eigenhandig een gigant gemaakt, mét honderden werknemers, tweehonderd vrachtwagens, een miljoenenomzet en een bijzondere zin voor marketing. Het is daar en dan dat het andere IJsboerke geboren werd. Het IJsboerke dat even diep in ons collectief geheugen gebeiteld is als dat van de ijsjes zelf. IJsboerke als wielerploeg. Omdat niks zo volks is als wielrennen en een zomerse crème glace –die combinatie moest wel werken, wist Staf Janssens. Maar ook omdat Staf Janssens zot was van de koers. En dat zou de wereld geweten hebben.
Wat Flandria in de jaren ’60 was, Panasonic in de jaren ’80 en Quick.Step in deze eeuw is, dat was IJsboerke in jaren ’70. Onlosmakelijk verbonden met het wielrennen. Eerst nog als cosponsor van het bescheiden Goldor, maar al heel snel als volwaardig hoofdsponsor, onder zijn eigen naam, met zijn eigen welbekende gele kleuren en zijn eigen vedetten. Rik Van Looy maakte er na zijn wielercarrière heel even naam als sportdirecteur. Roger Swerts werd er nationaal kampioen, net als later Gery Verlinden en Jos Jacobs. Walter Godefroot en Herman Van Springel wonnen er Bordeaux-Parijs. Om van de tientallen zeges in kleinere en minder grote wedstrijden niet eens te spreken. En dat alleen nog maar in de eerste jaren. IJsboerke had dan wel geen Merckx, De Vlaeminck of Maertens, het had de symp pathie van het volk. Helemaal toen het vanaf 1978 internationaal doorbrak. Met Godefroot die de Ronde van Vlaanderen won. Met de ongrijpbare Duitser Didi Thurau die in zowat alle rondes ritten won en tussendoor ook nog Luik-Bastenaken-Luik op zijn naam schreef. Met superbelofte Daniël Willems, die in zijn eerste volledige profjaar meteen Scheldeprijs en Brabantse Pijl won. Charmantere ploegen vond je nauwelijks. Professionelere evenmin – welke andere Belgische p ploeg had toen al een rennersbus? Iedereen smulde van IJsboerke. Helemaal in de zomer van 1980. Wisten wij veel dat het de laatste zomer van IJsboerke in wielertenue zou worden. Die winter zou Didi Thurau ondanks eerdere beloften p plots elders tekenen. Flagrante contractbreuk en voor de beginselvaste en furieuze Staf Janssens voldoende reden om er resoluut de stekker uit te trekken. Maar die zomer deed IJsboerke nog één keer van zich spreken. Voor het tweede opeenvolgende jaar op het podium in de ploegentijdrit van de Tour, drie ritzeges, negen dagen gele trui én de groene trui met Rudy Pevenage. IJsboerke had een topploeg. Even bekend in de koers als van zijn f frisco’s. Vlaanderen kreeg er geen genoeg van. En wij, wij waren allemaal een beetje IJsboerke.
Dit weekend verschijnt: IJsboerke, roomijs & renners Mark Van Lombeek Uitgeverij Van Halewyck 199 blz 22,50 euro