Gazet van Antwerpen Stad en Rand
UIT NEEM BAAR
Wat rest er nog, naast de verslaggeving, de beschouwing, de analyse of het interview? Een brief. Voortaan schrijft de sportredactie elke zaterdag iemand uit de sport aan. Soms ernstig, soms relativerend, soms provocerend. Onze boodschap, onze wensen, onze gedachten. Voor hem of voor haar. En voor u, natuurlijk.
Mag ik je bij deze bedanken voor je attractieve manier van koersen. Zeldzaam, haast uitgestorven, zijn je collega’s die de kunst van het offensief nog verstaan. Wachten, wachten, altijd maar wachten. Jij kiest onbevangen voor de vlucht vooruit. Afgelopen woensdag nog, op de Côte de Chérave, kon je niet aan de lokroep weerstaan. “Hier laat ik je los, Tim. Van hieraf moet je gaan, met vallen en opstaan, van hieraf moet je gaan.” Alsof Wim De Craene zelf achter je veren zat, zo dartelde je door de Maasvallei. De polsen losjes op het stuur leggend, alsof je aan een trainingsrit bezig was. Tegen beter weten in, dat besefte je. Maar liever eervol ten onder gaan dan anoniem finishen op een achttiende plaats. Nog een geluk: af en toe brengt het ook op, die ongebreidelde aanvalslust. Hoe je vorig jaar de Eneco Tour won, door in de koninginnenrit van ver aan te vallen, was mooi om zien. Tegen alle wetten van de moderne wielersport in, hield je stand. Daar, op de flanken van La Redoute, werd de jongen een man.
Speel het alsjeblieft niet kwijt, die onbevangenheid. Renners als jij zijn de toekomst en de redding van de wielersport. Hebben we niet langzaam onze buik vol van een voorgeprogrammeerd peloton dat de boel controleert tot de voet van de laatste helling, waarna de kopmannen – vies woord, Tim – met één krachtsexplosie proberen de tegenstand te verschalken? Helaas, er is er slechts één die wint. Wat met de anderen? Nemen zij na afloop vrede met een ereplaats? Jammer genoeg wel. Rijden ze top tien, dan nemen ze nog wat puntjes voor de World Tour mee naar huis. Helaas, de moderne wielersport is verworden tot een rekenspel waar voor heroïsche offensieven geen plaats meer lijkt te zijn. En ik ben niet naïef: mocht jij over de kwaliteiten van Alejandro Valverde beschikken, ook jij zou verplicht worden te wachten tot de voet van de laatste helling. Hoelang blijven wij die voorgekauwde scenario’s nog pikken? Hoelang blijven jullie, de renners, de voorgekauwde scenario’s nog pikken? Het is tijd voor een revolte, Tim. En jij lijkt me de geknipte Che Guevara. Mijn steun heb je alvast, die van je ploegmaat Thomas De Gendt vermoedelijk ook. Nog zo’n man naar mijn hart.
Enfin, we wijken af. Ik wil van deze ruimte gebruik maken om je eerlijke kijk op het leven te bewieroken. Uit jouw mond heb ik nog nooit een uitvlucht horen vertrekken. Als je slecht bent, dan zeg je het ook. Als je ontgoocheld bent, dan zal je die ontgoocheling nooit wegsteken. Je bent niet meteen een man van veel woorden, maar wel een man van rake woorden, verpakt in korte zinnen en telkens begeleid door een expressief gezicht. Zelfs al zeg je niets, dan nog verraadt je lichaamstaal veel. Weinigen kunnen hun droefheid zo mooi vorm geven als jij, Tim. Die droefheid vindt vaak haar voedingsbodem in je ongeduld. We kennen elkaar nog maar net en toch hoorde ik je al vaak vertellen over je generatiegenoten Aru en Kelderman, dat je bij de beloften bergop hun gelijke was, maar dat zij al wel top tien rijden in grote rondes en jij niet. Mag ik het omschrijven als afgunst, Tim? Ja toch? Daar is weinig fout mee. Gezonde afgunst werkt motiverend en inspirerend, ziekelijke afgunst werkt verlammend en is te mijden. Als ik geplaatst ben om advies te geven: doe gewoon je eigen ding en de resultaten zullen volgen, Tim. Zondag wacht LuikBastenakenLuik, La Doyenne. De oudste klassieker is naar het schijnt niet gemaakt voor de jongste renners. Maar jonge renners hebben doorgaans de grootste honger. Dus ben ik ervan overtuigd dat je zondag niet onopgemerkt van Luik naar Bastenaken en terug naar Luik zal fietsen. Het zijn je trainingswegen, je zult er aangemoedigd worden zoals weinig anderen. Je hoeft niet, zoals Dirk De Wolf, aan te vallen op meer dan honderd kilometer van de finish. Maar een beetje oorlog maken mag altijd, Tim. Liefst op La Redoute, de helling waar je jeugdidool Frank Vandenbroucke ooit geschiedenis schreef door ostentatief naast Michele Bartoli te gaan fietsen en hem in de ogen te kijken. Het zijn die momenten die de wielersport groot maken en het doet pijn om een peloton gegroepeerd over één van ’s wereld meest mythische hellingen te zien fietsen. Doe er iets aan, Tim. Straks wacht je een nieuw avontuur: de Tour. Je kwam er al eens op bezoek, als gast van Karl Vannieuwkerke. Waar je toen vanuit de tribune naar het circus mocht kijken, zal je straks midden in de arena plaatsnemen om je kunstjes te vertonen. Ik kijk er naar uit, Tim, net zoals jij er naar uitkijkt. De druk van een klassement heb je niet, beetje bij beetje mag je het grote avontuur ontdekken. Maar ik hoop dat je af en toe de stem van Wim De Craene te horen krijgt. Hier laat ik je los, Tim. Van hieraf moet je gaan, met vallen en opstaan, van hieraf moet je gaan. Doe ons een plezier, Tim, en volg het advies. In een simpel liedje schuilen vaak grote waarheden.