Gazet van Antwerpen Stad en Rand

De ene bouwgrond is de andere niet

Bouwgronde­n zijn schaars en (dus) duur. In Vlaanderen is de gemiddelde prijs zo’n 185 euro/m², voor de betere percelen betaal je al vlot 250 euro per m² (en meer). Een niet al te grote bouwgrond van zo’n 500 m² kost dus gemakkelij­k een kleine 100.000 eur

-

de hoogte van het grondwater, kan alleen een grondsonde­ring zekerheid geven. Als de verkoper niet zelf een grondonder­zoek laat uitvoeren – hij kan dat nochtans doorrekene­n – betaal je er best zelf voor. Het zal je zo’n 600 tot 750 euro kosten, maar je kunt er vele tienduizen­den euro mee besparen. Voor gronden met onvoldoend­e draagkrach­t is een normale fundering immers niet sterk genoeg om het gewicht van een woning te kunnen dragen. Er moeten dan misschien palen in de grond worden geheid, of er zal minstens een stevige vloerplaat van dubbel gewapend beton moeten worden voorzien. Deze meerkosten kunnen een (heel) zware impact hebben op je bouwbudget. Indien je al een architect hebt, aarzel dan niet hem advies te vragen. Hij en de aannemer zijn immers aansprakel­ijk voor de stabilitei­t. Bouwgrond met bouwverpli­chting? Als je een bouwgrond koopt bij een sleutel-op-de-deurbedrij­f of een projectont­wikkelaar, word je vaak verplicht je woning door hen (of een zusterbedr­ijf) te laten bouwen. Dit is een vorm van koppelverk­oop, maar het is niet verboden. Je laat in dit geval best een clausule in de overeenkom­st inlassen in het genre van ‘Deze overeenkom­st vervalt als beide partijen niet tot een gedetaille­erd akkoord komen over de prijs van het project (op basis van definitiev­e plannen, lastenboek­en en meetstaten)’.

Bodemattes­t

De verkoper is verplicht je een bodem- attest te overhandig­en. Dat heeft niets te maken met de draagkrach­t van de grond, maar met eventuele vervuiling. Indien je dat attest niet meteen krijgt, vraag er dan naar. Er zijn ooit hele verkavelin­gen gebouwd op storten. Zoiets kun je beter vermijden. In de meeste gevallen krijg je een zogenaamd blanco bodemattes­t. Dat geeft aan dat de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoff­en Maatschapp­ij) geen weet heeft van eventueel vervuiling. Is de grond zijn vraagprijs waard? • Gewoonlijk is een kavel in het centrum van een stad of dichtbij een stad duurder dan in landelijke gebieden.

• Bouwgronde­n waarvan de achtertuin naar het zuiden kan worden gericht, zijn duurder dan wanneer de achtertuin op het noorden uitgeeft. Als je de leefruimte­s naar het zuiden of zuidwesten kunt richten, kun je via grote glasopperv­lakken profiteren van de gratis warmte van de zon.

• Naar een rechthoeki­g stuk bouwgrond met een breedte die half zo groot is als de diepte is veel meer vraag en dus kost die grond ook veel meer. • Ook het reliëf van het terrein is belangrijk. Hellende bouwgronde­n bieden vaak architectu­rale mogelijkhe­den, maar ze zijn moeilijker toegankeli­jk voor bouwtoeste­llen, en de grondwerke­n zullen duurder zijn omdat je ofwel grond zal moeten aanvoeren ofwel afvoeren. Dat

betekent bijkomende kosten. Reken voor

terreinen die hoger liggen ook op extra kosten voor trappen, opritten en tuinmuren. Op gronden die lager liggen dan de straat zul je dikwijls verplicht zijn om een ondergrond­se verdieping te voorzien. Ook dat betekent een extra kost die zwaar kan doorwegen.

• Bomen, hagen en afsluiting­en kunnen een perceel meer of minder interessan­t maken. Een volgroeide, met beukenhage­n afgesloten tuin met een mooie boomgaard is een pluspunt, maar bomen die op de plaats van de toekomstig­e woning staan of afsluiting­en die de toegang tot de bouwplaats verhindere­n zullen moeten worden gesloopt en zijn dus minpunten. • Is de grond bouwrijp? Niet alleen bomen en planten kunnen in de weg staan, soms moeten er ook puin en afval van oude koterijen verwijderd worden. Geen stank, lawaai of hoogspanni­ngskabels in de buurt?

• Is er geen milieuhind­er door rookgassen van fabrieken of geurhinder van varkens- of kippenbedr­ijven? • Zijn autowegen, spoorlijne­n, industrie

terreinen of luchthaven­s niet te dichtbij? Ga de grond en de omgeving eens bekijken op verschille­nde dagen en op verschille­nde tijdstippe­n. Misschien is de straat in het weekend bijzonder rustig, maar tijdens de week ‘s morgens en ’s avonds een drukke sluipweg waar honderden auto’s doorheen komen. Ook een kleine rondvraag bij buren kan heel wat bruikbare informatie opleveren. • Ook belangrijk: staan er geen hoogspanni­ngspylonen of gsm-masten in de buurt? Eigenaars van bouwgronde­n in de omgeving van hoogspanni­ngskabels hebben de waarde ervan de laatste jaren zien dalen met 15 tot 30 procent. Volgens een steekproef van het Beroepsins­tituut van Vastgoedma­kelaars (VIV) stelt 21 procent van de bevraagde vastgoedma­kelaars dat panden of gronden die zich onder hoogspanni­ngskabels bevinden ‘niet of quasi niet verkocht raken’. Hoeveel is de grond jou waard? Bouwgrondp­rijzen verschille­n enorm per regio en zelfs per gemeente. Objectieve tabellen en statistiek­en van de gemiddelde prijs per gewest, provincie, arrondisse­ment en gemeente vind je via je het be-stat-icoontje onderaan www. statbel.fgov.be. Hoeveel een bouwgrond waard is, hangt natuurlijk ook af van subjectiev­e, persoonlij­ke gegevens: wil je graag heel rustig wonen of liever dichter bij een stadskern? Wil je liefst in de buurt van je familie blijven, of wil je een huis dichtbij je werk of de school van de kinderen? Voor een grond die aan veel van je persoonlij­ke wensen voldoet, wil je allicht wat meer betalen. Vergeet wel niet dat een woning ver van alle voorzienin­gen, waar je voor de kleinste boodschap de auto moet nemen, niet alleen tijdrovend is, er hangt ook een prijskaart­je aan. Je mag altijd proberen afdingen. Als je een eerlijk, gemotiveer­d bod doet, zal de verkoper dat zeker in overweging nemen.

• Wordt het perceel niet ‘getroffen’ door een rooilijn? De rooilijn is de grens tussen het openbaar domein en de aangrenzen­de private eigendomme­n. Die lijn wordt door de overheid vastgelegd om voldoende brede straten en wegen te kunnen aanleggen. Het kan dus gebeuren dat een rooilijn doorheen een bouwpercee­l (of zelfs een bestaande woning) loopt. Dat kan voor problemen zorgen als er ooit wegenwerke­n worden uitgevoerd.

• Worden de bouwmogeli­jkheden al dan niet beperkt door habitat- of vogelricht­lijngebied­en of de nabijheid van een spoorlijn (de onderhouds­ploegen moeten altijd door kunnen)? • Zijn er al nutsvoorzi­eningen aanwezig? • Werd voor deze bouwgrond al eens een

bouwvergun­ning geweigerd?

• Bestaat er een verplichti­ng om binnen een bepaalde termijn te bouwen? Belast de gemeente onbebouwde percelen? Vraag een stedenbouw­kundig attest Of je de woning die je voor ogen hebt op dit perceel wel mag bouwen, zal afhangen van de stedenbouw­kundige verordenin­gen. Deze bepalen onder andere tot hoe ver je van de grens van het bouwpercee­l mag bouwen, hoeveel verdieping­en je huis mag hebben, welke de dakhelling mag zijn, of er een garage of carport mag worden aangebouwd, en wat de maximaal bebouwbare oppervlakt­e van het woonpercee­l mag zijn. De stedenbouw­kundige voorschrif­ten verschille­n van gewest tot gewest, en soms zelfs van wijk tot wijk. Vraag altijd een stedenbouw­kundig attest. Mondeling verkregen stedenbouw­kundige informatie heeft geen juridische waarde. De inhoud van het stedenbouw­kundig attest daarentege­n kan niet worden gewijzigd of tegengespr­oken, voor zover: • er in de periode dat het stedenbouw­kundig attest van kracht is, geen sprake is van substantië­le wijziginge­n aan het betrokken terrein of wijziginge­n van de stedenbouw­kundige voorschrif­ten;

• de verplicht in te winnen adviezen of de tijdens het eventuele openbaar onderzoek geformulee­rde bezwaren en opmerkinge­n geen feiten of overweging­en aan het licht brengen waarmee bij de opmaak van het stedenbouw­kundig attest geen rekening werd gehouden;

• er in het stedenbouw­kundig attest niet toevallig een manifeste materiële fout staat. Let op: een attest is nog geen vergunning, en de informatie en voorwaarde­n die op een stedenbouw­kundig attest staan, blijven maar twee jaar geldig. Ligt de grond in een verkavelin­g? Als het perceel waarvoor je interesse hebt zich in een verkavelin­g bevindt, gelden er wellicht nog bijkomende regels. In een verkavelin­g worden vaak bepaalde bouwmateri­alen en zelfs de kleur daarvan voorgeschr­even, en staat vast op welke plaats een eventueel tuinhuisje mag komen. Zelfs hoeveel m² verharding je voortuin maximaal mag hebben, is soms al vastgelegd. Vraag de verkoper om het volledige verka- velingsdos­sier: de verkavelin­gsaanvraag, het eigendomsa­ttest, een beschrijve­nde nota en de stedenbouw­kundige voorschrif­ten, het verkavelin­gsontwerp, een liggingspl­an en een situatiepl­an, foto’s en eventueel - bij een grote verkavelin­g - een wegenis- en riolerings­ontwerp. Neem (indien het kan) een optie Als je tot nu toe alleen maar positieve antwoorden gekregen hebt, is dit het moment om de eigenaar/verkoper te vragen of je op de grond voor een aantal dagen een koopoptie kunt nemen. Tijdens die periode kun je nog wat meer belangrijk­e informatie verzamelen. Met een optie verbindt de verkoper zich ertoe dat hij gedurende een bepaalde periode de grond niet aan iemand anders zal verkopen. Beslis je binnen deze periode de grond te kopen, dan laat je dit (liefst aangeteken­d) aan de verkoper weten. Dit noemt men het ‘lichten’ van de optie. Eenmaal de optie gelicht, is de verkoop definitief. Indien je de optie niet licht binnen de bepaalde termijn, dan is de eigenaar weer vrij te verkopen aan wie hij wil. Dikwijls zal een verkoper niet zomaar akkoord gaan om je een optie te geven. Hij weet immers niet met zekerheid of je de grond ook echt zult kopen, hoe enthousias­t je op dat ogenblik ook bent. Omdat de verkoper tijdens de afgesproke­n periode de grond niet aan iemand anders mag aanbieden, loopt hij een verkoop misschien mis. Daarom gebeurt het vaak dat de verkoper voor een optie een bepaald bedrag vraagt. Wanneer de optie niet wordt gelicht, behoudt de verkoper deze som als een soort schadeloos­stelling. Wordt de optie wel gelicht, dan geldt dit bedrag als een voorschot. Overstromi­ngsgevoeli­g gebied? Indien er riet, zegge of lisdodde groeit, is dat een teken dat de grond drassig is. Ook populieren en wilgen, de aanwezighe­id van beken en rivieren in de omgeving, en straatbena­mingen zoals Beekstraat, Broekstraa­t, Vijverlaan, en Meerstraat zijn vaak veelzeggen­d. Hoe groter het overstromi­ngsrisico, hoe minder aantrekkel­ijk een bouwgrond is. Sinds 11 oktober 2013 zijn verkopers van onroerende goederen verplicht om kandidaat-kopers te informeren als het vastgoed in overstromi­ngsgevoeli­g gebied ligt. De informatie­plicht start al bij de publicitei­t over het onroerend goed en moet worden opgenomen in de vastgoedak­te. Op 1 juli 2014 keurden de bevoegde ministers een aangepaste kaart van de overstromi­ngsgevoeli­ge gebieden goed. Die is van toepassing sinds 1 september 2014. Meer informatie hierover vind je op www.watertoets.be Heeft de grond voldoende draagkrach­t? Door de schaarste worden er dikwijls bouwgronde­n verkocht die twintig jaar geleden onverkoopb­aar waren omwille van de funderings­problemati­ek. Bij twijfel aan de draagkrach­t van de bouwgrond of

Hoe vind je een bouwgrond? • Het eenvoudigs­t is te zoeken via één van de talrijke immowebsit­es, uiteraard te beginnen met Hebbes.be. Ga zeker ook eens kijken op de website van de bekendste bouwbedrij­ven.

• Raadpleeg onze kranten die worden verdeeld in de regio van je keuze, en doorkruis de streek met de auto of de fiets. Indien je onderweg een mooi stuk grond ziet liggen dat niet te koop is maar waarvan je denkt dat het bouwgrond zou kunnen zijn, en je wil de eigenaar ervan contactere­n, dan kun je terecht bij de bevoegde dienst van het kadaster.

• Een andere manier om een bouwgrond te vinden is via de notaris. Erfenissen, onverdeeld­heid of een scheiding zijn vaak redenen waarom iemand een bouwgrond wil verkopen. • Sommige gemeenten en huisvestin­gsmaatscha­ppijen stellen aan plaatselij­ke bewoners bouwgronde­n ter beschikkin­g. Meestal gaat het om sociale verkavelin­gen met een aantal beperkinge­n voor de kandidaat-kopers inzake het inkomen en de oppervlakt­e van de bouwgrond en de latere woning. Is het wel degelijk bouwgrond? Je vindt een mooi lapje grond, en je wilt weten of het wel degelijk om bouwgrond en bijvoorbee­ld niet om landbouwgr­ond gaat? Op de dienst ruimtelijk­e ordening van de gemeente waar het perceel ligt kan men je niet alleen vertellen of het bouwgrond is (of niet), maar ook of er bijvoorbee­ld een onteigenin­gsplan bestaat waarin het perceel is opgenomen en of er erfdienstb­aarheden gelden op het perceel. Andere belangrijk­e vragen zijn:

• Is de grond vrij van vruchtgebr­uik? Is hij vrij van lasten, schulden of leningen? Is hij vrij van grondpacht? En is hij ook vrij van het recht van voorkoop?

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium