Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Alleen god heeft me gered”
Elke bootvluchteling zijn verhaal
Kofita Kekery is 29 en woont sinds anderhalf jaar in België. Hij is zwaar getraumatiseerd door zijn vlucht uit Ghana, zijn vlucht uit de oorlog in Libië en zijn overtocht over zee tot in Lampedusa.
Kofita Kekery ziet er niet gelukkig uit. Hij voelt zich niet goed, hij heeft dringend medische verzorging nodig. Vier jaar geleden, in 2011, toen de oorlog tegen Kadhafi losbarstte, woonde Kofi in Tripoli, de hoofdstad van Libië. “Ik verdiende sinds een jaar goed de kost, ik maakte huizen op: metsen, bezetten, alles. Tot de oorlog is begonnen.”
Het huis waar Kofi en zijn jongere broer woonden, is aangevallen door soldaten of overvallers, dat weet hij niet. Tijdens de zeer gewelddadige inval is hij zwaargewond geraakt aan zijn buik, zijn jongere broer is voor zijn ogen vermoord. Mensen hebben hem zwaar bloedend in zijn huis gevonden.
“Ik heb gezegd dat ik wilde doodgaan, maar ze hebben me ingewikkeld als een
“Waar de Afrikaanse zee de Europese zee raakt is het water heel gevaarlijk. De boot schokte en vloog omhoog.”
mummie en voor de deur van een ziekenhuis gedropt. Daar hebben ze me opgelapt. Daarna was het erg zwaar. Ik was zwak, er was geen werk meer, en de sfeer was heel grimmig overal”, vertelt hij. “Ik ben christen, ik heb altijd een kruisje, maar ik kreeg er zeer slechte reacties op. Het is, denk ik daarom, dat ze me op gegeven moment voor de keuze hebben gesteld: met de boot mee of sterven. Hoewel ze zeiden: go with the ship and die.”
Glucosedruppels
Wanneer Kofi samen met 250 anderen in de boot stapt - “we zaten als vissen op elkaar, zo weinig plaats was er” - had hij er net een jaar eerder een andere verschrikkelijke tocht op zitten. Vanuit zijn geboorteland Ghana, door Burkina Faso, de woestijn in Niger, waar hij overleefde op glucosedruppels, via Guezzam over de bergen in Algerije door de Libische woestijn, tot in Tripoli. Samen met zijn jongere broertje. Een verschrikkelijk zware tocht, zonder eten, amper water.
Kofi vertelt hoe vaak hij zijn broer voor zich ziet, alsof hij nog leeft. Maar hij is ver weg, hij kan niet bij hem.
Na de gruwel in Tripoli lijkt de boottocht naar Italië bijna niet de moeite om over te praten. “Waar de Afrikaanse zee de Europese zee raakt is het water heel gevaarlijk”, zegt hij. “De boot schokte en vloog omhoog. Mensen waren aan het overgeven, de moslims riepen allahu akbar. Ik riep om God. Het is goed, heb ik gezegd, laat mij maar doodgaan. Maar Hij heeft me gered, alleen Hij heeft me gered. Ik vraag me af waarom.” Vanuit Lampedusa waar Kofi asiel heeft aangevraagd, is hij met trein, bus en auto naar België gereisd. “Ze wilden me niet in Italië, door mijn medische problemen. Ga naar Duitsland, Holland, België, wij kunnen u niet verzorgen.”
Kofi wordt nu in België bij vrienden opgevangen. Hij wil snel Nederlands leren en zijn medische problemen oplossen. De vzw Omaniae en PSC helpen hem daarbij.