Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ziekenhuizen bundelen krachten
Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) en Gasthuiszusters (GZA) vormen één netwerk
Ziekenhuisgroep Gasthuiszusters (GZA) en Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) gaan in de toekomst de krachten bundelen op aansporing van de overheid. “Door de samenwerking staan geen jobs op het spel.”
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block kondigde vorig jaar een hervorming aan van het ziekenhuislandschap. Daarbij ligt de nadruk op het creëren van netwerken tussen ziekenhuizen. Dure technologie wordt daardoor bijvoorbeeld toegewezen aan een netwerk en niet aan een ziekenhuis.
Die boodschap heeft ook Antwerpse ziekenhuisgroepen GZA en ZNA bereikt. Zij knopen gesprekken aan over een toekomstige samenwerking op verschillende vlakken. ZNA heeft drie algemene ziekenhuizen, zes dagcentra en één psychiatrische kliniek. GZA is een speler met drie ziekenhuizen in het Antwerpse. “Door de samenwerking zetten we in op subspecialisatie en bundeling van expertise”, zegt CEO van ZNA Wouter De Ploey. “We kunnen gezamenlijke investeringen aangaan. Daarbij denk ik aan de opzet van een elektronisch patiëntendossier, een centrale apotheek voor dispatching of een magazijn voor de stockage van ziekenhuisgoederen.”
De samenwerking maakt van de twee instanties samen de grootste speler van ons land in de gezondheidszorg. In Antwerpen zijn ze goed voor een aandeel van zestig procent. GZA en ZNA beschikken samen over meer dan 3300 ziekenhuisbedden en duizend artsen verspreid over de dertien campussen.
Toch wil De Ploey benadrukken dat het niet om een fusie gaat. “We zien het op termijn als een joint venture waarbij de identiteit van de twee groeperingen behouden blijft, maar waarbij we wel kunnen profiteren van de hiermee gepaard gaande schaalvoordelen.”
Fons Duchateau, voorzitter van ZNA, spreekt van een pioniersrol die Antwerpen door de samenwerking vervult op medisch vlak.
Patiënt centraal
“We gaan de gesprekken over een samenwerking aan in het belang van de Antwerpse patiënt”, zegt dokter Etienne Wauters, afgevaardigd bestuurder van GZA. “Er komt een verschuiving in de zorgsector. Patiënten worden almaar minder opgenomen voor een lange tijd. We zetten in de toekomst dus meer in op ambulante zorg, waarbij de patiënt maar enkele uren in het ziekenhuis verblijft. De samenwerking zal inspelen op de nieuwe behoeften binnen de sector. Het was ook een logische keuze om met ZNA samen te werken. Onze ziekenhuizen liggen fysiek dicht bij elkaar en we beschikken over verschillende specialiteiten die we verder kunnen uitbouwen.”
Een aantal eerste mogelijke domeinen van samenwerking werd al besproken. “In het verleden waren er al contacten over moederen-kindzorg. Interventionele radiologie in het kader van beroertezorg en neurologie is een tweede domein”, weet Wauters.
Hij ziet de samenwerking binnen de zorgsector in de toekomst nog uitbreiden. “Op termijn zullen we ook bekijken hoe we kunnen samenwerken met thuiszorg, huisdokters of andere disciplines. Ik noem het transmuraal werken, doorheen de muren van het ziekenhuis.”
Impact op personeel
Ondertussen hebben de vakbonden hun bezorgdheid al uitge-
drukt. Het LBC-NVK schat dat de samenwerking een grote impact zal hebben op het personeel. “De plannen zijn nog vaag, maar op basis van de gegeven info kunnen we al wel inschatten welke richting men uitgaat”, zegt Ine Hermans van LBC-NVK. “De werkdruk in de ziekenhuizen is al erg hoog, extra besparingen op loonen arbeidsvoorwaarden zijn uit den boze. Wij verwachten ook dat diensten die gezamenlijk worden uitgebouwd door eigen personeel blijven bemand. Van privatisering kan geen sprake zijn.”
De socialistische vakbond heeft zijn twijfels bij de zaak, maar vindt het nog te vroeg om al conclusies te trekken.
ZNA en GZA lieten weten dat er geen sprake is van besparing op personeelskosten. “Het is geen geheim dat de gezondheidssector onder druk staat. We moeten vooral de verschuivingen in behoefte bekijken. Daarbij kan het zijn dat er minder verplegend personeel nodig is voor de patiënten die overnachten, maar dan verschuift die nood naar de ambulante zorg en de specialisaties.”
Als de specialisaties zich vestigen in verschillende ziekenhuizen, vreest LBC-NVK voor een langere verplaatsingstijd voor het personeel. Maar ook die zorg is niet terecht volgens ZNA. “Het zou kunnen dat we van enkele personeelsleden vragen om zich een paar honderd meter verder naar een andere campus te verplaatsen, maar heel ingrijpend zal dat niet zijn. Als ik op het dak van ZNA Middelheim sta, zie ik Sint-Augustinus al liggen”, zegt De Ploey.
Zonder UZA
“De intensieve samenwerking zal GZA en ZNA verder niet belemmeren om de bestaande samenwerkingen met andere partners te blijven aangaan”, zegt Wauters nog.
Het UZA, een andere grote speler in Antwerpen met 573 bedden, neemt niet deel aan de gesprekken voor een eventuele samenwerking, maar staat volledig achter het initiatief. “Wij hebben een andere rol dan die van ZNA en GZA, wij zetten in op ontwikkelingsgeneeskunde”, zegt gedelegeerd bestuurder Johnny Van der Straeten.
Als universitair ziekenhuis is het net efficiënt om een gezamenlijk aanspreekpunt te hebben. Zo wordt het duidelijk welke dienst we voor wat nodig hebben. Ik heb mijn collega’s bij GZA en ZNA al gefeliciteerd.”
Een andere grote speler in Antwerpen AZ Monica deelt mee niet te willen reageren op het nieuws.
De eerste concrete voorstellen over enkele vooropgestelde domeinen van samenwerking zouden tegen het najaar moeten klaarliggen. Van daaruit bekijken de twee spelers de verdere mogelijkheid tot een nauwe samenwerking binnen andere domeinen.
WOUTER DE PLOEY CEO ZNA
“Als we moeten besparen, doen we dat eerst op bakstenen en apparatuur, niet op personeel.”
ETIENNE WAUTERS Afgevaardigd bestuurder GZA
“Het is zeer logisch om samen te werken: onze ziekenhuizen liggen fysiek dicht bij elkaar en we beschikken over verschillende specialiteiten.” JOHNNY VAN DER STRAETEN Gedelegeerd bestuurder UZA
“Wij doen niet mee omdat we een andere rol hebben: die van de ontwikkelingsgeneeskunde.”