Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Petroleumprijs zakt opnieuw
Omdat de olieprijs zakt, dalen de beurskoersen. Hoe logisch is dat? Niet zo heel erg, zo blijkt.
De beurzen zijn sinds begin dit jaar al meer dan 10 procent kwijt en de voornaamste oorzaak is de dalende olieprijs, die ook gisteren nog naar beneden ging. Beleggers zien de prijs van ruwe olie als een barometer voor de wereldeconomie: als het slecht gaat met de olieprijs, gaat het slecht met de wereld.
Is dat wel zo? Eigenlijk valt er weinig verband te ontdekken, oordeelde Stuart Canning van M&G Investments gisteren. Hij stelt vast dat de oliemarkt nu eenmaal zo in elkaar zit dat een relatief lichte toename van het aanbod of afname van de vraag, een sterke prijsreactie kan veroorzaken. De vraag- en aanbodcurves voor olie zijn steil. Dat heeft te maken met twee dingen.
Ten eerste zijn olieproducenten niet erg geneigd onmiddellijk te reageren op een daling van de vraag. Ten tweede hebben olieconsumenten de neiging om niet snel te reageren op een prijsverandering. Als diesel goedkoper wordt, gaan de meeste mensen niet opeens meer met de auto rijden.
In beide gevallen ontstaan snel grote onevenwichten. Net nu doen beide verschijnselen zich tegelijk voor. Door de groeivertraging in China en de milde winter ligt de vraag lager dan verwacht en om hun begrotingen rond te krijgen, pompen olieproducenten meer op dan nodig. Een extreme prijsreactie kan dan niet uitblijven.
Eigenlijk zouden de markten daar positief op moeten reageren, zegt Canning. Er zijn meer bedrijven die olie gebruiken dan bedrijven die olie produceren. Ook huishoudens profiteren van lage brandstofprijzen.
“Als vroeger de olieprijs daalde, dan stegen de aandelen”, herinnert Luc Bertrand, topman van Ackermans & van Haaren, zich. “Ik begrijp wel waarom de aandelen zakken. Er is veel onzekerheid. Maar je moet naar de onderliggende basisgegevens kijken.”
Waarom de beurzen opeens zo gefascineerd zijn door de olieprijs, is moeilijk te achterhalen. Leon Chen, die de koersbewegingen cijfermatig analyseert, denkt dat beurskoersen meer correlatie vertonen als ze dalen dan als ze stijgen. “Neerwaartse drift”, noemt hij dat op de site van Marketwatch.
“Dat de olieprijs maar bleef zakken, en telkens psychologische grenzen van 90, 80, 70 dollar doorbrak, en nu zelfs 30 dollar, heeft de beleggers alle vertrouwen doen verliezen. Daardoor drukten ze op de paniekknop.”