Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Toch nog maar eens Toots kopen
T oots Thielemans speelde mondharmonica met de vanzelfsprekendheid waarmee een mens ademt. Misschien werd hij daarom nog te weinig aangezien als de muzikale reus die hij was. Een bescheiden ‘ket’ uit de Marollen die mooie deuntjes blies op een bescheiden instrument, dat vóór hem in de jazzwereld niet eens ernstig werd genomen.
Kun je zo iemand in één adem vernoemen met Charlie Parker, Miles Davis, Herbie Hancock, Stevie Wonder of Paul Simon, om maar die te vermelden? Jawel dus, meende Quincy Jones, de legendarische producer van Michael Jackson. Thielemans heeft trouwens samen met al deze grote namen gespééld. Er is geen Belgische muzikant die nog maar in de buurt komt van zo’n palmares. De Volkskrant noemt Toots “de grootste woordeloze dichter van het heelal”. De bijna kinderlijke overdrijving geeft de graad van bewondering aan.
Toch heeft Toots ‘ maar’ 2,5 miljoen platen verkocht. Daarmee staat hij op de 49ste plaats in de Belgische top honderd van best verkopende artiesten. Het is minder dan de helft van K3 (6 miljoen albums) en véél minder dan Helmut Lotti (13 miljoen exemplaren).
Kunst en commerce gaan nu eenmaal niet zomaar samen. Toots Thielemans liet het zelf niet aan zijn hart komen. “Hij was niet rijk, maar hij was gelukkig”, zegt zijn manager Veerle Van de Poel.
Ook als mens was Toots een reus. Er is niemand die met hem heeft samengewerkt die niet met warmte en liefde over hem spreekt. Zijn bescheidenheid is even legendarisch als zijn muzikale toverkunsten. Onwillekeurig doet het denken aan popster Rihanna, die op Pukkelpop het publiek eerst lang liet wachten om vervolgens zoutloos wat te playbacken. “Voor Toots was de soundcheck altijd vrijwel meteen in orde”, zegt Antwerpenaar en goede vriend Herman Van Hove. “Alleen voor zichzelf was hij streng” zegt Jazz Middelheim-organisator Bertrand Flamang.
Als de lof over enkele dagen wegebt, zullen de tonen van zijn mondharmonica blijven. Die bedrieglijk eenvoudige en speelse klanken, waarmee hij kon huilen en vrolijk zijn, meeslepen en swingen, ontroeren en amuseren en ingewikkelde improvisaties feilloos tot een goed einde brengen. Toon Hermans, een monument in een ander genre, vatte na een optreden treffend samen waarom andere muzikanten Toots zo hoog achten: “Voor het eerst in mijn leven zag ik een mens muziek worden.” Misschien moeten we met zijn allen zijn platenverkoop nog maar eens wat opkrikken. Postuum, dan maar.