Gazet van Antwerpen Stad en Rand
29 AUGUSTUS 11
Met zijn overwinning van zondagnacht in de US Open brak Stan Wawrinka (31) de ‘Big Four’ open en wurmde zich tussen Djokovic, Nadal, Murray en zijn landgenoot Federer. De cijfers zijn er om het te staven, maar
weigert de eer. “Ik hoor er helemaal niet bij.”
“Ik voel me leeg, heb alles op het terrein gelaten”, pufte Stan Wawrinka. De Zwitser uit Saint-Barthélemy (Vaud) deed er zondagnacht 3u45’ over om Novak Djokovic na Roland Garros van vorig jaar een tweede grandslamtitel te ontfutselen. Nochtans had hij er voordien haast dubbel zo lang (17u54’) over gedaan als de Serviër (8u58’) om de finale te halen. Daverend van de stress. Drie kwartier voor het begin van de match vloeiden er zelfs tranen tijdens een laatste overleg met coach Magnus Norman. Bovendien verloor hij de eerste set in de tiebreak. “Nooit heb ik meer afgezien.” Maar hij won wel, en mocht daar terecht mee pronken. “Ik ben superfier op wat ik deze avond heb gedaan.” Meteen is hij na Djokovic en Murray als derde speler zeker van zijn plaats op de World Tour Finals van november, de vroegere Masters.
Op Flushing Meadows schreef Stan Wawrinka zondag zijn derde grandslamtornooi op de erelijst, na de Australian Open van 2014 en die Roland Garros. Nu nog Wimbledon en hij wordt de negende tennisman ooit om een te realiseren door in de loop van zijn carrière alle vier de toptornooien te winnen. Iets wat van de huidige generatie alleen Federer, Nadal en Djokovic lukte. De jongste drie jaar konden slechts twee spelers meer dan één titel veroveren: Djokovic met zes stuks én Wawrinka met drie. Tellen we voor die periode de punten op die ze scoorden in de grand slam, dan doet alleen de Serviër beter. Voegen we daar ook nog eens hun resultaten van de
career grand slam
the Man
Big Four
Stan
Wawrinka wuifde de eer bescheiden weg, het cijfermateriaal ten spijt. Een werkman tussen kunstenaars. Minder verfijnd dan zijn concurrenten, met successen die meer gebaseerd zijn op overgave en doorzettingsvermogen dan op gepolijste staaltjes van klasse. “Ik sta echt ver weg van die en zal ze wel nooit evenaren”, vindt hij zelf. “Ik win drie tornooien van de grand slam, akkoord, iets wat ik een paar jaar geleden nooit had durven dromen. Maar je moet verder kijken, naar de andere organisaties die ze op hun erelijst hebben. Naar het aantal jaren dat ze meedraaien aan de top. Dan past het dat ik bescheiden blijf.”