Gazet van Antwerpen Stad en Rand
KMSKA koopt Antoon van Dyck voor ‘prikje’
KMSKA vult collectie aan met belangrijk vroeg werk van Antoon van Dyck
Een koopje, zo noemt cultuurminister Sven Gatz het olieverfschilderij van de piepjonge Antoon van Dyck dat het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen verwerft via het Vlaamse Topstukkenfonds. Het werk moet een blikvanger worden wanneer het KMSKA na de verbouwing heropent.
“Het gebeurt niet alle dagen dat de Vlaamse overheid een werk aankoopt van een oude Vlaamse meester. Het is een zeldzaam en onmisbaar werk, dat een lacune in de verzameling van het Museum voor Schone Kunsten opvult. We hebben er goed aan gedaan om dit type werk voor een redelijke prijs voor ons openbaar kunstbezit te verwerven”, zei Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld)
gisteren bij de onthulling van Studie van een oude man met baard in profiel naar links.
Eind vorig jaar ontdekte Nico Van Hout, conservator van het KMSKA, dat het werk te koop stond in de Londense kunsthandel Agnew’s. Hij trok samen met hoofdconservator Manfred Sellink naar Londen. Ze waren onmiddellijk overtuigd van het belang van het werk.
“We namen een optie zonder de zekerheid dat we het zouden kunnen kopen”, glimlacht Sellink. Na gunstig advies van de Topstukkenraad en externe experts, gaf minister Gatz de opdracht het werk aan te kopen voor 234.000 euro. Een koopje volgens Gatz, want voor een gelijkaardige studie door Van Dyck (1599-1641) werd op de internationale markt ooit 10 miljoen dollar betaald.
Tronie
“Van Dyck schilderde de zogenaamde studiekop of tronie in het atelier van zijn leermeester Peter Paul Rubens”, vertelt Van Hout enthousiast. “Het is een van de weinige soortgelijke stukken die tot op de dag van vandaag bewaard gebleven zijn. Van Dyck was op dat moment pas twintig, maar het werk bewijst dat hij ondanks die prille leeftijd al een volleerd schil- der was. Hij bezat een scherp observatievermogen en het artistieke talent om met enkele rake penseelstreken het gezicht en de kraag van de man vorm te geven. Je ziet als het ware de anatomie onder de huid. Van Dyck was een schilder die met verf voelde.”
Het schilderen van dergelijke kopstudies was in de zestiende en zeventiende eeuw een gangbare praktijk in de ateliers van Vlaamse schilders. De koppen werden meermaals gebruikt in historieschilderingen. “Het werk van Van Dyck zal een belangrijke rol spelen in de herinrichting van het nieuwe museum”, zegt Sellink. “Het kan het pronkstuk worden van een thematische opstelling rond het creatieproces van schilders, samen met bijvoorbeeld ontwerpschetsen van Rubens.”
Omdat het KMSKA momenteel gesloten is wegens verbouwingswerken is de nieuwe aanwinst tijdelijk te bewonderen in het Rockoxhuis in Antwerpen. Het Rockoxhuis zelf sluit vanaf 3 juli de deuren en wordt dan uitgebreid met het aanpalende Frans Snijdershuis.