Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De nieuwe Planckaerts (maar geen familie)
BAPTISTE PLANCKAERT (29) is oudste van drie koersende broers die volgend jaar allemaal prof zijn
Er koerst opnieuw een Planckaert op het hoogste niveau. De naam is Baptiste. Hij is de oudste van drie broers die normaal gezien volgend jaar alle drie bij de profs rijden en die géén familie zijn van de beruchte wielerdynastie uit Nevele. Maar ook deze Planckaert is snel. Vandaar dat KatushaAlpecin de winnaar van de Europe Tour 2016 inlijfde. “Ik wil voor Kristoff heel nuttig zijn in de Vlaamse wedstrijden. Maar met mijn 65 kilogram ben ik wel geen kerel die honderd kilometer lang aan de kop kan liggen sleuren.”
De familieclan van Baptiste Planckaert heeft niets te maken met de veel meer bekende Willy, Walter, Eddy en Jo uit Nevele. “We zijn van een andere tak van de boom”, zegt de West-Vlaming in de lobby van het Hilton-hotel in Adelaide, dat de uitvalsbasis is voor de Tour Down Under. “Ik kom uit een koersfamilie. Thuis waren we met zes kinderen. Iedereen heeft het geprobeerd. Mijn vader Ignace is afkomstig van Bellegem en verhuisde naar Zwevegem. Als amateur won hij best wel wat koersen, maar omdat hij al kinderen had, verkoos hij tuinen aan te leggen in plaats van in te gaan op wankele voorstellen van profploegen.”
Heb je die voorzichtigheid van je pa? Het duurde zeven jaar vooraleer je deze week met KatushaAlpecin eindelijk debuteerde in een WorldTourploeg
“Ik heb vooral veel tijd verloren. Ik begon bij Landbouwkrediet. Dat was niet de slimste keuze. We reden een goed programma, maar dat was geen ploeg om jongeren te begeleiden. Vandaar dat ik mijn broer Edward adviseerde om nu het voorstel van Topsport Vlaanderen-Baloise met beide handen te grijpen. Dat is de beste leerschool. Ik heb hem gezegd dat hij veel moet trainen en twee jaar de tijd krijgt om zich te laten opmerken door een WorldTour-ploeg.”
Edward is 22, maar er is ook nog Emiel (21), die bij de beloften van LottoSoudal rijdt. Wie is de beste van de drie?
“Ik weet het niet. Vroeger dacht ik dat het Edward was. Maar qua motor en uithouding is het Emiel, de jongste. Ze hebben allebei net iets meer talent meegekregen. Edward is gewoon sneller dan ik. Vorig jaar heb ik hem op training slechts één keer kunnen kloppen, hij dan nog op de tijdritfiets. Al heeft hij hetzelfde probleem als ik: hij kan zich nog moeilijker positioneren. Als ze bij Topsport VlaanderenBaloise een treintje voor hem gaan opzetten, zal je serieuze dingen zien. Edward heeft de grootste mond, ik ben de hardste werker.”
Hoe kom je na vier jaar Landbouwkrediet, RoubaixLille Métropole en WallonieBruxelles godbetert bij KatushaAlpecin terecht?
(toen nog manager Katusha-Alpecin, red.).
“Al in mei kreeg ik een telefoontje van Slava Ekimov
van Ik had toen al drie van de vijf koersen gewonnen en zoals gewoonlijk een sliert plaatsen in de top tien op zak. Ik kon ook naar Wanty-Groupe Gobert en Cannondale-Drapac, maar dit was de juiste keuze. In de wedstrijden waarin Alexander Kristoff niet aanwezig is, mag ik mijn eigen koers rijden. Ik mocht ook deels mijn wedstrijdprogramma samenstellen.”
“Ze zeiden me meteen dat ik veel vrijheid kon behouden. Zelfs al heeft de ploeg drie trainers, ik mag blijven werken met Luc Wante (ook de coach van Sep Vanmarcke, red.), op voorwaarde dat ik mijn trainingsgegevens online zet. Ik ben redelijk
old school. Het duurde tot mijn tweede jaar bij de profs vooraleer ik met een hartslagmeter koerste. Pas sinds 2011 heb ik een trainer. Het is mijn eerste seizoen dat ik in koers met een wattagemeter rijd.”
“Ik wil voor Kristoff heel nuttig zijn in de Vlaamse wedstrijden. Met mijn 65 kilogram ben ik wel geen kerel die honderd kilometer lang aan de kop kan liggen sleuren. Op Harelbeke, de Scheldeprijs en Roubaix na rijd ik ze allemaal. Zonde van Rou-
baix, dat wel. Ik woon in Spiere-Helkijn, dicht tegen de Hel aan. Ik ken het parcours op mijn duimpje. Ik sta nu bij de reserves. Misschien heb ik tegen dan al het vertrouwen gewonnen.”
Dat van de Walen heb je ondertussen. Straf is ook dat je vorig seizoen de allereerste Vlaming was in continentale ploeg WallonieBruxelles die door de Waalse overheid werd betaald.
“In het begin kreeg ik op de internetforums behoorlijk wat kritiek omdat jonge Waalse renners vonden dat ik hun plaats inpikte. Ik trof er in de wedstrijden een fantastisch geleide ploeg aan. Zij het met minder middelen dan Katusha-Alpecin, waar alleen al tijdens de eerste stage voor een halfuurtje stabiliteitsoefeningen op de nuchtere maag twee Duitse specialisten werden overgevlogen.”
“Bij Wallonie-Bruxelles reed ik plankgas, van de GP La Marseillaise tot Putte - Kapellen. Op de voorjaarstrainingen was het elke dag: boem, de kraan open. De zwaksten moesten eruit. KatushaAlpecin werkt met blokken. Na de Tour of Yorkshire (30 april,red) heb ik drie weken rust en na het BK opnieuw. In het najaar rijd ik normaal gezien met de Vuelta eindelijk een grote ronde.”
“Ik ben in een andere wereld terechtgekomen. Mijn doel was deze week een toptienplaats te versieren. Ik zit al aan twee stuks (8e en 7e). Ik wil bewijzen dat ik echt nog veel progressie kan maken. En tegelijk wil ik als voorbeeld dienen voor mijn jongere broers Edward en Emiel.”