Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Leeuwen houden elkaar warm
DIEREN IN PLANCKENDAEL HEBBEN LAST VAN VRIESKOU
“De grootste vijand van deze pinguïns is het ijs. Als het nog niet lang vriest en het ijs is nog dun, bestaat het gevaar dat ze erdoor zakken en er niet meer uitgeraken.”
MARIEKE VAN REEUWIJK
Verzorgster vogels
vriest en het ijs is nog dun bestaat het gevaar dat ze erdoor zakken en er niet meer uitgeraken omdat ze het wak niet meer vinden. Zodoende zouden ze kunnen verdrinken. Daarom dat we nu in de greppel rond het verblijf op verschillende plaatsen luchtslangen hebben aangebracht om het water constant te laten borrelen en te vermijden dat het bevriest. Het moet dan al echt stenen uit de grond vriezen eer er zich een probleem stelt”, weet Van Reeuwijk.
Warmtelampen
Aan de andere kant van het wandelpad in de volière staan de Chiliflamingo’s dicht op elkaar gepakt met de kop tussen de veren. Dat doen ze altijd als het donker en grijs weer is. “Maar ook zij zijn winterhard en hoeven ’s nachts niet zozeer naar binnen als het vriest. Tot -5 graden kunnen ze wel aan. Alleen enkele dwergflamingo’s die mee in de groep zitten en oorspronkelijk uit Afrika afkomstig zijn, moeten dan wel sowieso naar binnen. Maar ook hier is het vooral de zorg voor het dichtvriezen van de vijver waar we aandacht aan moeten besteden. Flamingo’s hebben fragiele poten en kunnen die makkelijk breken”, geeft de verzorgster van de vogels aan.
Dat is ook een zorg bij andere vogelsoorten. Zoals bij de trompetvogels, een soort die oorspronkelijk in Zuid-Amerika voorkomt. Bij de minste nachtvorst moeten die naar binnen, anders vriezen hun teennagels af. Ook de secretarisvogels in het Afrikaanse continent moeten als het gaat vriezen onherroepelijk naar binnen. Net als bij andere vogelsoorten branden er in hun verblijf dan extra warmtelampen. De combinatie van vorst en natte sneeuw is voor vogels het ergste. Een beetje nattigheid kan al voor problemen zorgen.
Olie voor de ogen
Bij andere dieren is het dan weer uitkijken voor typische winterkwaaltjes. “Zoals bij onze olifanten”, zegt coördinator Ben Van Dyck. “Olifanten hebben een dikke, maar ook gevoelige huid met veel plooien en groeven. In het bijzonder rond de ogen. Daar gaat de huid snel barsten en daarom smeren we ze in met olie”, geeft hij aan.
Voor de olifanten wordt er in de winter ook hooi aangezeuld, want veel gras is er dan niet meer te vinden. Ook voor de giraffen, die bladeters zijn, staat er in de winter iets anders op het menu. Voor hen worden gedroogde bladeren van onder meer rozen be- steld. Bij ijsplekken in hun perk zullen zij ook sneller
binnen blijven dan de olifanten. De dikhuiden staan redelijk stabiel, maar giraffen zouden op hun dunne, fragiele poten op zo’n ijsplek snel kunnen uitschuiven. En een poot breken betekent voor deze dieren sowieso het einde.
In hun nopjes
Zijn sommige dieren echte zonnekloppers en betekenen sneeuw en vorst dat ze noodgedwongen binnen moeten blijven, dan zijn er andere dieren van wie de winter het favoriete seizoen is. De bizons bijvoorbeeld trekken er zich geen zier van aan of het nu sneeuwt of vriest, ze wanen zich helemaal thuis, net als in hun oorspronkelijke leefgebied in Noord-Amerika. Ook de kamelen die voorkomen in de koudere woestijnen van Centraal-Azië, waar de temperaturen ’s winters behoorlijk kunnen dalen tot ver onder het vriespunt, voelen zich dan helemaal in hun sas.
Bepaalde dieren zijn ook opmerkelijk actiever zoals het sneeuwluipaard en de kleine panda, die in Azië op hoge hoogtes leven en niet zo van de warmte houden. Meestal zie je de kleine panda dan ook alleen maar liggen slapen, helemaal opgerold in de schaduw verscholen tussen de bladeren en takken. Het is een schemerdier dat vooral ’s nachts en in de ochtend en avond actief is omdat het dan minder warm is. Maar als het hier wintert, ontwaken ze overdag al eens makkelijker om zich met hun schattige snoet in volle actie te laten bewonderen.
Ontsnappingsgevaar
Intussen bekommeren verzorgers, als het een aantal dagen na elkaar heeft gevroren, zich naarstig over het ijsvrijhouden van grachten en waterpartijen. Want die moeten in bepaalde verblijven ook voorkomen dat de dieren ontsnappen.